Shabbat of zondag

Bijbelstudie

ook als Word bestand te downloaden

Deze Bijbelstudie is ontstaan vanuit een reactie die we kregen van familie na het bekend maken van ons verlangen te gehoorzamen ook aan het vierde gebod. In deze Bijbelstudie verwoorden we waarom we zo graag de sabbatdag willen gedenken.

In deze brief hebben we ook gereageerd op een ons toegestuurde mivo-schets (Bijbelstudiemateriaal gebruikt op jeugdverenigingen van de Gereformeerde Gemeenten, 17e jaargang nummer 5 “Gedenk de sabbatdag” van januari 1997, uitgaande van de Jeugdbond van de Gereformeerde Gemeenten.)

De aangehaalde teksten vanuit de Bijbel zijn genomen uit de Statenvertaling.

Deze vertaling komt het best overeen met de grondtekst.

Misschien kan het ook u helpen om tot helderheid hierover te komen.

Het kan natuurlijk ook zijn dat we één en ander verkeerd zien en we op een heel verkeerd spoor zitten en ziet u direct: “Dat zien jullie helemaal fout!” Op grond van Bijbelse argumenten willen we ons graag laten corrigeren.

Dat horen we dan graag.

Verschillende redenen m.b.t. het onderhouden van de sabbat hebben voor ons een rol gespeeld.

*Elke zaterdag zijn we gewoon o.a. Jesaja 56 te lezen.

Wij vroegen ons af: Wat betekent het: “De vreemde en de gesnedene die "vasthouden aan Mijn verbond?"

Wordt daar gesproken over het verbond met Abraham, met als teken daarop de besnijdenis?

Wij denken dat hier wordt bedoeld: de vreemde of gesnedene, die de sabbat(ten) houden het verbond van de Heere vasthouden.

Zie Jesaja 56:2: “Welgelukzalig is de mens en des mensen kind, dat daaraan (het verbond) vasthoudt; die de sabbat houdt, zodat hij die niet ontheiligt, en die zijn hand bewaart van enig kwaad te doen”. (herhaalt in Jes. 56:4)

In Exodus 31:16 blijkt dat de sabbat het verbondsteken is van het verbond dat God met Israël op de Sinaï (Horeb) sloot.

Wij denken dat het zo is dat degenen die zich tot de HEERE (let op: er staat níet tot Israël) gevoegd heeft, die Zijn sabbatten houden en verkiezen hetgeen waartoe Hij lust heeft (zijn hand bewaart van enig kwaad te doen)

en vasthouden aan Zijn verbond (de sabbatten wil heiligen),

hen wil de HEERE ook binnen Zijn huis en binnen Zijn muren een plaats en een naam geven. Hij zal hen ook brengen in Zijn bedehuis..., want Zijn huis zal een bedehuis genoemd worden voor alle volken.

Mede hierdoor beginnen wij ons steeds meer thuis te voelen in de synagoge “Beth-Yeshua” ("Beth-Yeshua" is de enige Messiasbelijdende Joodse gemeente in Nederland te Amsterdam).

Hoewel met Zijn bedehuis, omdat daar geofferd wordt waarschijnlijk de tempel wordt bedoeld, en dus nog in de toekomst staat te gebeuren, ervaren we in “Beth-Yeshua” desondanks reeds een voorproefje van het “binnen de muren brengen...”

In “Beth-Yeshua” mogen we erbij komen, zoals ooit ook bedoeld en geweest en we ervaren aan den lijve met de kinderen dat de God van Israël ook onze God wil zijn.

Heel bijzonder, die geestelijke en fysieke ervaring één te mogen zijn in de Heere Jezus met Messiasbelijdende joden.

*Ook de reden waarom de zondag i.p.v. de sabbat is gekomen (zie ook Dan.7:25), heeft ons doen besluiten de sabbat te gedenken. We voelen het als een eerherstel van de sabbat.

We willen graag de voetsporen van de Heere Jezus volgen, die op de sabbat naar gewoonte in de synagoge ging (Luk.4:16; Mark.1:21,39; Mark.6:2; Joh.18:20).

De Heere Jezus Die ook zei: "Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! Zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet de wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is" (Mattheüs 7:21).

Geloof en gehoorzaamheid wordt van ons gevraagd.

