Sjabbat lezingen
Parsjiot in de Torah
Uitleg en achtergrond informatie op Wikipedia (Engels)
Bereshit - Noach - Lech-Lecha - Vayeira - Chayei Sarah - Toledot - Vayetze - Vayishlach - Vayeshev - Miketz - Vayigash - Vaychi
Shemot - Va'eira - Bo - Beshalach - Yitro - Mishpatim - Terumah - Tetzaveh - Ki Tissa - Vayakhel - Pekudei
Vayikra - Tzav - Shemini - Tazria - Metzora - Acharei Mot - Kedoshim - Emor - Behar - Bechukotai
Devarim - Va'etchanan - Eikev - Re'eh - Shofetim - Ki Teitzei - Ki Tavo - Nitzavim - Vayelech - Haazinu - V'Zot HaBerachah
Parasjiot in de Torah
De eerste regel met daarin het eerset betekenisvolle woord waarnaar de parasja is genoemd staat cursief aangegeven.
Be-resjiet (Genesis)
1. Be-resjiet
In het begin / Met de Eersteling schiep God de hemel en de aarde (Gen. 1:1-6:8).
2. Noach
Dit is de geschiedenis van Noach (Gen. 6:9-11:32).
3. Lèkh Lekhâ
De Eeuwige zei tegen Abram ga jij voor jezelf uit je land, je geboorteplaats en je vaders huis naar het land dat ik je zal wijzen’ (Gen. 12:1-17:27).
4. Wa-jerâ
En de Eeuwige verscheen hem bij de eiken van Mamre (Gen. 18:1-22:24).
5. Chajjei Sârâh
Sara leefde honderd en zevenentwintig jaar (Gen. 23:1-25:18).
6. Toledot
Dit is de verwekkingen van Abrahams zoon Isaak (Gen. 25:19-28:9).
7. Wa-jetse
Jakob verliet Berseba en ging naar Charan (Gen. 28:10-32:3).
8. Wa-jisjlach
Jakob zond boden voor zich uit naar zijn broer Esau, naar het land Seïr, het gebied van Edom (Gen. 32:4-36:43).
9. Wa-jesjèv
Jakob woonde zich in het land Kanaän, waar ook zijn vader gewoond had (Gen. 37:1-40:23).
10. Mi-qets
Na verloop van twee volle jaren kreeg de farao een droom (Gen. 41:1-44:17).
11. Wa-jiggasj
Juda trad naar voren (Gen. 44:18-47:27).
12. Wa-jehi
Jakob leefde zeventien jaar in het land Egypte (Gen. 47:28-50:26).
Sjemot (Exodus)
13. Sjemot
En dit zijn de namen van de zonen van Israël die naar Egypte waren gekomen (Ex. 1:1-6:1).
14. Wa-’era
Ik ben aan Abraham, Isaak en Jakob verschenen als God, de Ontzagwekkende, maar mijn naam (tetragrammaton) heb ik niet aan hen bekendgemaakt (6:3) (Ex. 6:2-9:99).
15. Bo
De Eeuwige zei tegen Mozes Kom naar de farao’ (Ex. 10:1-13:16).
16. Be-sjallach
Toen de farao het volk liet vertrekken, voerde God hen niet langs de weg die door het gebied van de Filistijnen loopt (Ex. 13:17-17:16).
17. Jitro
Jitro, Mozes’ schoonvader, een priester in Midjan, hoorde wat God voor Mozes en voor zijn volk Israël had gedaan (Ex. 18:1-20:23).
18. Misjpâtiem
Dit zijn de rechtsregels die je hun voor zult houden (Ex. 21:1-24:18).
19. Teroemâh
Vraag de Israëlieten heffingen voor mij te nemen (Ex. 25:1-27:19).
20. Tetsawwèh
Draag de Israëlieten op om je voor de permanente verlichting zuivere olijfolie te brengen (Ex. 27:20-30:10).
21. Ki tissâ
Als je onder de Israëlieten een telling houdt (30:12) (Ex. 30:11-34:35).
