Hoe Sjabbat vieren?

Post date: 1-mrt-2010 7:58:32

Sjabbat een voorafschaduwing

Ik wens ieder die dit leest Sjabbat Sjalom: samen en ook alleen.

De Sjabbat is een voorafschaduwing van het komende Koninkrijk.

Yeshua zegt in antwoord op een vraag: Het Koninkrijk is binnen ulieden (Lk 17 21).

Dát is onze uitdaging. Steeds weer. Nu al. DOEN! Onder elkaar en ook naar onze omgeving.

Hopelijk werkt die Vrede van de Sjabbat zo aanstekelijk, dat de voorafschaduwing stap voor stap werkelijkheid wordt in onze levens.

Dan mag het Koninkrijk nu al zichtbaar worden in deze wereld.

Hoe vieren wij Sjabbat

  1. InleidingGebed voor het loslaten van de week
  2. Prelude Erew-Sjabbat (Sjabbat avond)
  3. Aansteken van de lichten/kaarsen (hadlakat Neerot)
  4. Sh’ma Yisra’el
  5. Shalom Aleichem
  6. Zegen voor de vrouw
  7. Zegen voor de man (geen onderdeel van de traditionele viering)
  8. De berachah over de kinderen (Birkat Habaniem)
  9. Het wassen van de handen. (Netielat Jadajiem)
  10. De berachah over het brood (HaMotzi)
  11. Dankzegging na de maaltijd (Birkat Hamazon)

Hoe vieren wij Sjabbat

dit bestand is ook als document te downloaden - AG 070211 Hoe vieren wij Shabbat - met teksten uit de sidd.pdf

1. Inleiding

De werkweek ligt achter ons. De voorbereidingen zijn gedaan. De tafel is gedekt, het eten is klaar. We gaan een Sjabbat-ervaring beleven.

De woestijnreis door het leven wordt even onderbroken door een korte rust in een oase, genoemd sjabbat. In deze oase denken we aan onze Schepper en doe we nieuwe kracht op om gesterkt weer verder te kunnen.

- De sjabbat is een teken (Ex 31 : 13-17 [i]):

o Evenals de regenboog het teken is tussen G´d en de aarde (tussen de mensen en alle tussen levende ziel (Gen 9 : 12, 13 [ii])

o Is de besnijdenis het teken van het verbond is wat G´d met Abraham sloot (Gen 17 : 11 [iii]) en

o Is de sjabbat het teken van de verbondssluiting op Sinaï

Ex 31 : 16-17) Dat dan de kinderen Israëls den sabbat houden, den sabbat onderhoudende in hun geslachten, tot een eeuwig verbond. Hij zal tussen Mij en tussen de kinderen Israëls een teken in eeuwigheid zijn; dewijl de EEUWIGE, in zes dagen, den hemel en de aarde gemaakt, en op den zevenden dag gerust en Zich verkwikt heeft) en

o en de doop is het teken van de besnijdenis van het hart (Rom 6 : 4 [iv] Wij zijn dan met Hem begraven, door den doop in den dood, opdat, gelijkerwijs de Messias uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzo ook wij in nieuwigheid des levens wandelen zouden)

- De sjabbat herinnert ons aan de Schepping

Zoals de Schepper de scheppingsweek afsloot met de sjabbat zo mogen wij elke werkweek afsluiten met de viering van de zevende dag

- De sjabbat is ook gegeven om stil te staan bij de uittocht uit Egypte

(Deut 5:15 Want gij zult gedenken, dat gij een dienstknecht in Egypteland geweest zijt, en dat de EEUWIGE, uw G´d, u van daar heeft uitgeleid door een sterke hand en een uitgestrekten arm; daarom heeft u de EEUWIGE, uw G´d, geboden, dat gij den sabbatdag houden zult)

- Nadat de schepping is “volbracht” heeft G´d gerust. Ook Yeshua heeft na Zijn uitroep “Het is volbracht” op de sjabbat gerust in het graf. Hij heeft gerust van Zijn verlossings-, van herscheppingswerk

- De sjabbat wijst ook naar de voleinding. De sjabbat wijst vooruit naar de grote sjabbatsrust in het rijk van de Messias

Ook wij, gelovigen uit de heidenen, mogen volgens Jes 56 : 6 en 7 meegenieten van de sjabbat. Daar staat “En de vreemden, die zich tot den HEERE voegen, om Hem te dienen, en om den Naam van de EEUWIGE lief te hebben, om Hem tot knechten te zijn; al wie den sabbat houdt, dat hij dien niet ontheilige, en die aan Mijn verbond vasthouden; Die zal Ik ook brengen tot Mijn heiligen berg, en Ik zal hen verheugen in Mijn bedehuis.

