West-Friesland

Landstreek in het noorden van de Nederlandse provincie Holland, gelegen van Velsen in het Zuiden (Sincval, Ondervelsen) tot en met Vlieland in het Noorden (Vliestroom) grenzend aan Midden-Friesland. De Heerlijkheid West-Friesland ligt ingeklemd tussen het Graafschap Holland en het Graafschap Stavoren. West-Friesland heeft voornamelijk een agrarische structuur, met veeteelt, land- en tuinbouw, de laatste sector vooral in de Streek tussen Hoorn en Enkhuizen, verder is er bloembollenteelt, aardappelspecialisme en de zadenhandel. Werd pas in 1288 door Floris V veroverd na de moord op diens vader Willem II door de West-Friezen, maar feitelijk geannexeerd en niet verworven. Bleef in bestuurlijk opzicht tot 1795 toch altijd een eigenzinnige en zelfstandige eenheid, als zodanig gescheiden van Holland met als centrum Alkmaar. Heeft een der oudste inpolderingen van Nederland, tot stand gekomen na aanleg van de West-Friese ringdijk in de 13de eeuw. Het aparte in West-Friesland gesproken dialect (het West-Fries) behoort tot de West-Germaanse talen, maar wijkt sterk af van het in de provincie Friesland gesproken Fries. Scandinavisch-Fries klinkt derhalve dichterbij. Gaat men naar het oosten dan komt men na de Eems in de landstreek Oost-Friesland. In deze streek komt men in Saksenland waar overwegend Nedersaksisch gesproken wordt. Rondom het centrum Brunswijk (Braunschweig) praten de Braunonen ook nog overwegend met eigen West-Friese dialecten. En verder naar het noorden komt men dan boven Sleeswijk-Holstein het West-Fries weer overal tegen van voornamelijk verdreven en geëmigreerde West-Friese boeren. De Midden-Friese plaatsnamen komen veelal ook in de ommelanden en saksische landstreken voor. Tevergeefs zoekt men deze variatie echter uit West-Friesland wat betekent dat men bij voorkeur verder oostwaartse emigreerde, steeds verder bij de wereldstad Amsterdam vandaan, te beginnen vanaf Hamburg. Weliswaar om er vaak weer graan te gaan verbouwen voor de hele grote bevolking van Amsterdam.

© 2017 F.N. Heinsius