22. Wa-jaqhel
Mozes riep de hele gemeenschap van Israël bijeen (Ex. 35:1-38:20).
23. Peqoedei
Hier volgt een berekening van de hoeveelheden materiaal die voor de tabernakel gebruikt werden (Ex. 38:21-40:38).
Wa-jiqrâ (Leviticus)
24. Wa-jiqrâ
De Eeuwige riep Mozes en sprak vanuit de tent der samenkomst (Lev. 1:1-5:26).
25. Tsav
Gebied Aäron en zijn zonen als volgt (6:2) (Lev. 6:1-8:36).
26. Sjemini
Op de achtste dag riep Mozes Aäron en zijn zonen (Lev. 9:1-11:47).
27. Tazria‘
Wanneer een vrouw een kind baart (12:2) (Lev. 12:1-13:59).
28. Metsorâh
Dit zijn de voorschriften voor de melaatse op de dag van zijn reiniging (14:2) (Lev. 14:1-15:33).
29. Acharei mot
Na de dood van de twee zonen van Aäron (Lev. 16:1-18:30).
30. Qedosjiem
Weest heilig, want ik, de Eeuwige, jullie God, ben heilig (19:2) (Lev. 19:1-20:27).
31. ’Èmor
Zeg tegen de priesters, de zonen van Aäron (21:2) (Lev. 21:1-24:23).
32. Be-har
De Eeuwige sprak als volgt tot Mozes, op de berg Sinaï (Lev. 25:1-26:2).
33. Be-choeqqotai
Als jullie acht slaan op mijn bepalingen (Lev. 26:3-27:34).
Be-midbar (Numeri)
34. Be-midbar
En op de eerste dag van de tweede maand, in het tweede jaar na hun uittocht uit Egypte, sprak de Eeuwige tot Mozes in de woestijn Sinai, in de tent der samenkomst (Num. 1:1-4:20).
35. Nâso
Tel ook de Gersonieten, per familie en per geslacht (4:22) (Num. 4:21-7:89).
36. Be-ha‘alotkhâ
Zeg tegen Aäron dat hij de lampen zo op de standaard zet dat het licht van alle zeven lampen naar voren valt (8:2) (Num. 8:1-12:16).
37. Sjelach lekhâ,
Stuur voor je uit een aantal mannen om Kanaän, het land dat ik de Israëlieten geven zal, te verkennen (13:2) (Num. 13:1-15:41).
38. Qorach
De Leviet Korach, de zoon van Jitshar, de zoon van Kehat, en de Rubenieten Datan en Abiram, de zonen van Eliab, en On, de zoon van Pelet, kwamen tegen Mozes in opstand (Num. 16:1-18:32).
39. Choeqqat
Dit is een wet van de eeuwige Thora die de Eeuwige heeft ingesteld (19:2) (Num. 19:1-22:1).
40. Bâlâq
Balak, de zoon van Tsippor, zag wat Israël de Amorieten had aangedaan (Num. 22:2-25:9).
41. Pinchâs
Dankzij Pinchas, de zoon van Eleazar, de zoon van de priester Aäron, heb ik mijn woede tegen de kinderen Israëls laten varen (25:11) (Num. 25:10-30:1).
42. Mattot
Mozes zei tegen de stamhoofden van de kinderen Israëls (Num. 30:2-32:42).
43. Mas‘ei
Dit zijn de tochten die de kinderen Israëls gemaakt hebben (Num. 33:1-36:13).
Dewariem (Deuteronomium)
44. Dewariem
Dit zijn de woorden die Mozes tot heel Israël heeft gesproken (Deut. 1:1-3:22)
45. Wâ-etchannan
En ik heb de Eeuwige gesmeekt (Deut. 3:23-7:11).
46. Êqèv
Wanneer u gehoorzaamt aan deze voorschriften (Deut. 7:12-11:25).
47. Re’eh
Zie, heden leg ik u voor zegen en vloek (Deut. 11:26-16:17).
48. Sjofetiem
Stel in alle poorten die de Eeuwige, uw God, u in uw stammen zal geven, rechters en beambten aan (Deut. 16:18-21:9).