Ook wij mogen ophouden met alles wat ons gedurende de week bezig houdt, evenals G´d ophield met scheppen. We mogen gedurende de week uitzien naar de sjabbat en haar binnenhalen als een bruid. We mogen ons verheugen in de sjabbat en al iets proeven van de eeuwige sjabbatsrust; en leren ons daarop voor te bereiden. Eerst in de zevende dag gedurende het 1000 jarig vrederijk. Later gedurende de achtste dag tot in eeuwigheden.

Het is goed om het Woord van de G´d van Israël serieus te nemen en Zijn geboden niet alleen te horen maar ook te doen. Yeshua zegt inOpenbaring 22:14 Zalig zijn zij, die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij aan den boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad.

De sjabbat en het volk van G´d en de Joden zij vormen een eenheid als man en vrouw.

Het Hebreeuws is de taal van de Bijbel. Het heeft altijd deel uitgemaakt van de viering van de sjabbat.

Wij mogen het in onze eigen taal doen, en in de loop van de tijd wat Hebreeuwse woorden toevoegen als kruid en smaakmaker.

2. Gebed voor het loslaten van de week

Met een kort (kring) gebed mogen we loslaten wat ons bezig hield en ons richten op de EEUWIGE. Hem lofprijzen en dankzeggen voor wat we uit genade ontvingen. Ons richten op het komende Koninkrijk, waar niet meer gebrokenheid de regels gelden van het koninkrijk van de tegenstander heerst, maar de regels die G’d ons gaf in de Tora. Koninkrijkregels die Yeshua zo volkomen voorleefde dat Hij het Levende Woord werd genoemd.

We mogen oefenen in overgave, aan de zorg van de Eeuwige, in verwachting naar wat Hij ons op deze sjabbat, als voorafschaduwing van het Koninkrijk, wil leren.

3. Prelude Erew-Sjabbat (Sjabbat avond)

Tehiliem (Psalmen) en andere Liederen als lofprijzing op wat de Eeuwige ons deze week heeft gegeven. Met elkaar kunnen we nadenken over wat de parasha van de week ons heeft geleerd, of wat ons deze week bijzonder heeft getroffen.

Kom mijn vriend... Lecha dodi

begroeting voor Sjabbat, Shelomo Alkabets uit Safed - 16de eeuw

Lecha dodi likrat kalah, p'nei Sjabbat nekablah

Shamor v'zachor b'dibur echad,

hishmi-anu Kel hamyuchad,

Hashem echad ushmo echad,

l'shem ultiferet v'lit-hilah

Lecha dodi likrat kalah, p'nei Sjabbat nekablah

Likrat Sjabbat l'chu v'nel'chah,

ki hi m'kor hab'rachah,

merosh mikedem n'suchah,

sof ma-aseh, b'machashavah t'chilah

Lecha dodi likrat kalah, p'nei Sjabbat nekablah

Mikdash Melech ir m'luchah,

kumi tz'i mitoch hahafeichah,

rav lach shevet b'emek habacha,

v'hu yachamol alayich chemlah

Lecha dodi likrat kalah, p'nei Sjabbat nekablah

Hitna-ari me-afar kumi,

livshi bigdei tifartech ami,

al yad ben Yishai beit halachmi,

karvah el nafshi g'alah

Lecha dodi likrat kalah, p'nei Sjabbat nekablah

Hitor'ri hit-or'ri,

ki va oreych kumi ori,

uri uri shir daberi,

k'vod Hashem alayich niglah

Lecha dodi likrat kalah, p'nei Sjabbat nekablah

Lo tevoshi v'lo tikalmi,

ma tishtochachi uma tehemi,

bach yechesu aniyei ami,

v'nivntah ir al tilah

Lecha dodi likrat kalah, p'nei Sjabbat nekablah

V'ha-yu limshisah shosayich,

v'rachaku kal m'valayich,

yasis alayich Elokayich,

kimsos chatan al kalah

Lecha dodi likrat kalah, p'nei Sjabbat nekablah

Yamin usmol tifrotzi,

v'et Hashem ta-aritzi,

al yad ish ben Partzi,

v'nismchah v'nagilah

Lecha dodi likrat kalah, p'nei Sjabbat nekablah

Bo-i v'shalom ateret ba'lah,

gam b'simchah uvtzahalah,

toch emuney am s'gulah,

b'o-i chalah, b'o-i chalah

Lecha dodi likrat kalah, p'nei Sjabbat nekablah

Uit het Siach Jitschok, vertaald door Jitschok Dasberg

Kom mijn vriend, de bruid tegemoet,

Brengen wij de Sjabbat onze welkomstgroet.

