Vetkopers en Schieringers

Bij de twisten had Holland de Hoeken en Kabbeljauwen, Friesland de Vetkopers en Schieringers, en Utrecht de Lichtenbergers en Van Lockhorsten. Gelderland kende een bloedige vete tussen de Van Heeckerens en Bronckhorsten. De vechtjassen belegerden elkaar bij voortduring om het landbezit te vergroten. Zo is bekend dat het jachtslot van Bronckhorst te Eerbeek opnieuw gebouwd is, nadat de van Heeckerens het verwoestten. Vetkopers zou van vetweiders of slachtveefokkers komen. In 1394 is voor het eerst sprake van de "vette partij". De Schieringers gedroegen zich vermoedelijk teruggetrokken onder grauwe monnikskappen. De achterliggende conflicten zijn onduidelijk, maar lijken zich af te spelen tussen respectievelijk vissers (Hollanders), edellieden (Geldersen), leenmannen (Utrechters) en monniken (Friezen). In het kielzog van de Hollandse twisten noemt men de Jonker Fransenoorlog waarbij een minderjarige Frans van Brederode samen met zijn landvoogd, de stad Rotterdam van de hongersnood trachtte te redden. Dit mondde uit in de Kaas en Broodvolkopstand. Daarbij twistten de arme boeren en bourgeoisie met elkaar over de verhoogde belastingheffing en teruglopende afzet. Verder heeft men het dan nog wel over het Praten als Brugman. Dit betreft de geestelijke Johannes Brugman die zijn stichtingswerken zag slagen na het voortdurend en geheel wegpraten van de twisten. Van Schaffelaar (†1482) was een Hollandse of Kabeljauwse soldaat welke tegen de Utrechtse Lichtenbergers vocht. Met zijn groepje trachtte hij een voedseltransport op weg naar Utrecht bij Barneveld te vernietigen. Daarbij is hij ontmaskerd door Hoekse ruiters en opgesloten in de toren. Na zijn vrijlating zou hij desondanks toch gesprongen zijn.

Kruisvaders onderweg

© 2017 F.N. Heinsius