49. Ki tetse
Als u ten strijde trekt tegen uw vijanden (Deut. 21:10-25:19).
50. Ki tâwo
Als u het land zult binnengaan dat de Eeuwige, uw God, u als erfgoed zal geven (Deut. 26:1-29:8).
51. Nitsâwiem
Hier bent u allen nu bijeen, ten overstaan van de Eeuwige, uw God (Deut. 29:9-30:20).
52. Wa-jelèkh
Hierna ging Mozes en sprak deze woorden tot geheel Israël (Deut. 31:1-30).
53. Ha’azinoe
Neigt het oor, hemelen, nu ik ga spreken, | Luister, aarde, naar wat ik zeggen zal (Deut. 32:1-52).
54. Ha-berâkhâh
En dit is de zegen die Mozes, de man Gods, uitsprak over de kinderen Israëls, voor hij stierf (Deut. 33:1-34:12)
Uitleg en achtergrond informatie op Wikipedia (Engels)
Genesis
Parashat Bereshit (Genesis 1:1-6:8):
Seven days:1:1-5 {P} 1:6-8 {P} 1:9-13 {P} 1:14-19 {P} 1:20-23 {P} 1:25-31 {P} 2:1-3
{P} 2:4-3:15 {S} 3:16 {S} 3:17-21 {P} 3:22-24 {P} 4:1-26
From Adam to Noah: {S} 5:1-5 {S} 5:6-8 {S} 5:9-11 {S} 5:12-14 {S} 5:15-17 {S} 5:18-20 {S} 5:21-24 {S} 5:25-27 {S} 5:28-31 {S} 5:32;6:1-4
{P} 6:5-8
Parashat Noach (Genesis 6:9-11:32):
{P} 6:9-12 {S} 6:13-22;7:1-24;8:1-14 {S} 8:15-22;9:1-7 {S} 9:8-17 {P} 9:18-29 {P} 10:1-14 {S} 10:15-20 {S} 10:21-32 {P} 11:1-9
From Noah to Abraham: {P} 11:10-11 {S} 11:12-13 {S} 11:14-15 {S} 11:16-17 {S} 11:18-19 {S} 11:20-21 {S} 11:22-23 {S} 11:24-25 {S} 11:26-32
Parashat Lekh Lekha (Genesis 12:1-17:27):
{P} 12:1-9 {P} 12:10-20;13:1-18 {P} 14:1-24 {P} 15:1-21 {S} 16:1-16 {S} 17:1-14 {S} 17:15-27
Parashat Vayera (Genesis 18:1-22:24):
{P} 18:1-33;19:1-38 {S} 20:1-18 {S} 21:1-21 {P} 21:22-34 {P} 22:1-19 {P} 22:20-24
Parashat Chayyei Sarah (Genesis 23:1-25:18):
{P} 23:1-20 {S} 24:1-67 (Eliezer & Rebeccah) {P} 25:1-11 {P} 25:12-18
Parashat Toledot (Genesis 25:19-28:9):
{P} 25:19-34 {P} 26:1-33 {S} 26:34-35 {S} 27:1-46;28:1-9 (blessings of Isaac & Jacob; see image)
Parashat Vayetzei (Genesis 28:10-32:3):
{S} 28:10-22;29:1-35;30:1-43;31:1-54;32:1-3 (Jacob in Haran)
Parashat Vayishlach (Genesis 32:4-36:43):
{P} 32:4-33;33:1-17 {S} 33:18-20 {S} 34:1-31 {P} 35:1-8 {P} 35:9-22a {P} 33:22b-29 {P} 36:1-19 {S} 36:20-43
Parashat Vayeshev (Genesis 37-40):