Houd je aan de Sjabbat en denk steeds aan de Sjabbat,

Liet de enige God ons horen in één klank

De Eeuwige die Eén is en wiens Naam Eén is,

Hem tot roem, lof en sieraad.

Kom mijn vriend, de bruid tegemoet,

Brengen wij de Sjabbat onze welkomstgroet.

Kom, laten wij de Sjabbat tegemoet treden,

Want zij is de bron van zegen.

Van het prilste begin tot vorstin gewijd,

Sluitstuk van het scheppingswerk,

maar eerste in het scheppingsplan.

Kom mijn vriend, de bruid tegemoet,

Brengen wij de Sjabbat onze welkomstgroet.

Koninklijk heiligdom, stad van het koningschap

Sta op, naar buiten, weg uit de ruïne.

Lang genoeg zag U in het tranendal,

Maar Hij, Hij zal zich over u ontfermen.

Kom mijn vriend, de bruid tegemoet,

Brengen wij de Sjabbat onze welkomstgroet.

Schud het stof van u af, sta op

Trek uw praalgewaad aan, mijn volk.

Wees door middel van de zoon van Jishai die uit Bethlechem stamt,

Mijn ziel nabij en verlos haar.

Kom mijn vriend, de bruid tegemoet,

Brengen wij de Sjabbat onze welkomstgroet.

Wordt wakker, wordt wakker,

want Uw licht is gekomen. Sta op en geeft licht!

Ontwaak, ontwaak, zing een lied,

de majesteit van de Eeuwige heeft zich voor u kenbaar gemaakt.

Kom mijn vriend, de bruid tegemoet,

Brengen wij de Sjabbat onze welkomstgroet.

Schaamt u niet en bloos maar niet.

Waarom bedrukt zijn, waarom onrustig?

Op u vertrouwen de armen van mijn volk:

De stad wordt weer op haar puinhopen herbouwd.

Kom mijn vriend, de bruid tegemoet,

Brengen wij de Sjabbat onze welkomstgroet.

Die u geplunderd hebben worden zelf buit,

Allen die u wilden verdelgen zijn ver weg.

Even blij zal uw God om u zijn

Als de bruidegom om zijn bruid.

Kom mijn vriend, de bruid tegemoet,

Brengen wij de Sjabbat onze welkomstgroet.

Naar rechts en naar links zult u zich uitbreiden

Maar voor de Eeuwige blijft u ontzag hebben.

Door degene die van Perets afstamt

Zullen wij verheugd zijn, en zeer blij.

Kom mijn vriend, de bruid tegemoet,

Brengen wij de Sjabbat onze welkomstgroet.

Kom in vrede, kroon van uw echtvriend!

Ja, in vreugde en blijdschap

Temidden van de getrouwen van Gods eigen volk.

Kom bruid! Kom bruid!

Kom mijn vriend, de bruid tegemoet,

Brengen wij de Sjabbat onze welkomstgroet.

4. Aansteken van de lichten/kaarsen (hadlakat Neerot)

Omdat Yeshua leefde naar al de geboden, steken we de kaarsen aan voordat de sjabbat begint. De vrouw en/of dochter(s) van het huis steken de kaarsen aan. Door de vrouw omdat door de vrouw Hét Licht der wereld, Yeshua op aarde is gekomen. Twee kaarsen als herinnering aan: de opdracht om de sjabbat te gedenken (= zachor = en ook mannelijk) en onderhouden (meer vrouwelijk) in de 10 woorden (resp. in Shemot/Exodus en Dewariem/Deuteronomium); de beth als eerste letter van de Tora (בְ = 2) de overgang van het onzienlijke en zienlijke; twee als scheiding tussen de gewone dagen van de week en de sjabbat.

Hoewel dit gebod niet letterlijk in de Tora staat is het in veel opzichten het symbool van de sjabbat geworden.

De berachah over de kaarsen: (ogen bedekken)

Baruch Ata, Adonai, Eloheinu, Melech haOlam, asher qid’shanu bedamo shel Yeshua, vetzivanu lehiyot or leGoyim

Geprezen bent U, EEUWIGE onze G’d, Koning van de wereld, U die ons heeft geheiligd door uw geboden en die ons heeft opgedragen om een licht te zijn voor de volkenMatityahu 5:14-16.

Shabat shalom, shabat shalom,

Shabat, shabat, shabat

Shabat shalom!

