Vanuatu

Dinsdag, 18 Mei , 2010. Malekula Vanuatu. Port Sandwich.

Lelepa was de eerste stop op weg hierheen. Rustige ankerplaats maar geen dorpje en mensen en dat zijn toch de elementen die Vanuatu interessant maken. Wel een grot vol motten en een offerande.

Sinds tijden weer lekker gesnorkeld in helder water en mooi koraal.

Epi, volgende stop maar een nacht waarin we ons bed uit lagen te rollen. We gaan dus verder, niet voordat we toch even aan land chief Moses gaan begroeten. We raken gewend aan het feit dat we altijd gezelschap hebben als we in een dorp willen rondwandelen. In Fiji voelden we ons op zo'n moment onder curatele staan maar hier gaat dat op een ontspannen manier en men vertelt ons van alles. Mensen willen graag over hun eiland, dorp, gewoonten en tradities vertellen en zijn ook in ons geinteresseerd. Hoe leven we aan boord, hoe lang zijn we onderweg, waar zijn we geweest, hebben we kinderen, zo ja hoeveel, wat deden we om een boterham belegd te krijgen. Ondertussen mag je niet weg voordat ze je een t-shirt vol grapefruits of bananen hebben toegestopt. We krijgen ze nauwelijks bij gegeten.

...

Chief Moses probeert de trommelstok van de dorpsgong los te krijgen, maar die zit te vast door het vocht.

Op weg naar Malekula zien we veel dolfijnen. Wat denken die dieren als ze voor de boeg hun hoofd schuin naar boven richten en naar ons kijken? Ze waren zo lang bij ons en het weer was zo rustig dat de verleiding groot was om in het water te springen en tussen hen rond te gaan spartelen.

Nu zijn we in Sandwich Bay, een grote, goed beschutte baai waar in WO II Amerikanen een basis hadden. Een eiland met veel koeien die loeien en heel veel vogels. Op de heuvels moeten vroeger duizenden veelkleuren groen druipkaarsen gestaan hebben die honderden jaren hun vet over de hellingen hebben laten lopen.

Haaien, we zien ze niet maar de drie gidsen over Vanuatu waarschuwen: do not swim, not even to check your anchor.

Ondertussen gaan de toplichten, anker en navigatie, kapot. Ledlampen met een levensduur van 50.000 branduren!!!!! We zullen moeten improviseren totdat we misschien in Nieuw Caledonie vervanging kunnen krijgen.

De wandeling naar Lamap, het "stadje". Niet een echt centrum maar hutjes her en der verspreid staan. Onderweg maken we praatjes, "vous etes invitites a vous asseoir et a bavarder un peu avec nous". Allemaal op de rustige zelfbewuste manier die we hier leren kennen. Alweer grapefruits. De mensen zijn arm, hebben geen elektriciteit, maar de grond is vruchtbaar en er is voldoende water. Er zal dus altijd wel wat te eten zijn.

Op de missieschool, die ondanks de vakantieweek gewoon in aktie is, zien we hoe de kinderen les krijgen in de varkensteelt op traditionele en intensieve manier. Aanschouwelijk onderwijs want de varkens scharrelen overal rond met hun kroost.

In de middag meert een vrachtscheepje af aan de gammele steiger waarvan de helft van de planken ontbreekt of losligt. De steiger veel effectiever maken door planken te vernieuwen lijkt ons niet echt een probleem, hout is er genoeg, dus we snappen niet waarom ze halsbrekende toeren verrichten bij deze operatie. s Ochtends merkten we al wat van de drukte omdat de coprazakken werden versjouwd naar die steiger waarop we uitkijken.

Via een lopende band van mannen worden zakken meel, rijst, suiker en wat luxere spullen als w.c. paper, noedels, luiers, maandverband en wat vruchtensap uitgeladen totdat de steiger vol ligt.

De zakken copra worden gewogen en meteen cash betaald, boter bij de vis, maar banken zijn er ook niet. Zo'n zak weegt 45 tot 75 kilo en men sjouwt die op de rug naar het laadruim van het schip. Voor de bevolking is het een belevenis, want er is weer wat geld te besteden aan rijst, suiker en meel, eventueel w.c. papier. Lamap is een cooperatief dorp, dus ik denk dat alles min of meer gemeenschappelijk is.