{P} 37:1-36 {P} 38:1-30 {S} 39:1-23 {P} 40:1-23
Parashat Miketz (Genesis 41:1-44:17):
{P} 41:1-57;42:1-38;43:1-34;44:1-17 (Joseph in Egypt)
Parashat Vayigash (Genesis 44:18-47:27) and Parashat Vayechi (Genesis 47:28-50:26):[20]
{S} 44:18-34;45:1-28;46:1-7 (Reconciliation) {S} 46:8-27 {S} 46:28-34;47:1-31[20] {P} 48:1-22
Jacob's blessings: {P} 49:1-4 {P} 49:5-7 {P} 49:8-12 {P} 49:13 {P} 49:14-15 {S} 49:16-18 {S} 49:19 {S} 49:20 {S} 49:21 {S} 49:22-26 {P} 49:27-33;50:1-26
Leningrad Codex: {P} 5:1 {S} 5:3 {P} 5:21 {P} 5:25 {P} 5:28 {S} 7:1 {S} 12:1 {S} 23:1 {S} 25:12 {S} 26:1 {S} 40:1 {P} 46:28 {S} 49:8 {S} 49:14 {-} 49:19
Exodus
Parashat Shemot (Exodus 1:1-6:1):
1:1-7 {P} 1:8-22 {P} 2:1-22 {P} 2:23-25 {S} 3:1-22;4:1-17 {P} 4:18-26 {P} 4:27-31;5:1-23;6:1
Parashat Va'era (Exodus 6:2-9:35):
{S} 6:2-9 {P} 6:9-12 {P} 6:13 {S} 6:14-28 {S} 6:29-30 {P} 7:1-7 {P} 7:8-13 {S} 7:14-18 {S} 7:19-25 {P} 7:26-29;8:1-11 {S} 8:12-15 {S} 8:16-28 {P} 9:1-7 {P} 9:8-12 {S} 9:13-21 {P} 9:22-35
Parashat Bo (Exodus 10:1-13:16):
{P} 10:1-11 {S} 10:12-20 {P} 10:21-29 {P} 11:1-3 {S} 11:4-8 {S} 11:9-10 {S} 12:1-20 {P} 12:21-28 {S} 12:29-36 {P} 12:37-42 {P} 12:43-50 {S} 12:51 {P} 13:1-10 {P} 13:11-16
Parashat Beshallach (Exodus 13:17-17:16):
{S} 13:17-22 {P} 14:1-14 {P} 14:15-25 {P} 14:26-31
{P} 15:20-26 {S} 15:27;16:1-3 {S} 16:4-10 {P} 16:11-27 {S} 16:28-36 {P} 17:1-7 {P} 17:8-13 {P} 17:14-16
Parashat Yitro (Exodus 18:1-20:23):
{P} 18:1-27 {P} 19:1-24
Ten Commandments: {S} 20:1 ????? {S} 20:2-5 ???? {S} 20:6 ?? ??? {P} 20:7-10 ???? {S} 20:11 ??? {S} 20:12a ?? ???? {S} 20:12b ?? ???? {S} 20:12c ?? ???? {S} 20:12d ?? ???? {S} 20:13a ?? ???? ??? ??? {S} 20:13b[21] ?? ???? ??? ???
{P} 20:14-17 {S} 20:18-22
Parashat Mishpatim (Exodus 21:1-24:18):
Laws: {P} 21:1-6 {S} 21:7-11 {S} 21:12-13 {S} 21:14 {S} 21:15 {S} 21:16 {S} 21:17 {S} 21:18-19 {S} 21:20-21 {S} 21:22-25 {S} 21:26-27 {P} 21:28-32 {S} 21:33-34 {S} 21:35-36 {S} 21:37;22:1-3 {S} 22:4 {S} 22:5 {S} 22:6-8 {S} 22:9-12 {S} 22:13-14 {S} 22:15-16 {S} 22:17-18 {S} 22:19-23 {P} 22:24-26 {S} 22:27-30 {S} 23:1-3 {S} 23:4 {S} 23:5 {S} 23:6-19
{P} 23:20-25 {S} 23:26-33 {P} 24:1-11 {S} 24:12-18