5. Shalom Aleichem

Traditionele Joodse mannen gaan op vrijdagavond eerst naar de sjoel. Als zij thuiskomen worden met het lied ,kyli ,vl> Shalom Aleichem de engelen begroet, die volgens een oude overlevering de gelovigen op Shabat begeleiden van het begin tot het einde. In dit prachtige lied worden deze engelen voor de huiselijke viering welkom geheten, vraagt men hun zegen en geeft men hen een vredesgroet:

Shalom aleichem

mal’achei haSharet,

mal’achei Elyon,

miMelech mal’chei haM’lachim,

haQadosh baruch Hu!

Bo’achem leShalom

mal’achei haShalom,

mal’achei Elyon,

miMelech mal’chei haM’lachim,

haQadosh baruch Hu!

Barchuni leShalom

mal’achei haShalom,

mal’achei Elyon,

miMelech mal’chei haM’lachim,

haQadosh baruch Hu!

Tzetchem leShalom

mal’achei haShalom,

mal’achei Elyon,

miMelech mal’chei haM’lachim,

haQadosh baruch Hu!

Vrede zij u,

dienende engelen,

boodschappers van de Allerhoogste,

van de verheven Koning der koningen,

de Heilige, gezegend zij Hij!

Kom in vrede,

boodschappers van vrede,

boodschappers van de Allerhoogste,

van de verheven Koning der koningen,

de Heilige, gezegend zij Hij!

Zegen mij met vrede,

boodschappers van vrede,

boodschappers van de Allerhoogste,

van de verheven Koning der koningen,

de Heilige, gezegend zij Hij!

Moge u vertrekken in vrede,

boodschappers van vrede,

boodschappers van de Allerhoogste,

van de verheven Koning der koningen,

de Heilige, gezegend zij Hij!

Het lied wordt afgesloten met twee psalmverzen, die het motief van het lied aangeven:

.!ykrd9lkb !rm>l !l9hvjy vykalm yk

Want Hij zal aangaande u Zijn engelen gebieden, dat zij u behoeden op al uw wegen! (,ylht Tehilim [Psalmen] 91:11)

.,lvi9div htim !avbv !taj9rm>y hvhy

Moge de HEERE waken over uw vertrek en aankomst, van nu tot in eeuwigheid!

(,ylht Tehilim [Psalmen] 121:8).

6. Zegening van de vrouw:

Het hart van dit huis is de vrouw, moeder van mijn kinderen, ik wil dit moment gebruiken om haar te zegenen en om de kinderen te leren wat de waarde is van een G´dvrezende vrouw.

Spreuken 31 : 10-31 אֵשֶׁת־חַיִל מִי יִמְצָא וְרָחֹק מִפְּנִינִים מִכְרָהּ

a Wie zal een deugdelijke huisvrouw vinden? Want haar waardij is verre boven de robijnen.

b Het hart van haar man vertrouwt op haar, zodat hem geen goed zal ontbreken.

g Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen haars levens.

d Zij zoekt wol en vlas, en werkt met lust harer handen.

h Zij is als de schepen eens koopmans; zij doet haar brood van verre komen.

v En zij staat op, als het nog nacht is, en geeft haar huis spijze, en haar dienstmaagden het bescheiden deel.

z Zij denkt om een akker, en krijgt hem; van de vrucht harer handen plant zij een wijngaard.

x Zij gordt haar lenden met kracht, en zij versterkt haar armen.

u Zij smaakt, dat haar koophandel goed is; haar lamp gaat des nachts niet uit.

y Zij steekt haar handen uit naar de spil, en haar handpalmen vatten den spinrok.

k Zij breidt haar handpalm uit tot den ellendige; en zij steekt haar handen uit tot den nooddruftige.

l Zij vreest voor haar huis niet vanwege de sneeuw; want haar ganse huis is met dubbele klederen gekleed.

m Zij maakt voor zich tapijtsieraad; haar kleding is fijn linnen en purper.

N Haar man is bekend in de poorten, als hij zit met de oudsten des lands.

C Zij maakt fijn lijnwaad en verkoopt het; en zij levert den koopman gordelen.

i Sterkte en heerlijkheid zijn haar kleding; en zij lacht over den nakomenden dag.

P Zij doet haar mond open met wijsheid; en op haar tong is leer der goeddadigheid.

j Zij beschouwt de gangen van haar huis; en het brood der luiheid eet zij niet.

q Haar kinderen staan op, en roemen haar welgelukzalig; ook haar man, en hij prijst haar, zeggende:

r Vele dochteren hebben deugdelijke gehandeld; maar gij gaat die allen te boven.

> De bevalligheid is bedrog, en de schoonheid ijdelheid; maar een vrouw, die den EEUWIGE vreest, die zal geprezen worden.

t Geef haar van de vrucht harer handen, en laat haar werken haar prijzen in de poorten.