Van Paulus lezen we ook dat hij naar de synagoge ging op de sabbat (Hand.13:14,42,44; 16:4; 17:2; 18:4).

Paulus had de vaste gewoonte, om ook ná zijn bekering op de sabbat de synagogendienst bij te wonen.

Waarom deed hij dat?

Omdat de Heere Jezus nooit gezegd had, dat hij dat maar op zondag moest doen.

Integendeel.

Het boek Handelingen staat er vol van, dat de gelovigen, Joden zowel als niet-joden, op de sabbat samenkomsten hielden.

*Ook willen we graag gehoorzaam zijn aan het vierde gebod. We dachten: Waarom wel gehoorzaam mogen en willen zijn aan de negen anderen en niet aan het vierde?

Johannes zegt: “Dit is de liefde Gods, dat wij Zijn geboden bewaren en Zijn geboden zijn niet zwaar” (1Joh.5:3). Zoals ook de Heere Jezus Zelf zegt tot Zijn discipelen in Joh.14:15,21.

Zou dan het vierde gebod uitgevallen zijn?

*Mattheüs 5:17-20 heeft ons in zekere zin er ook toe aangespoord een keus te maken en te gehoorzamen ook aan het vierde gebod.

Daar zegt de Heere Jezus Zelf:

“Meent niet, dat Ik gekomen ben, om de Wet of de Profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen, om die te ontbinden, maar te vervullen. Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota noch één tittel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.

Zo wie dan één van deze minste geboden zal ontbonden, en de mensen alzo zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar zo wie dezelve zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen”

(Mattheüs 5:17-19).

Als de Heere Jezus het heeft over "één van deze minste geboden", dan bedoelt Hij toch óók de sabbat!

Hij zegt dus, dat je zeer klein zal heten in Zijn Koninkrijk, als je de mensen leert dat de wet (inclusief het sabbatgebod) niet meer van toepassing zou zijn.

Als “goedgegronde” Bijbelse redenen om i.p.v. de sabbat de zondag te vieren wordt in de mivo-schets aangegeven dat er in het Nieuwe Testament nooit een andere dag genoemd wordt waarop de gemeente bijeenkomt dan de zondag.

Als bewijstekst wordt Handelingen 20:7-8 genoemd:

"En op de eerste dag der week, als de discipelen bijeengekomen waren om brood te breken, handelde Paulus met hen, zullende des anderen daags verreizen; en hij strekte zijn rede uit tot den middernacht. En er waren vele lichten in de opperzaal, waar zij vergaderd waren."

Dit is een tekst waaruit blijkt dat er inderdaad op de eerste dag der week, dus op de zondag, Messiasbelijdende Joden samengekomen waren om brood te breken. Maar is dit echt een bewijs dat reeds toen de sabbatviering door de zondagsviering was vervangen?

Helemaal niet!

Het is niet zo verwonderlijk, dat zij op die dag bij elkaar kwamen om brood te breken, want in Handelingen 2:46 lezen we, dat ze dit praktisch elke dag deden:

"En dagelijks eendrachtiglijk in den tempel volhardende, en van huis tot huis brood brekende, aten zij te zamen met verheuging en eenvoudigheid de harten”.

Dat in Handelingen 20:7 de eerste dag der week nadrukkelijk genoemd wordt, heeft een andere reden.

De Messiasbelijdende gelovigen bleven als wetsgetrouwe Joden (Hand.21:20) ook na Zijn dood en opstanding de sabbat gedenken.

Daar de dagen in de Bijbel en van de Joodse kalender telkens op de avond beginnen, begint reeds op zaterdagavond (na zonsondergang!) omstreeks 18.30 uur de eerste dag der week (Lees in dit verband ook eens Dan.7:25!). Zo hielden zij in directe aansluiting op de sabbatdag speciale samenkomsten bij één van hen thuis, waar zij "met elkaar brood braken".

Het is heel goed denkbaar dat de Joodse Messiasbelijdende gelovigen al vroeg op de zaterdagavond, direct na zonsondergang, dat is dus na afloop van de sabbat, tijd voor deze bijeenkomsten gingen bestemmen. De bovengenoemde beschrijving van een dergelijke bijeenkomst in Handelingen 20:7-8 is daar een duidelijk voorbeeld van.