Parashat Terumah (Exodus 25:1-27:19):
{P} 25:1-9 {S} 25;10-22 {P} 25:23-30 {P} 25:31-40 {S} 26:1-14 {P} 26:15-30 {S} 26:31-37 {S} 27:1-8 {S} 27:9-19
Parashat Tetzaveh (Exodus 27:20-30:10):
{S} 27:20-21 {S} 28:1-5 {P} 28:6-12 {S} 28:13-14 {S} 28:15-30 {S} 28:31-35 {S} 28:36-43 {S} 29:1-37 {S} 29:38-46 {P} 30:1-10
Parashat Ki Tissa (Exodus 30:11-34:35):
{P} 30:11-16 {P} 30:17-21 {P} 30:22-33 {S} 30:34-38 {S} 31:1-11 {P} 31:12-17 {S} 31:18;32:1-6 {P} 32:7-14 {P} 32:15-35 {S} 33:1-11 {P} 33:12-16 {P} 33:17-23 {S/P}[22] 34:1-26 {P} 34:27-35
Parashat Vayakhel (Exodus 35:1-38:20):
{S} 35:1-3 {P} 35:4-29 {P} 35:30-35;36:1-7 {S} 36:8-13 {P} 36:14-19 {S} 36:20-38 {P} 37:1-9 {P} 37:10-16 {P} 37:17-24 {P} 37:25-29 {S} 38:1-7 {S} 38:8 {S} 38:9-20
Parashat Pekudei (Exodus 38:21-40:38):
{S} 38:21-23 {S} 38:24-31;39:1 {P} 39:2-5 {S} 39:6-7 {P} 39:8-21 {P} 39:22-26 {S} 39:27-29 {S} 39:30-31 {S} 39:32 {P} 39:33-43 {P} 40:1-16 {S} 40:17-19 {S} 40:20-21 {S} 40:22-23 {S} 40:24-25 {S} 40:26-27 {S} 40:28-29 {S} 40:30-32 {S} 40:33 {P} 40:34-38
Variants:
Leningrad Codex: {S} 2:1 {P} 6:29 {P} 7:14 {P} 10:12 {P} 12:1 {S} 13:11 {S} 16:6 {P} 20:18 {-} 21:16 {S} 21:27 {S} 22:18 {S} 23:2 {S} 23:20 {-} 23:26 {P} 26:7 {S} 33:12 {S} 34:1[22] {S} 36:14 {P} 38:1 {-} 39:6 {-} 39:22 {P} 40:28
Leviticus
Parashat Vayikra (Leviticus 1:1-5:26):
1:1-9 {S} 1:10-13 {P} 1:14-17 {S} 2:1-3 {S} 2:4 {S} 2:5-6 {S} 2:7-13 {S} 2:14-16 {P} 3:1-5 {P} 3:6-11 {P} 3:12-17 {P} 4:1-12 {P} 4:13-21 {P} 4:22-26 {P} 4:27-31 {P} 4:32-35 {P} 5:1-10 {S} 5:11-13 {S} 5:14-16 {P} 5:17-19 {P} 5:20-26
Parashat Tzav (Leviticus 6:1-8:36):
Parashat Shemini (Leviticus 9:1-11:47):
{S} 9:1-24;10:1-7 {P} 10:8-11 {P} 10:12-20 {P} 11:1-28 {S} 11:29-38 {S} 11:39-47
Parashat Tazria (Leviticus 12:1-13:59):
{P} 12:1-8 {P} 13:1-8 {P} 13:9-17 {P} 13:18-23 {S} 13:24-28 {P} 13:29-37 {S} 13:38-39 {S} 13:40-46 {S} 13:47-59
Parashat Metzora (Leviticus 14:1-15:33):
{P} 14:1-20 {S} 14:21-32 {P} 14:33-57 {P} 15:1-15 {S} 15:16-18 {P} 15:19-24 {S} 15:25-33
Parashat Acharei Mot (Leviticus 16:1-18:30):
{P} 16:1-34 {P} 17:1-16 {P} 18:1-5