7. Zegen voor de man (geen onderdeel van de traditionele viering)

en/of

Psalm 1

1 Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters;

2 Maar zijn lust is in des HEEREN wet, en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht.

3 Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, en welks blad niet afvalt; en al wat hij doet, zal wel gelukken.

4 Alzo zijn de goddelozen niet, maar als het kaf, dat de wind henendrijft.

5 Daarom zullen de goddelozen niet bestaan in het gericht, noch de zondaars in de vergadering der rechtvaardigen.

6 Want de HEERE kent den weg der rechtvaardigen; maar de weg der goddelozen zal vergaan.

Psalm 112

1 Hallelujah! Aleph. Welgelukzalig is de man, die den HEERE vreest; Beth. die groten lust heeft in Zijn geboden.

2 Gimel. Zijn zaad zal geweldig zijn op aarde; Daleth. het geslacht der oprechten zal gezegend worden.

3 He. In zijn huis zal have en rijkdom wezen; Vau. en zijn gerechtigheid bestaat in eeuwigheid.

4 Zain. Den oprechten gaat het licht op in de duisternis; Cheth. Hij is genadig, en barmhartig, en rechtvaardig.

5 Teth. Wel dien man, die zich ontfermt en uitleent; Jod. hij beschikt zijn zaken met recht.

6 Caph. Zekerlijk, hij zal in der eeuwigheid niet wankelen; Lamed. de rechtvaardige zal in eeuwige gedachtenis zijn.

7 Mem. Hij zal voor geen kwaad gerucht vrezen; Nun. zijn hart is vast, betrouwende op den HEERE.

8 Samech. Zijn hart, wel ondersteund zijnde, zal niet vrezen; Ain. totdat hij op zijn wederpartijen zie.

9 Pe. Hij strooit uit, hij geeft den nooddruftige; Tsade. zijn gerechtigheid bestaat in eeuwigheid; Koph. zijn hoorn zal verhoogd worden in eer.

10 Resch. De goddeloze zal het zien, en hij zal zich vertoornen; Schin. hij zal met zijn tanden knersen en smelten. Thau. de wens der goddelozen zal vergaan.

8 De berachah over de kinderen (Birkat Habaniem).

Een belangrijk onderdeel van de Shabatviering op vrijdagavond, volgend op het zegenen van de vrouw door middel van het lezen van Spreuken 31 en van de man door het lezen van psalm 1 en/of 112, is ,ynbh9tkrb Birkat haBanim, het zegenen van de kinderen onder handoplegging. Er zijn drie zegeningen, één in het bijzonder voor de zonen, één voor de dochters en vervolgens ,ynhvk9tkrb Birkat Kohanim, de traditionele priesterzegen van Aharon (rbdmb Bamidbar [Numeri] 6:24), die uitgesproken wordt over alle kinderen alsook over hun moeder.

Over de jongens:

Yesimcha Elohim k’Efrayim vechi Menashe!

.h>nmkv ,yrpak ,yhla ;m>y

Moge G’d je doen zijn als Efraïm en als Manasse!

Over de meisjes:

Yesimech Elohim k’Sara, Riv’qa, Rachel v’Lea!

.halv lxr hqbr hr>k ,yhla ;m>y

Moge G’d je doen zijn als Sara, Rebekka, Rachel en Lea!

De zegenspreuken voor de vrouw en de kinderen worden gevolgd door de priesterzegen:

Yevarechecha Adonai veYish’merecha. .;rm>yv yy ;krby

Ya’er Adonai panav eleicha vichunecha. .;nxyv ;yla vynp yy ray

Yisa Adonai panav eleicha veYasem lecha Shalom!

.,vl> ;l ,>yv ;yla vynp yy a>y

Moge de Eeuwige jullie zegenen en beschermen.

Moge het aangezicht van de Eeuwige

jullie gezicht verlichten en jullie genadig zijn.

Moge de Eeuwige Zijn blik op jullie gericht houden

en jullie geven Zijn Shalom

Num 6 :24 - 27 De HEERE zegene u, en behoede u!

De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten, en zij u genadig!

De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u, en geve u vrede!

(rbdmb Bamidbar [Numeri] 6:25)

Het zegenen van de kinderen is voor hun geestelijke en lichamelijke gezondheid.

Nu kan tb> gnvi Oneg Shabat (de vreugde van de Shabat) beginnen: Het feestmaal! De vrouw des huizes heeft immers vóór het aanbreken van de Shabat reeds de tafel feestelijk gedekt, waarop o.a. de twee kandelaars, twee Challes (tvlx Chalot = Shabat-broden), ook wel Barches (van het Hebreeuwse woord tvkrb B’rachot = zegeningen) genaamd in een zilveren schaal met het Shabat-kleed erover, de Qidush-beker met wijn, borden een kommetje met zout en een schoteltje met water voor het rituele wassen van de handen.