Zo gaan de uren voorbij terwijl we praten met Rock die via tijdschriften, achtergelaten door yachties, zijn kijk op de wereld aanzienlijk verbreed heeft. Hij vraagt of we het graf van Gauguin en Brel op de Marquises hebben bezocht, weet dat Brel een Belg was en onderscheidt dat Franse en Vlaamstalige land. Volgens hem investeert de regering veel moeite om de mensen te doordringen van het belang van traditionele landbouwmethoden en niet te gauw dollartekens in de ogen te krijgen door hun land te verkopen aan investeerders van buiten. Een mooi gezegde: l'argent se perd, la terre c'est la vie. Het blijft een precair evenwicht en we hopen dat ze dat kunnen bewaren met geneugten van modernere gemakken. Maandag, 24 Mei, 2010, Malekula eiland, Gaspard Bay. Een poging om vanuit Sandwich Bay (Malekula eiland,) naar het volgende eiland Ambryn te gaan, mislukt, er staan schuimkoppen in de ankerplaats, hebben 20 knopen op de neus, daar dus keren we weer om. Nog net bij daglicht gooien we het anker uit in Banam Bay en hebben dan 50 mijl afgelegd om uit te komen 10 mijl verder dan ons vertrekpunt. We weten weer wat zeilen, afhankelijkheid van weer en wind betekent. Door het stabiele weer van de afgelopen periode waren we misschien wat lui geworden. Aan land ontmoeten we Bong, die ons kreeft belooft voor de volgende ochtend, wel vroeg want we willen rond 7 uur vertrekken. Kreeft zou lekker zijn want we leven al dagen lang op blikjes tonijn, grapefruit, bananen. Zelfs Rob moet het zonder eitjes doen, er scharrelen wel kippen rond op de eilanden maar geen eieren. Rainy van Scarlett O Hara maakt allerlei lekkere dingen 's avonds. Zij vertellen over Air Go Wind die vergaan is op Savaai, bij Western Samoa. Charisma was daarbij en kon de bemanning aan boord nemen. Het blijft dus oppassen met al die riffen om de eilanden en kaarten die niet overal nauwkeurig zijn.

Geen kreeft.

Vrijdag zetten we koers richting Pentecoste en het Landdiving. We halen dat en pas zondag zet de wind naar het Noorden zodat we twee nachten zonder risico in Homobay kunnen liggen en de ceremonie kunnen meemaken. Het vergt nogal wat geregel, de village in HomoBay heeft al op Donderdag gesprongen, maar op Zaterdag kunnen we het meemaken een paar baaien verderop. Okay.

In de village is het een drukte, want de minister van onderwijs en een belangrijke partijbons is aangekomen. Uit de hele omgeving zijn mensen toegestroomd en maken hun opwachting. De mannen dansen en wij worden rondgeleid door Sarah, het nichtje van de chief. Bij de Nagol, de springtoren, moet ik met Sarah op gepaste afstand blijven, Rob mag de toren benaderen en zelfs aanraken. Vrouwen brengen ongeluk, en andere black magic bestaat ook, de chief, Greg, gelooft heilig in het kunnen afsmeken van bijvoorbeeld regen als een bepaald iemand een lied zingt. Het dorp is welvarend, er zijn generatortjes, wat gemotoriseerde bootjes waar we op andere eilanden alleen de boomstamoutriggercanoes zien. Er zijn inkomsten in deze maanden via de springceremonies. Dat kost ons ongeveer 80 euro per persoon en dat is heel wat als je bedenkt dat de boeren voor de copra 20 eurocent per kilo vangen. We weten zeker dat de prijzen voor de ceremonie nogal varieren maar we vangen bot als we proberen te onderhandelen.

Landdiving of Le Saut de Gaul.

het verhaal. Echtpaar maakt veel ruzie, man slaat vrouw, dus loopt ze weg en verstopt zich in een Banyanboom.

Man zoekt en vindt vrouw, klimt haar achterna. Vrouw springt uit boom en man springt haar na, maar helaas, vrouw had lianen om haar enkels gebonden, man niet dus de eerste overleeft de val, manlief niet. Eerst sprongen de dames, maar dat vond men niet zo'n mooi gezicht, met de rokjes die over de hoofden vielen, en misschien vonden de mannen het hun eer te na. Nu springen alleen de mannen.