Forbidden relations: {S} 18:6 {S} 18:7 {S} 18:8 {S} 18:9 {S} 18:10 {S} 18:11 {S} 18:12 {S} 18:13 {S} 18:14 {S} 18:15 {S} 18:16 {S} 18:17-30
Parashat Kedoshim (Leviticus 19:1-20:27):
{P} 19:1-22 {P} 19:23-32 {S} 19:33-37 {P} 20:1-27
Parashat Emor (Leviticus 21:1-24:23):
{P} 21:1-9 {S} 21:10-15 {S} 21:16-24 {P} 22:1-16 {P} 22:17-25 {S} 22:26-33 {P} 23:1-3 {P} 23:4-4 {P} 23:9-14 {S} 23:15-22 {P} 23:23-25 {S} 23:26-32 {P} 23:33-44 {P} 24:1-4 {P} 24:5-9 {S} 24:10-12 {P} 24:13-23
Parashat Behar (Leviticus 25:1-26:2):
{P} 25:1-7 {S} 25:8-24 {S} 25:25-28 {S} 25:29-34 {S} 25:35-38 {S} 25:39-46 {S} 25:47-26:2
Parashat Bechukotai (Leviticus 26:3-27:34):
{P} 26:3-13 {P} 26:14-26 {S} 26:27-46 {P} 27:1-8 {S} 27:9-34
Variants:
Leningrad Codex: {P}[23] 7:22 {P}[23] 7:28 {S} 11:21 {S} 15:1 {P} 15:17 {-} 15:18 {P} 15:25 {S} 17:13 {P} 19:20 {P} 19:33 {P} 21:16 {S} 22:14 {P} 22:26 {S} 23:23 {-} 25:29 {S} 26:3 {S} 26:18 {S} 27:26
Numbers
Parashat Bemidbar (Numbers 1:1-4:20):
1:1-19 {S} 1:20-21 {P} 1:22-23 {P} 1:24-25 {P} 1:26-27 {P} 1:28-29 {P} 1:30-31 {P} 1:32-33 {P} 1:34-35 {P} 1:36-37 {P} 1:38-39 {P} 1:40-41 {P} 1:42-43 {P} 1:44-47 {P} 1:48-54 {P} 2:1-9 {S} 2:10-16 {S} 2:17 {S} 2:18-24 {S} 2:25-31 {P} 2:32-34 {P} 3:1-4 {P} 3:5-10 {P} 3:11-13 {P} 3:14-26 {S} 3:27-39 {S} 3:40-43 {P} 3:44-51 {P} 4:1-16 {P} 4:17-20
Parashat Naso (Numbers 4:21-7:89):
{P} 4:21-28 {S} 4:29-37 {S} 4:38-49 {P} 5:1-4 {P} 5:5-10 {P} 5:11-31 {P} 6:1-21 {P} 6:22-23 {S} 6:24 {S} 6:25 {S} 6:26 {S} 6:27 {S} 7:1-11 {S} 7:12-17 {P} 7:18-23 {P} 7:24-29 {P} 7:30-35 {P} 7:36-41 {P} 7:42-47 {P} 7:48-53 {P} 7:54-59 {P} 7:60-65 {P} 7:66-71 {P} 7:72-77 {P} 7:78-83 {P} 7:84-89
Parashat Beha'alotekha (Numbers 8:1-12:16):
{P} 8:1-4 {P} 8:5-22 {S} 8:23-26 {P} 9:1-8 {P} 9:9-14 {S} 9:15-23 {P} 10:1-10 {P} 10:11-28 {S} 10:29-34 {S} ? 10:35-36 ? {P} 11:1-15 {P} 11:16-22 {P} 11:23-35 {P} 12:1-3 {S} 12:4-13 {P} 12:14-16
Parashat Shelach (Numbers 13:1-15:41):
{P} 13:1-33;14:1-10 {P} 14:11-25 {P} 14:26-45 {P} 15:1-16 {P} 15:17-21 {S} 15:22-26 {S} 15:27-31 {P} 15:32-34 {S} 15:35-36 {P} 15:37-41
Parashat Korach (Numbers 16:1-18:32):