9. Kiddush (de zegen over de wijn).

De kiddush (heiliging, heiligheid) is het gebed dat uitgesproken wordt over een beker wijn.

Het is een gedeelte uit de Thora, de dankzegging over de wijn en een dankzegging over de sjabbat

De beker wijn wordt geheven (in de rechterhand).

De berachah over de wijn.

zacht: Vayehi erev vayehi voqer, - luid: yom haShishi!

Vayechulu haShamayim vehaAretz vechol tzeva’am. Vayechol Elohim baYom haShevi’i melachto asher asa. Vayish’bot baYom haShevi’i mikol melach’to asher asa. Vayevarech Elohim et yom haShevi’i vayeqadesh oto, ki vo shavat mikol melachto, asher bara Elohim laAsot.

zacht: Toen was het avond geweest en het was morgen geweest:

luid: de zesde dag!

Alzo werden voltooid de hemel en de aarde en al hun heer. Toen G’d op de zevende dag het werk voltooid had, dat Hij gemaakt had, rustte Hij op de zevende dag van al het werk, dat Hij gemaakt had. En G’d zegende de zevende dag en heiligde die, omdat Hij daarop gerust heeft van al het werk, dat G’d scheppende tot stand had gebracht (Gen 2:1-3).

zacht: Het werd avond en het werd ochtend,

luid: de zesde dag.

Voltooid waren de hemelen en de aarde en al wat daarbij hoorde. Op de zevende dag had G’d Zijn werk dat Hij gemaakt had, voltooid en Hij hield de zevende dag op met al het werk dat Hij gemaakt had.

G’d zegende de zevende dag en maakte hem tot iets bijzonders, omdat G’d toen was opgehouden met al Zijn werk dat Hij als Schepper gemaakt had.

Hij heft de Qidush-beker op en bidt:

Baruch Ata Adonai, Eloheinu, Melech haOlam, bo pri haGafen!

Geprezen bent U, EEUWIGE, onze G’d, Koning van de wereld, Schepper van de vrucht van de wijnstok!

Dan drinkt hij daaruit, reikt de beker aan de overige tafelgenoten en bidt daarna:

Baruch Ata, Adonai, Eloheinu, Melech haOlam, asher qid’shanu beMitswotav, (b’damo shel Yeshua) veratza vanu, veShabat qod’sho be’ahava uv’ratzon hin’chilanu, zikaron lema’ase bereshit. Ki hu yom techila lemiq’ra’ei qodesh, zecher litziyat Mitz’rayim. Ki vanu vachar’ta, ve’otanu qidash’ta mikol haAmim, v’Shabat qod’shecha be’ahavauv’ratzon hin’chal’tanu.

Gezegend zijt Gij, Eeuwige, onze G’d, Koning van de wereld, die ons heeft geheiligd door uw geboden en vreugde in ons heeft en die uit liefde en als gunst aan ons Uw heilige Shabat heeft gegeven tot een erfelijk bezit, als een gedenkteken aan het scheppingswerk. Deze dag is de eerste der heilige feesten, die van het begin af een oproep tot bijzondere wijding was, die de uittocht uit Egypte in herinnering roept. Het volk Israël hebt Gij uitverkoren en apart gezet van alle volken, en Uw heilige Shabat hebt Gij uw volk in liefde en welgevallen als een erfenis gegeven.

Hij sluit af met de woorden: Baruch Ata Adonai meqadesh haShabat!

Geprezen bent U, Eeuwige, die de Sjabbat een bijzonder wijzing geeft!

10. Het wassen van de handen. (Netielat Jadajiem)

Het wassen van de handen is een algemeen gebruik in het Jodendom.

Ook Yeshua waarschuwde niet tegen de tradities. In Mat 23: 2-3 zegt Hij tegen het volk en de discipelen: “De Schriftgeleerden en de Farizeen zijn gezeten op den stoel van Mozes;(SV)” “Alles dan, wat zij u ook zeggen, doet dat en onderhoudt dat, maar doet niet naar hun werken, want zij zeggen het wel, maar doen het niet.(NBG)”.

Yeshua zegt dus: Doe wat ze zeggen, maar doe het van harte.

Tradities zijn bedoeld om de Eeuwige beter te leren kennen.