Men springt met het hoofd naar beneden, de toren staat op een hellend vlak en is ruim in de twintig meter. Er zijn platforms op verschillende hoogten, en per ceremonie springen tot 18 mannen, te beginnen met jongens van een jaar of 10/11 vanaf het laagst platform. Het jongentje tijdens onze ceremonie verloor in zijn sprong zijn peniskoker tot grote hilaritei van dorpelingen, dansers en zangers.De laatste sprong gaat vanaf de top, door de man die het hoogst in hierarchie van de springers staat. De val wordt op drie manieren gebroken: de toren is van houten palen en geeft mee, het platform waaraf men springt, breekt af tijdens de val, en de lianen hebben elasticiteit. Neemt niet weg dat je bij de landing, op hoofd op schouders, de lianen hoort kraken en bij de op een na laatste en laatste sprong komen de mannen ongelukkig neer en zijn de omringende dorpsbewoners even stil. Heelkunde? De man stevig aan zijn kroeshaar trekken, hem van de achterkant stevig in de houdgreep om de borst nemen en zo de ruggenwervels even oprekken. Dan schijnt het weer te gaan maar we denken dat de nieren wel een flinke opdonder hebben gehad.

Elk eiland heeft zijn traditie om de yamoogst te vieren, en een aantal dorpjes op Pentecoste doen het op deze manier, met de duik waarbij hoofd of schouders het zand raken, smeekt men een vruchtbare toekomstige oogst af, alleen in de maanden april en mei, ook omdat alleen in deze maanden de lianen de nodige rek hebben, zodat ze niet te snel breken, hoewel ook dat gebeurt. Men springt alleen een keer in de week, op zaterdag, soms donderdag, en zelden aan de lijzijde van het eiland. Dit laatste maakt het voor cruisers een lastige onderneming om het mee te maken. het is ons gelukt, hoewel het een mijl op zeven was.

Het stroomde namelijk van de regen en er was onweer met flinke windstoten. Laten we Stamper in die situatie wel een groot gedeelte van de dag alleen? Gaat het springen wel door? Na een uur worden wind en onweer iets minder en wagen we ons toch maar aan land. Door de regen is vervoer over het weggetje niet mogelijk, zelfs niet in de 4wheel pick up, dus moeten we met een bootje, ruim een uur, maar.....genoeg benzine? Volgens de chief wel maar Rob vertrouwt het niet helemaal en neemt de tank van ons buitenboordje maar als reserve mee. Heel goed want die hebben we op de terugtocht echt nodig. Ik weet niet wat er gebeurd was als we die zekerheid niet gehad hadden want peddels waren niet aanwezig.

De lichamen van met name de mannen zijn prachtig gespierd, geen greintje vet te bespeuren en erg mooie billen.

Nadien sta ik diep in gedachten de gebeurtenissen te overdenken, het was de nattigheid, de tocht erheen, het baggeren door de modder, meer dan de moeite waard.

Nu liggen we in Gaspard Bay omdat de ankerplaats in Homobay niet veilig meer was door Noorden wind die opstak. Onbewoond hier en er zouden Dudongs moeten zitten, zeekoeien met een walvisstaart.

Het herinnert ons een beetje aan Darien in Panama, maar zonder de brulapen. Na ruim twee dagen waarin de douche boven volop open stond, laat de zon zich weer zien en kunnen we alle natte spullen te drogen hangen. Heerlijk dat de klamheid van boord verdwijnt. Massieve regen maakt de wereld om Stamper heen heel klein, de heuvels liggen onder lage grijze wolken te dampen, wel een mooi gezicht maar we zijn blij dat de kranen boven ons zijn dichtgedraaid.

Het is dus gelukt om een Dugong te zien! Al lijkt the foto meer op die van het monster van Loch Ness. Plan voor morgen: tweede poging om Ambryn te bereiken, beroemd om de ROM dans en houtsnijwerk.Donderdag, 27 Mei, Ambryn, Vanuatu. We liggen helemaal open op de kust maar de wind houdt zich koest, komt uit de goede hoek en het rollen valt reuze mee. De eerste nacht werden we om 1 uur wakker omdat een klein vrachtscheepje aankwam, tot grote blijdschap van de bevolking die in grote getalen, kinderen en al, op de kant stonden om goederen in ontvangst te nemen. Dat was waarschijnlijk al een tijd geleden, gezien de uitgelaten begroeting van de mensen. Wij zijn toch buiten in de kuip en zien hoe de vulkaan zijn best doet. een magische sfeer.