{P} 16:1-19 {S} 16:20-22 {S} 16:23-35 {S} 17:1-5 {P} 17:6-7 {S} 17:8-15 {P} 17:16-24 {P} 17:25-26 {P} 17:27-28 {S} 18:1-7 {P} 18:8-20 {S} 18:21-24 {P} 18:25-32
Parashat Chukkat (Numbers 19:1-22:1):
{P} 19:1-22 {P} 20:1-6 {P} 20:7-11 {S} 20:12-13 {S} 20:14-21 {P} 20:22-29 {S} 21:1-3 {P} 21:4-16 {S} 21:17-20 {P} 21:21-35;22:1
Parashat Balak (Numbers 22:2-25:9):
{S} 22:2-41;23:1-30;24:1-25 (Balaam & Balak) {P} 25:1-9
Parashat Pinchas (Numbers 25:10-30:1):
{P} 25:10-15 {P} 25:16-18;26:1a
Census: {P} 26:1b-11 {S} 26:12-14 {S} 26:15-18 {S} 26:19-22 {S} 26:23-25 {S} 26:26-27 {S} 26:28-32 {S} 26:33-34 {S} 26:35-37 {S} 26:38-41 {S} 26:42-43 {S} 26:44-47 {S} 26:48-51
{P} 26:52-56 {S} 26:57-65 {S} 27:1-5 {P} 27:6-11 {P} 27:12-14 {S} 27:15-23
Offerings: {P} 28:1-8 {P} 28:9-10 {P} 28:11-15 {S} 28:16-25 {S} 28:26-31 {P} 29:1-6 {S} 29:7-11
Sukkot offerings: {S} 29:12-16 {S} 29:17-19 {S} 29:20-22 {S} 29:23-25 {S} 29:26-28 {S} 29:29-31 {S} 29:32-34 {S} 29:35-39;30:1
Parashat Mattot (Numbers 30:2-32:42):
{P} 30:2-17 {P} 31:1-12 {S} 31:13-20 {S} 31:21-24 {S} 31:25-54 {P} 32:1-4 {S} 32:5-15 {S} 32:16-19 {P} 32:20-42
Parashat Masei (Numbers 33:1-36:13):
{P} 33:1-39 {S} 33:40-49 {S} 33:50-56 {P} 34:1-15 {P} 34:16-29 {P} 35:1-8 {P} 35:9-34 {P} 36:1-13
Variants:
Leningrad Codex: {P} 1:20 {S} 2:7 {-} 3:1 {S} 3:14 {-} 3:27 {S} 4:17 {P} 4:29 {P} 7:1 {P} 9:15 {S} 10:18 {S} 10:22 {S} 10:25 {S} 11:1 {P} 16:20 {P} 16:23 {P} 17:1 {-} 17:6 {P} 17:9 {S} 17:25 {S} 17:27 {S} 18:8 {S} 27:6 {S} 27:12 {P} 27:15 {S} 28:11 {P} 29:12 {P} 29:32 {P} 29:35 {P} 31:25]
Deuteronomy
Parashat Devarim (Deuteronomy 1:1-3:22):The Aleppo Codex is intact starting at Deuteronomy 28:17 (??????). Parashot from the extant parts are in bold, as are the parashot shown in the Segall photograph (image at right).
1:1-46;2:1 {S} 2:2-8a {S} 2:8b-16 ???? {S} 2:17-30 {S} 2:31-37;3:1-22
Parashat Va'etchannan (Deuteronomy 3:23-7:11):
{S} 3:23-29 {P} 4:1-24 {P} 4:25-40 {P} 4:41-49 {P} 5:1-5
Ten Commandments: {S} 5:6-9 ???? {S}5:10 ?? ??? {S} 5:11-14 ???? {S} 5:15 ???{S} 5:16a ?? ???? {S} 5:16b ??? ???? {S}5:16c ??? ???? {S} 5:16d ??? ???? {S} 5:17a ??? ???? {S} 5:17b ??? ?????