Eerst wordt vermeld, dat zij op de eerste dag van de week samengekomen waren om brood te breken (Hand. 20:7a). In de mivo-schets ontstaat de misvatting dat dit op zondagochtend was, maar het vervolg van de geschiedenis laat zien, dat deze bijeenkomst ’s avonds, aansluitend op de sabbatdag plaatsvond;

Omdat Paulus de volgende dag (dag in de zin van “overdag”; dus zondagochtend) van plan was te vertrekken, zette hij zijn toespraak voort tot middernacht (Hand. 20:7b). Vandaar dus ook de vermelding van de vele lichten ter verduidelijking van het nachtelijke karakter van de bijeenkomst (Hand. 20:8)!

Zo is dus de tekst uit Handelingen 20:7-8 geen geldig bewijs voor de christelijke zondagsviering en zondagsrust.

Hetzelfde geldt voor de tekst in Johannes 20:19, ook aangehaald in de mivo-schets.

In Lukas 24:36 vinden we deze tekst terug, waaruit in het verband gelezen zo duidelijk blijkt dat het bij den avond is en de dag (de eerste dag, opstandingsdag, onze zondag) is gedaald. Dat wil zeggen dat dag twee (onze maandag) bijna zal beginnen.

Nadat de Emmaüsgangers ontdekten Wie het was, Die hen de Schriften openden, keerden zij terug naar Jeruzalem, naar de elven om te vertellen wat er gebeurd was.

Terwijl ze het daarover in Jeruzalem hadden (en dus allang de tweede dag was begonnen!) stond Jezus Zelf in hun midden en zei tot hen: Vrede zij ulieden.

Uit de Bijbel blijkt dus duidelijk dat het niet klopt dat, zoals de mivo-schets n.a.v. deze tekst beweert, de Heere Jezus Zelf de gewoonte heeft ingezet om op de eerste dag te vergaderen.

In de mivo-schets wordt 1Korinthe 16:1-2 ook als bewijs genoemd dat de zondag zou zijn gekomen i.p.v. de sabbatdag.

Daar lezen we:

"Aangaande nu de verzameling, die voor de heiligen geschiedt, gelijk als ik de gemeenten in Galatië verordineerd heb, doet ook gij alzo. Op elke eerste dag der week legge een iegelijk van u iets bij zichzelven weg, vergaderende een schat, naardat hij welvaren verkregen heeft; opdat de verzamelingen alsdan niet eerst geschieden, wanneer ik gekomen zal zijn".

Deze tekst wordt dus aangehaald omdat er behalve de vermelding van de zondag vooral de collecte genoemd wordt en dan denkt men daarbij dus aan een collecte zoals die in de huidige kerken een vast onderdeel van de dienst vormen.

Het gaat hier inderdaad over de eerste dag van week, dus de zondag, er wordt echter niet gesproken over een samenkomst, maar over het thuis opzij leggen van geld, iets wat nu eenmaal niet op de sabbatdag gedaan wordt.

Ook wordt Openbaring 1:10 in de mivo-schets aangehaald als zijnde een bewijs dat de zondag in de plaats van de sabbatdag zou zijn gekomen.

Daar lezen we:

“En ik was in den geest op den dag des Heeren;”.

Als we echter álle plaatsen in de Bijbel bekijken waar gesproken wordt van de “dag des Heeren”, kunnen we maar tot één conclusie komen: overal wordt de of een oordeelsdag bedoeld.

(Zie Jes.2:12; 13:6 Ez.30:3 Joel1:15; 2:1,11,31;3:14 Obad.1:15 Zef.1:7,14 Mal.4:5 Hand.2:20 1Thes.5:2 2Pet.3:10).

Ook de kanttekenaren geven bij alle teksten waarin de woorden “dag des Heeren” wordt gevonden, als verklaring dat het een dag van oordeel betreft.

In veel gevallen wordt verwezen naar het laatste oordeel.

Alleen bij Openbaring 1 : 10 wordt door de kanttekenaren aangegeven dat het de opstandingsdag van de Heere Jezus zou zijn. Dat lijkt ons geheel in strijd met de verklaring bij alle andere teksten. Ook hier ligt het voor de hand aan te nemen dat ook hier de dag van het (laatste) oordeel wordt bedoeld.