De Vulkaan van Ambryn overdag.... en s'nachts

Dit jaar zijn wij het tweede zeilbootje dat Ambryn aandoet, de touwen van Sally en Geoff zijn erg gewild, evenals vishaken, lokaas, caps, zonnenbrillen, schoenen, schuurpapier en meer. In principe geven we niets voor niets maar handelen voor grapefruits en hoera, zelfs een paar eieren. Hebben we nog benzine voor de enkele buitenboordmotor? Nou nee, we zitten zelf krap door de tocht naar de landdiving.

Over magie gesproken, Jeffrey, de persoon die alles hier voor ons regelt, gelooft er heilig in. Hij heeft zelf gezien hoe een doormidden gekliefde cocosnoot waar een blad overheen lag, zich in de lucht verplaatste. Hij organiseert voor ons een tocht naar Fanla, het dorp waar men de ROM dans uitvoert. Fanla is een customdorp in het binnenland, een uurtje lopen. Wat precies het verschil is tussen een customdorp en een gewoon dorp hier aan de kust, begrijp ik niet echt. Volgens mij leven ze nog allemaal met bepaalde gewoonten, geloof in magie, zonder electra en waterleiding, sommigen hebben wel een cellphone, die mogen wij aan boord opladen. In het binnenland spreken ze nauwelijks frans of engels, de communicatie is zo wie zo wel ingewikkeld omdat de mensen een heel ander wereldbeeld hebben dan wij. Getallen spreken niet echt voor ze, het is "oh, plenty" of helemaal niets. Op de vraag of we kunnen ruilen voor eieren, is het antwoord; ja, I can find eggs, vervolgens hoor je er niets meer over, en dan moet je maar concluderen dat hij geen eieren kon vinden. Tijdsbesef is ook ruim, het is ochtend, middag, of avond. De allerkleinsten zijn bang voor ons en beginnen te huilen als we een dorp binnenkomen, de wat oudere meisjes vechten om met je aan de hand mee te lopen, drie aan elke hand is heel gewoon.

De ROM dans heeft alweer te maken met een liefdesgeschiedenis. Vrouw probeert man te verleiden door een extra mooi masker op te zetten. Ook bij deze traditionele dans hebben de mannen het heft in handen genomen, ik mag niets wat met de dans te maken heeft aanraken en bepaalde plaatsen niet betreden. Het is fascinerend, vooral de chief staalt iets onbenoembaars uit, hij heeft graad 9 en is dus erg hoog. Gelukkig had ik de tegenwoordigheid van geest om cap en zonnenbril af te zetten toe we hem begroeten. We spreken iemand wiens grootvader chief graad 12 was, paramountchief. Om als chief steeds een graadje hoger op te komen moet je allerlei taken volbrengen, voor de eerste graad bijvoorbeeld een aantal stenen plaatsen rondom de plaats waar de ceremonies worden gehouden, voor een trapje hoger veel varkens voeden en gewassen verbouwen. Het komt er op neer dat je rijk moet zijn om een hoge chief te worden.

Van jongs af aan lopen kinderen met een mes of machete rond, wat kerven in een stok is tweede natuur geworden.

Ik vertel aan Jeffrey dat ik heel graag een masker zou willen kopen. Oei, dat is precair, ik mag er niet meer over praten maar hij zal zijn best doen. Op dit moment zit hij binnen in zijn hut voor ons zo'n masker te maken, niemand mag dat zien, het is geheim en we mogen het aan niemand vertellen. Tabu.

De chief (van de 9e graad) kondigt de Rom dans aan door op de trommel te slaan. De koker die de mannen met masker in hun handen hebben, kunnen we kopen, maar pas als we tot koop hebben besloten, en geld hebben overhandigt, mogen we hem pas aanraken.

Het huisje achter de standbeelden is voor ons Tabu. Daar kleden de dansers zich aan.

Een sanddrawing van een 'kingfisher' vogel en rechts eern dubbele zeilkano.

De chief sluit het geheel af door een liedje op een bamboefluit te blazen., De slagtanden om zijn nek zijn van een wild varken dat tenminste 15 jaar oud is. Het zijn gevaarlijke beesten die in de nacht ook mensen aanvallen. We hebben daarvan lidtekens gezien. De chief had trouwens ook nogal wat gezwellen op zijn romp, benen en armen waren helemaal gaaf.

