Cambodia

Zaterdag, 10 November, 2012, voor anker bij Penang.

Op 14 februari had Stamper voor het laatst gevaren, maar ze doet het nog, alles werkt, niets lekt en zelfs de dinghy ligt weer startklaar. Donderdag gooiden we de touwen los in Pangkor en gisteren kwamen we hier in Penang aan, 80 mijl naar het Noorden met een rustige ankerplaats voor de overnachting. Het is nog steeds niet verstandig in de nacht te zeilen door de vele onverlichte vissersbootjes waar de zee mee bezaaid is. Een botsing met zoiets kwam Kind of Blue op een ontwrichtte preekstoel te staan. Ja, na bijna een jaar hebben we Anita en Dick ook weer teruggezien, zij waren een nacht bij ons in Pangkor en zijn nu alweer door naar Langkawi of Phuket in Thailand. Door een misverstand was onze gereserveerde plaats in de marina hier vergeven, we kunnen er pas morgen terecht. Niet erg, we liggen hier lekker in de wind, hebben al de boodschappen gedaan dus nu is het tijd om de site bij te werken, mails te versturen en te luieren. We liggen omgeven door heuvels, leuker dan het landschap vanaf Singapore tot Pankor, de straat van Malaka die modderig en saai is, alleen maar Palmolie.

Het water is hier nog niet om in te snorkelen, Rob had na een duik voor roerinspectie al een enorme kwallenbeet te pakken met een stevige brandwond als resultaat. We moeten nodig op zoek naar nieuwe gelpads die heerlijk verkoelend werken op zulke kwetsuren. (hieronder de restanten van de kwallenbeet. Als je dat over een groot deel van je lichaam krijgt moet je echt naar een ziekenhuis)

Voor Rob en Majo zijn we blij dat ze erin zijn geslaagd Taremaro te verkopen. Het ontlokte mij wel wat krachttermen, sh......., weer mensen waar we afscheid van nemen op ons avontuur. Gelukkig konden we nog wel met goede kwaliteit met elkaar skypen. Een dezer dagen vliegen zij terug naar Europa om van een bootje op de Franse kanalen te gaan genieten. Jammer dat we hen niet meer in Langkawi konden treffen maar dat gaat ooit wel gebeuren in Europa.

Wat was Cambodja fijn, een blij moedig volk. Het land straalt energ ie uit, de Cambodjanen zijn erg hulpvaardig en vriendelijk, iets wat ons in Laos en Vietnam ook opviel, gezien de recente moeilijke geschiedenis. In Phnom Penh bezochten we natuurlijk naast het Koninklijk paleis en het nationaal museum ook de gevangenis en de killing fields uit de Khmer Rouge tijd. De Khmerbeelden, bloeitijd rond 1200, doen ons door de hoofdtooien denken aan Egyptische farao's, maar omdat ze door Hindu en Bhudisme zijn beĂŻnvloed, hebben ze dan wel weer meerder armen. (Vishnu, Shiva, wie wat is weet ik even niet meer.) Koning Norodom Sihanouk was half oktober overleden en voor het paleis (gedeeltelijk door dit heengaan gesloten) stonden nog mensen in wit en zwart gekleed met rouwbanden te wachten om de laatste eer te bewijzen en in de stad werden overal zwartwitte strikjes verkocht. Een vorst die sinds hij 18 was dan weer wel of niet koning was, wel of niet in ballingschap (Peking), wel of niet met Pol Pot sympathiseerde. Nogal ingewikkeld, die verschillende vormen van communisme. Als naĂŻeve Westerling zou je denken: communisme is communisme en als dat aan de macht is, probeert het Westen dat tegen te werken. Nou nee dus, al van oudsher zijn Vietnam en Cambodja elkaar niet zo vriendelijk gezind, Pol Pot moest dus ook niets hebben van Ho Chi Minh. Het was dus zo dat Amerika en wij onze ogen maar sloten voor het Khmer Rouge Regime om Vietnam dwars te zitten.

Op straat een ijsverkoper met een grote zaag.

De Killing Fields is een respectvol aangelegd herdenkingsveld, gebouwen zijn er niet meer, wat fundamenten, een boom waartegen babies met hun hoofden tegenaan werden geknald, kuilen waarin men heeft opgegraven en waar nog steeds menselijke resten boven komen drijven in het natte seizoen, flarden kledingsstukken en een monument met botten en schedels. Met je audiofoon word je langs de verschillende plaatsen geleid en hoor je getuigenissen, van slachtoffers en daders. De toeristen lopen over een veld met koptelefoons op en zijn allemaal zeer stil, ook wij. In tegenstelling met de nazi tijd doodden de Khmer Rouge hun slachtoffers zonder kogels; met schoppen of wat maar voorhanden was. In de latere jaren zouden zij zelf het voornaamste slachtoffer van het regime worden. Wij schaamden ons dat het westen zo lang Pol Pot nog heeft gesteund (tot ver in de jaren 90).