Johannes wordt in de geest als het ware vooruit geplaatst als was hij daadwerkelijk op de oordeelsdag bij het oordeel aanwezig. Hij was daar niet lichamelijk, maar in de geest.

Geheel in de lijn met de verklaring zoals onze kanttekenaren die geven bij de andere teksten, waar het gaat over de dag des Heeren, weten we en kunnen we lezen in het boek Openbaring dat het ook hier gaat over de dag of dagen van het (laatste) oordeel.

De sabbatdag werd onderhouden 300 - 400 jaren lang. Het was vanzelfsprekend, dat de gelovigen, zowel uit Joden als uit de heidenen de sabbat heiligden overeenkomstig het gebod van de Heere. Hij heeft immers nooit gezegd, dat je de sabbat slechts hoefde te houden tot de dag dat de Messias zou komen.

Nee! Het is een eeuwigdurende inzetting!

De Heere Jezus heeft het houden van de sabbat niet stopgezet, ook niet een dag opgeschoven, en Zijn Vader is eveneens nooit van gedachte veranderd! Hij heeft nooit gezegd, dat de sabbat nu maar door de zondag vervangen moest worden.

Dat deden mensen die zich christenen noemden, maar het niet waren, omdat afgoderij en antisemitisme hun voornaamste motieven daarvoor waren

(keizer Constantijn, paus Sylvester, Innocentius 1).

De Heere Jezus heeft de sabbat ook geëerbiedigd, door pas op de eerste dag der week op te staan uit de dood en gedurende de gehele sabbat te rusten in het graf.

Als het vleselijk lichaam van de Heere Jezus na Zijn sterven op de sabbat rustte, is het dan niet meer dan logisch, dat in navolging daarvan ook het geestelijk lichaam van de Heere Jezus, de gemeente, na het sterven van de “oude mens” de sabbat eveneens in ere gaat houden, en dat we op die dag gedenken dat wij de rust ingegaan zijn door aanvaarding van het volbrachte werk van de Heere Jezus?! (Hebr. 4).

Misschien ook iets om over na te denken:

Waarom gaf de Heere Jezus het advies in Mattheüs 24:20 om tijdens de gruwel der verwoesting van Jeruzalem (dit gebeurde in 70 na Chr.) te bidden dat de vlucht niet zou geschiedden op een sabbat?

Tot zover onze reactie op de mivo-schets.

Moge de Heere ons op het hart binden om met blijdschap in het hart de sabbat te gedenken, waarin de verwachting van de spoedige wederkomst van de Messias tot uitdrukking komt.

In al Zijn liefde verwacht onze hemelse Vader nog steeds gehoorzaamheid van Zijn kinderen, zoals elke vader dat doet!

De Heere Jezus heeft ooit gezegd: "Niet een ieder, die tot Mij zegt: Heere, Heere, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil Mijns Vaders, die in de hemelen is" (Matt. 7:21).

De wil van de Vader staat in Zijn Woord. Hij verlangt van ons niets wat onbillijk is.

Aan ons de keuze:

Aan de ene kant de hebben wij het volmaakte Woord van God, dat ons de rust op de zevende dag, de sabbat leert en aan de andere kant de kerkelijke traditie, die de zondag, de eerste dag der week als rustdag vordert.

“Kiest u heden, wien gij dienen zult” (Joz. 24:15).

De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechten wijsheid gevende.

De bevelen des HEEREN zijn recht, verblijdende het hart; het gebod des HEEREN is zuiver, verlichtende de ogen

(Ps.19:8,9).

En hieraan kennen wij, dat wij Hem gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren.

Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet;

Maar zo wie Zijn Woord bewaart, in dien is waarlijk de liefde Gods volmaakt geworden; hieraan kennen wij, dat wij in Hem zijn.

Die zegt, dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen, gelijk Hij gewandeld heeft (1Joh.2:3-6).

Sterkte toegewenst met het lezen en verwerken/uitwerken van de inhoud van deze Bijbelstudie.

Hoewel de weg die we hierin gaan vooral naar de mensen toe niet altijd eenvoudig is, ervaren we heel veel zegen en vrede en blijdschap om, mét de kinderen in het gehoorzaam (mogen en willen) zijn ook aan het vierde gebod.

Moge de Heere ook u hierin rijk zegenen!

Shalom,

A&AG

contact via go2torah@gmail.com