Rob is om 13.00 uur vertrokken, de beklimming van de vulkaan met gids. Ze hopen rond 17.00 uur boven te zijn en gaan dan om 19.00 uur weer naar beneden. Ik hoop hem veilig en wel om 22.00 uur weer aan boord te hijsen en we hebben een plan de campagne afgesproken in het geval dat de wind plotseling met stormkracht uit de verkeerde hoek gaat waaien. Voorlopig alles rustig aan boord.

Ik kwam helemaal afgepeigerd terug om 22:15 en Mieke al ongerust. Eerst 45 minuten lopen naar het startpunt (was niet meegerekend in onze schattingen), dan 2,5 uur klimmen door bos in 33 Celsius, halverwege vroeg ik de gids al of hij mijn rugzak wilde dragen omdat ik zag aankomen dat ik de top anders niet zou halen, dan ruim een uur lopen over een asvlakte die het gehele binnenland van Ambryn bedekt. De vulkaankegel hieronder is een van de drie oude kegels die daar staan, rechts zie je al iets van de gloed van de actieve vulkaan. Het laatste stuk was een uur klimmen over een graad van de askegel. Bovengekomen liep ik echt op mijn tandvlees. Het was echter zeker de moeite waard, de foto's spreken voor zich. Ik heb ook een video toegevoegd die nog een beter beeld geeft van het geweld.

De gidsen Roy en Edwin, op blote voeten, hebben mij veilig over dit onherbergzame land geleid waar ik direct de weg kwijt zou raken. Ik kreeg hun bananen omdat ze merkten dat ik de energie hard nodig had. Terug in het donker was heuvelaf wat makkelijker.

30 seconden video van de krater.

30 Mei, Zaterdag, 2010

Een tocht van 22 uur en we zijn terug in Vila waar we genieten van e-mail en verdere gemakken. Van de Tsunami die dreigde na eruptie hier ten Zuiden van Vila is niets te zien, maar we zijn ook net een half uurtje binnen. Alle boeien zijn vrij, er zijn dus geen bekenden binnengekomen tijdens ons verblijf op de eilanden. Onderweg vingen we een flinke maat MahiMahi, wel voor vier dagen eten denk ik. Van Marieke hoorden we al dat het grote feest bij Jan en Fenneke heel geslaagd is geweest, jammer dat we dat moesten missen. Ooit halen we de schade in.

Woensdag, 9 Juni, 2010. Onze laatste dagen in Vanuatu, Vila.

Aan alles komt een eind, ook aan Vanuatu. Vandaag klaren we uit bij douane en immigratie voor Nieuw Caledonie.

We lagen een paar dagen in Mele Baai, net om de hoek bij Vila. Mele is een welvarend dorp, want eigenaar van een waterval waarvoor ze entree heffen. We werden uitgenodigd voor een feestavond, prayersday voor de Pacific. Dat was wat. We melden ons om 18.00 en als het echt begint, doet de CD met muziek het niet. "Apologies, Apologies". Dat sukkelt zo verder terwijl de mensen borden vol rijst, taro verorberen. Om een uur of negen zijn de technische problemen opgelost en begint de meisjesgroep van de school met hun dans. Ze doen een polynesische dans, wel met t-shirts en niet de BH's van cocosnoten en een zeer bescheiden wiegen van de heupen. Maar zelfs dat bescheiden heupwiegen veroorzaakt een enorm gejoel en geklap uit het publiek. Het publiek was voor ons interessanter om te zien dan de voorstelling zelf.

Ons toplicht: zeer positief en zeer efficient geregeld door de leverancier in Denemarken: binnen een week konden we hier in Vila een nieuw exemplaar ophalen, onder garantie en zonder kosten voor ons verstuurd. Lekker dat we weer met officiele verlichting de tocht naar Lifou kunnen maken.

Lifou is het eerste eiland van New Cal (zo noemen de Amerikanen Nieuw Caledonie) en ligt 200 mijl naar het Zuid Westen en we kunnen daar inklaren. We zullen dus 2 nachten onderweg zijn.

Triest bericht van Mati Hari met Cornelia en Henk: zij hebben na mastbreuk hun schip moeten verlaten en zijn met helicopter van boord gehaald. Veel meer nieuws van hen hebben we nog niet maar we hopen dat het goed met hen gaat. Het blijft een leven met risico's.