Ode aan mijn Esjet Chajiel

Naar aanleiding van Spreuken 31

Ik heb een sterke vrouw. Ze is me meer waard dan een harde edelsteen.

Ik vertrouw op haar en dat voelt goed.

Ze bestiert het huishouden goed.

Ze is zuinig en weet van een dubbeltje een kwartje te maken.

Ze zorgt ervoor dat huis en tuin er netjes bij liggen.

Ze doet boodschappen en gaat zonodig een stad verder om te krijgen wat ze nodig heeft.

Ze gaat “op tijd” naar bed. 

Ze maakt een dag- of weekprogramma voor de taken op haar landgoed, zodat alles netjes is onderhouden.

Ook haar kinderen hebben hun dagelijkse taken.

Heeft ze een naaimachine nodig om kleding te maken, of gereedschap voor de tuin, dan koopt ze dat.

Wil ze eigen groenten verbouwen, dan huurt ze een volkstuintje.

Ze is lekker fit en vol met plannen.

Ze pingelt als dat kan.

Ze is soms zo enthousiast dat ze ´s nachts wel door wil gaan.

Ze is van vroeg tot laat een bezige bij.

Ze heeft oog voor mensen die hulp nodig hebben.

Ze koopt regelmatig een daklozenkrant.

Als de verwarmingsketel het begeeft gaat ze op zoek naar een nieuwe energiezuinige.

Ze zorgt ervoor dat, als het winter wordt, wij de juiste kleding aan hebben.

Ze zorgt ervoor dat het gezellig is in huis.

Ze kleedt zich met zorg, vrouwelijk en mooi.

Door haar goede zorgen en haar leuke uitstraling, ben ik een bekende in mijn omgeving.

Ze geeft me alle ruimte.

Ik heb tijd om zaken te doen en te spreken met wijze mannen.

Zij zorgt ook voor haar eigen zakcentje.

Ze is een zelfverzekerde vrouw met veel pit. Ze laat zich niet zomaar van de wijs laat brengen.

Ze heeft plezier in het le-ven en ze is optimistisch.

Door de jaren heen, heeft ze veel ervaring opgedaan.

Ze is wijs en deelt dat met mij, met de kinderen en soms met anderen. Door haar liefdevolle toon,  luisteren en gehoorzamen ze haar.

Haar huishouden loopt op rolletjes en ze vindt het fijn om nuttig bezig te zijn.

Ze verveelt zich nooit.

Ze neemt tijd voor de kinderen, die erg gelukkig met haar zijn.

Als man ga ik ga uit m´n dak.

Ze komt helemaal tot haar recht in haar vrouw-zijn.

Ik geniet van haar bedrijvigheid en van haar innerlijke vrede en sterkte.

Ze is nuchter en aan de dikke kant, maar charme is vaak nep en een buikje en rimpels krijgen we allemaal.

Ze heeft ontzag en eerbied voor de Eeuwige en dat vind ik zeer prijzenswaardig.

Mijn wens is dat haar leven een voorbeeld is tot navolging en haar doen en laten wordt geprezen door mensen die haar kennen… 

naar Spreuken 31: 10-31

AbG