Omdat onze handen gedurende de week vuil zijn geworden, wassen we het vuil van de week ervan af. Ook wij hebben gedurende de week dingen gedaan die niet goed waren. Het is niet voldoende om alleen onze handen te wassen. Onze zonden bevuilen ons van binnen en buiten. Het was nodig dat de EEUWIGE zelf in Zijn Zoon Yeshua naar de aarde kwam. Onze zonden heeft Hij op Zich genomen. Daardoor was Hij de dood schuldig (Gal 3:10[v]). Omdat Hij alle geboden van de Tora volkomen heeft gehouden heeft Hij leven verworven (Gal 3:12[vi]). Als we het offer wat Hij heeft gebracht nodig hebben voor de verzoening van onze zonden, mogen we deel krijgen aan de dood en opstanding van de Messias. Ik leef dan niet meer, maar Yeshua HaMashiach. Zo mogen we sterven eer we sterven opdat we niet sterven als we sterven.

Hoewel Yeshua zelf dit gebruik uitvoerde, berispte Hij de Joodse leiders voor hun strenge wettische houding, als de discipelen met ongewassen handen eten. Matt 15. De praktijken en regels die de leiders rond de Tora hadden gemaakt om het zondigen tegen de geboden te voorkomen hadden zich in de tijd van Yeshua zo opgestapeld, dat het een en ander een zware last was geworden. Toch heeft ook Yeshua Zelf dit gebruik van het handen wassen uitgevoerd en ging daarbij zelfs zover dat Hij de voeten van de discipelen waste tijdens Zijn laatste Pesach Seider (de Pesachmaaltijd).

Ps 24 : 3-5 Wie zal klimmen op den berg van de HEERE, en wie zal staan in de plaats Zijner heiligheid? Die rein van handen, en zuiver van hart is, die zijn ziel niet opheft tot ijdelheid, en die niet bedriegelijk zweert; Die zal den zegen ontvangen van den HEERE, en gerechtigheid van den G´d zijns heils.

Baroech Atta Adonai Ellohenoe Mèlèch ha’olaam, asjèr kiedsjanoe bemietswotaw al netielat jadajiem.

Gezegend bent u, Eeuwige onze G´d, Koning der wereld, U die ons door Uw geboden heeft geheiligd en die het wassen van de handen opgedragen hebt.

Wij zeggen daarna: Ik was mijn handen als teken dat ik rein wil zijn voor U.

11. De berachah over het brood (HaMotzi)

Er zijn twee broden ‘Challot’ zij herinneren aan de dubbele portie manna, die de Israëlieten voor de sjabbat in de woestijn ontvingen. Zij zijn bedekt met een kleedje, wat is als de dauw die het manna bedekte.

Elk stukje brood wordt in zout gedoopt en uitgedeeld.

Het zout herinnert ons aan zout, dat diende als ondertekening van het verbond.

Als we de smaak ervan proeven komt in onze gedachten dat Yeshua heeft gezegd:

“Ik ben het brood dat uit de hemel is nedergedaald (Joh 6:41). Tot zijn discipelen zei Hij: “Gij zijt het zout der aarde”.

Baruch Ata, Adonai, Eloheinu, Melech haOlam, haMotzi chèm min haAretz, vetzivanu lehiyot melach haAretz!

Gezegend zijt Gij, Eeuwige, onze G’d, Koning van de wereld, die het brood uit de aarde voortbrengt en die ons (in Zijn Zoon Yeshua) heeft opgedragen om het zout der aarde te zijn!

(vhyttm Matityahu [Mathéüs] 5:13, Marcus 9:49-50, Lucas 14:34-35)

Sjabbat Sjalom.

De liturgie kan worden afgewisseld met het zingen van liederen, het lezen van Bijbel gedeelten of gedeelten uit de Siddoer

12. Dankzegging na de maaltijd (Birkat Hamazon)

Baroech Atta, Adonai Ellohenoe, lèch ha’olaam, hazzan èt ha’olaam koelo, betoewoo, bechèn, bechèsèd oewerachamiem.

Hoe notèn chèm lechol basar; Kie le’olaam chasdo.

“Geprezen bent U, Eeuwige onze G’d, Koning van de wereld/voor eeuwig, Die de gehele wereld voedt met goedheid, met liefde, vriendelijkheid en genade. U, die voedsel geeft aan alle mensen, omdat Uw goedheid voor eeuwig is”.

Harachaman Hoe janchielenoe jom jsèkoelo sjabbat oemenoecha lachajee ha’olamiem.

“Moge de genadige G’d ons de sjabbat doen beërven in de komende wereld, die een volmaakte rustdag voor eeuwig zal zijn”.

13. Sh’ma Yisra’el - שְׁמַע יִשְׂרָאֵל

Voor het slapen gaan wordt de avond afgesloten met het Sh’ma Jisraël.