Ik heb het ook allemaal maar via de lonely planet enz. : in die jaren 70 zijn er op 8 miljoen mensen 3 miljoen slachtoffers gevallen. (in het huidige Nederland zouden dat dus 6 miljoen mensen zijn, hoeveel van de grote steden samen is dat?) Pol Pot slaagde er in binnen drie dagen Phnom Penh en andere stedelijke centra helemaal leeg te hebben, we zagen daar foto's van. De beruchte gevangenis van waaruit de transporten naar de Killingfields gingen, was het eind van een emotionele dag.

Nu bruist en leeft die stad weer met markten, stalletjes, fietsers die handel vervoeren, terrasjes met goede koffie en croissants en erg lekker eten maar ook heel veel mensen die ledematen missen door de mijnen en door prullaria te verkopen hun kop soep bij elkaar proberen te krijgen, naaktlopende kinderen en bedelaars. Een opluchting: geen hoofddoekjes.

Na twee nachten nemen we de bus naar Siem Reap en Angkor Wat. Een reis van 300 km. We doen er 6 uur over en het lijkt of Cambodja voor de helft onder water staat, huizen op vier poten, mensen op twee benen in de rijstvelden, fietsers en lopers langs de weg, kolonnen met schoolgaande kinderen, soms met vier op een fiets. Ik zei al, Cambodja leeft vol energie. Grappig dat sommige stelthuizen niet meer zijn dan een rieten of houten schoenendoos, wat ramen en een deur daarin uitgesneden, maar de trap naar de deur is soms een glimmend stalen of kunstig gesneden houten geval, zoals een hotellobby ook vaak meer indruk maakt dan de kamers zelf.

De poelen langs de weg zitten vol met lotusbloemen, die ik eigenlijk alleen mooi vind in knop of half open. Zo vind ik ook alleen tulpen die hangen mooi en de melancholieke uitstraling van uitgebloeide zonnebloemen hebben we aan van Gogh te danken.

In Siem Reap hebben we voor 13 A$ een prima hotelletje, (met airco is het dan wel 17$) met super vriendelijke staf met ontbijt, een omelet, toast en koffie. Zij regelt meteen voor ons een schema hoe we het beste alle tempels kunnen bezoeken, een tuktuk voor drie dagen, en we zitten op een kleine 10 minuten lopen van de buurt met alle restaurantjes waar je voor 7 $ luxe eet.

(Voor de statistiek: Busreis Boot-Kuala lumpur is 40 ringit, vliegreis KL-Phnom Penh is 19 ringit, de terugreis van Siem Reap naar KL is dan wel weer duurder, ongeveer 100 $ per persoon. Ringit door 4 delen, dan heb je euro's. Het is wel kijken naar aanbiedingen van Air Asia).

De drie dagen hebben we ook nodig op de bezienswaardigheden van Angkor Wat en omgeving te zien en ondanks de tuktuk lopen we nog hele afstanden, beklimmen we vele trappen die nogal op reuzenbenenformaat zijn, dat voelen we in onze dijspieren en soms gaan we op handen en voeten naar boven. Uitstekend bewaarde basreliefs die bloederige veldslagen maar ook dagelijks leven verbeelden, nog door de jungle half overwoekerde tempels waar tempelmuren en enorme boomwortels in elkaar overgaan. Onderweg krijgt onze tuktuk een lekke band maar de infrastructuur is daarop aangepast, overal zijn bandenplakstalletjes. Natuurlijk heb je Angkor Wat niet alleen voor jezelf, er zijn massa's toeristen maar met wat geduld lukt het wel om foto's zonder al te veel mensen te maken en je moet de grotere groepen voor of achter je laten.

De binnenkant van sommige tempels bestaat uit ongevoegde bakstenen. Het is onbegrijpelijk hoe nauwkeurig die passen, ook na al die jaren nog.

Als de baksteen ook aan de buitenkant te zien is worden er gaten ingehakt om ze af te werken met stuc.

Een butterfly farm die voor educatieve doeleinden laat zien hoe vlinders ontstaan

Op straat wordt suikerwater ingedikt tot een soort kandij en als snoepjes verkocht.

De Franse schrijver Malraux had ik hoog zitten maar die is toch naar beneden gekelderd: met een vooropgezet plan stal hij hier in de jaren 40 vorige eeuw, samen met twee vrienden, wat bas reliefs. Hij kwam erdoor in het gevang, diplomatie kreeg hem vrij en vervolgens werd hij onder de Gaulle minister van cultuur!!!!!! Nou ja, de Elgin marbles zijn ook niet aan Griekenland teruggegeven en wat staat er niet nogal aan geroofde kunst in onze musea. ikzelf ben allerminst principieel, heb foi gras gegeten in Siep Reap en een krokodillenleren tas gekocht, al is die dan gekweekt op een farm.

Woensdag rond 17.00, na een dag reizen, zijn we terug aan boord en doen boodschappen, donderdag maken we een rondje over de werf en in de marina of iedereen gedag te zeggen en dan gaan de trossen los. Stamper is weer on the move, dat hoort zo bij een boot. Pangkor was goed maar lang genoeg.

Met dank aan Dick en Anita voor onderstaande foto.

lang genoeg.