{S} 5:18-29;6:1-3 {P} 6:4-9 ??? {S} 6:10-15 {S} 6:16-18 {S} 6:19-25 {S} 7:1-11
Parashat Ekev (Deuteronomy 7:12-11:25):
{P} 7:12-16 {S} 7:17-26 {P} 8:1-18 {P} 8:19-20 {P} 9:1-29 {P} 10:1-11 {P} 10:12-22;11:1-9 {S} 11:10-12 {S} 11:13-21 {S} 11:22-25
Parashat Re'eh (Deuteronomy 11:26-16:17):
{S} 11:26-28 {S} 11:29-32;12:1-19 {S} 12:20-28 {S} 12:29-31;13:1 {P} 13:2-6 {S} 13:7-12 {S} 13:13-19 {S} 14:1-2 {S} 14:3-8 {S} 14:9-10 {S} 14:11-21 {P} 14:22-29 {S} 15:1-6 {S} 15:7-11 {S} 15:12-18 {P} 15:19-23 {P} 16:1-8 {S} 16:9-12 {P} 16:13-17
Parashat Shofetim (Deuteronomy 16:18-21:9):
{S} 16:18-20 {S} 16:21-22 {S} 17:1 {S} 17:2-7 {P} 17:8-13 {S} 17:14-20 {S} 18:1-2 {S} 18:3-5 {S} 18:6-8 {S} 18:9-22 {S} 19:1-10 {P} 19:11-13 {S} 19:14 {S} 19:15-21 {S} 20:1-9 {S} 20:10-18 {S} 20:19-20 {P} 21:1-9
Parashat Ki Tetzei (Deuteronomy 21:10-25:19):
{S} 21:10-14 {S} 21:15-17 {S} 21:18-21 {S} 21:22-23 {S} 22:1-3 {S} 22:4 {S} 22:5 {P} 22:6-7 {S} 22:8-9 {S} 22:10-11 {S} 22:12 {S} 22:13-19 {S} 22:20-21 {S} 22:22 {S} 22:23-24 {S} 22:25-27 {S} 22:28-29 {S} 23:1 {S} 23:2 {S} 23:3 {S} 23:4-7 {S} 23:8-9 {S} 23:10-15 {S} 23:16-17 {S} 23:18-19 {S} 23:20-21 {S} 23:22-24 {S} 23:25 {S} 23:26 {S} 24:1-4 {S} 24:5-6 {S} 24:7 {S} 24:8-9 {S} 24:10-13 {S} 24:14-15 {S} 24:16 {S} 24:17-18 {S} 24:19 {S} 24:20-22 {S} 25:1-4 {S} 25:5-10 {S} 25:11-12 {S} 25:13-16 {P} 25:17-19
Parashat Ki Tavo (Deuteronomy 26:1-29:8):
{P} 26:1-11 {S} 26:12-15 {S} 26:16-19 {P} 27:1-8 {S} 27:9-10 {S} 27:11-14 {S} 27:15 {S} 27:16 {S} 27:17 {S} 27:18 {S} 27:19 {S/-}[24] 27:20 {S} 27:21 {S} 27:22 {S} 27:23 {S} 27:24 {S} 27:25 {S} 27:26 {P} 28:1-14 {P} 28:15-68 {S} 28:69 {P} 29:1-8
Parashat Nitzavim (Deuteronomy 29:9-30:20):
{P} 29:9-29:28 {S} 30:1-10 {S} 30:11-14 {S} 30:15-20
Parashat Vayelekh (Deuteronomy 31:1-30):
{P} 31:1-6 {S} 31:7-13 {P} 31:14-30
Parashat Ha'azinu (Deuteronomy 32:1-52):
{P} 32:44-47 {P} 32:48-52
Parashat Vezot Haberakhah (Deuteronomy 33:1-34:12):
{P} 33:1-6 {S} 33:7 {P} 33:8-11 {S} 33:12-17 {S} 33:18-19 {S} 33:20-21 {S} 33:22-23 {S} 33:24-29{S} 34:1-12
Variants:
Leningrad Codex: {S} 7:7 {-} 13:7 {S} 16:22 {S} 18:14 {S} 19:8 {S} 19:11 {S} 22:9 {S} 22:11 {S} 23:8b ?? ???? ???? {S} 24:6 {S} 24:9 {S} 24:21 {S} 25:4 {S} 25:14 {S} 27:1 {S} 27:20 {-} 24:8 {-} 24:20 {S} 28:15 {P} 30:11 {P} 31:7 {S} 31:16 {S} 33:8