Zo wordt ook de volgende dag begonnen. Deut 6:4-9

Luid Sh’ma Yisra’el: Adonai Eloheinu, Adonai Echad! :שְׁמַע יִשְׂרָאֵל יי אֱלֹהֵינוּ יי אֶחָד

Zacht Baruch Shem kevod Mal’chuto le’olam va’ed!

Hoor Israël: de EEUWIGE is onze G’d, de EEUWIGE is ÉÉN!

Geprezen zij de Naam van Zijn Koninklijke Majesteit, voor in alle eeuwigheid!

Luid:

Ve’ahav’ta et Adonai Eloheicha bechol levav’cha oevechol naf’shecha oevechol me’odecha.

Vehajoe haDevarim haEle, asher anochi metzav’cha haYom, al levavecha.

VeShinan’tam levaneicha, vedibarta bam, beShiv’techa beVeitecha, oevelech’techa baDerech oeveShach’becha oeveKumecha.

Uq’shar’tam leot al-yadecha, vehayu letotafot bein einecha.

Uch’tav’tam al-mezuzot beitecha oevish’areicha.

וְאָהַבְתָּ אֵת יי אֱלֹהֶיךָ בְּכָל־לְבָבְךָ וּבְכָל־נַפְשְׁךָ וּבְכָל־מְאֹדֶךָ:

וְהָיוּ הַדְּבָרִים הָאֵלֶּה אֲשֶׁר אָנֹכִי מְצַוְּךָ הַיּוֹם עַל־לְבָבֶךָ:

וְשִׁנַּנְתָּם לְבָנֶיךָ וְדִבַּרְתָּ בָּם בְּשִׁבְתְּךָ בְּבֵיתֶךָ וּבְלֶכְתְּךָ בַדֶּרֶךְ וּבְשָׁכְבְּךָ וּבְקוּמֶךָ:

וּקְשַׁרְתָּם לְאוֹת עַל־יָדֶךָ וְהָיוּ לְטֹטָפֹת בֵּין עֵינֶיךָ:

וּכְתַבְתָּם עַל־מְזוּזֹת בֵּיתֶךָ וּבִשְׁעָרֶיךָ:

Deut 6:4 en Mar 12 29

Hoor Israël: de EEUWIGE is onze G’d, de EEUWIGE is ÉÉN!

Deut 6: 5-9

Je moet van de Eeuwige je G’d, houden met heel je hart, heel je ziel en met alles waartoe je bij machte bent. Neem deze woorden, die ik je heden als gebod voorschrijf ter harte. Je moet ze voor je kinderen telkens herhalen en erover spreken, als je thuis zit en als je onderweg bent, als je gaat slapen en als je opstaat. Je moet ze als een teken op je hand binden en als een herinneringsband tussen je ogen en ze schrijven op de deurposten van je huis en aan je poorten.

[i] Ex 31 : 13 - 17 Gij nu, spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: Gij zult evenwel mijn sabbatten onderhouden; want dit is een teken tussen Mij en tussen ulieden, bij uw geslachten; opdat men wete, dat Ik de HEERE ben, Die u heilige.

14 Onderhoudt dan den sabbat, dewijl hij ulieden heilig is! Wie hem ontheiligt, zal zekerlijk gedood worden; want een ieder, die op denzelven enig werk doet, die ziel zal uitgeroeid worden uit het midden harer volken.

15 Zes dagen zal men het werk doen; doch op den zevenden dag is den sabbat der rust, een heiligheid des HEEREN! Wie op den sabbatdag arbeid doet, zal zekerlijk gedood worden.

16 Dat dan de kinderen Israëls den sabbat houden, den sabbat onderhoudende in hun geslachten, tot een eeuwig verbond.

17 Hij zal tussen Mij en tussen de kinderen Israëls een teken in eeuwigheid zijn; dewijl de HEERE, in zes dagen, den hemel en de aarde gemaakt, en op den zevenden dag gerust en Zich verkwikt heeft.

[ii] Gen 9 12, 13 En God zeide: Dit is het teken des verbonds, dat Ik geef tussen Mij en tussen ulieden, en tussen alle levende ziel, die met u is, tot eeuwige geslachten.

13 Mijn boog heb Ik gegeven in de wolken; die zal zijn tot een teken des verbonds tussen Mij en tussen de aarde.

[iii] Gen 17 : 11 En gij zult het vlees uwer voorhuid besnijden; en dat zal tot een teken zijn van het verbond tussen Mij en tussen u.

[iv] Rom 6 : 4 Wij zijn dan met Hem begraven, door den doop in den dood, opdat, gelijkerwijs Christus uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzo ook wij in nieuwigheid des levens wandelen zouden.

[v] Gal 3:10 Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen.

[vi] Gal 3:12 de mens, die deze dingen doet, zal door dezelve leven.