Het graafschap Stavoren is gelegen op de rechteroever van de Vliestroom, van oudsher het kanaal tussen Enkhuizen en Stavoren, komende vanaf de IJssel, dat uitmondt bij Vlieland, in de aldaar bekende Vliestroom-monding. De Heerlijkheid Friesland ligt ingeklemd tussen het graafschap Stavoren, het graafschap Islegau en het graafschap Drenthe. Het graafschap is in de oudheid ontstaan en aangelegd door Romeinse bouwers, veelal de Friezen zelf. Destijds bekend onder de naam Mediolanum. Bewaard in de namen Medemblik, Middenmeer en Middenleek (West-Friesland) en de namen Middenweg, Middelweg of Lanen (Stavoren). De Middenlaan is aan de orde bij Tacitus (historicus) en bij Ptolemaeus (geograaf). Onder overste Lucius Domitius Ahenobarbus zou reeds met de aanleg van deze voorloper van de Afsluitdijk begonnen zijn. In de omgeving van de Pontes longi (Lange Brug) later het Kreupel Wagenpad heeft men vooral Veenmoeras, later aangeduid als het Kreilwoud, aangetroffen. Het Romeinse Castellum Flevum (Vlieland) wordt voorafgegaan door het Insula Flevum (Kampereiland). Het graafschap heeft zodoende banden met talrijke graven. De vele kronieken noemen hen meestal wel, zoals de Rijmkroniek van Melis Stoke (1290), wanneer de graaf huwt met de gravin van Stavoren. Het graafschap heeft zodoende een kasteel voor Edelen en een klooster voor Geestelijken. Hollandse edelen hebben altijd aanspraak gemaakt op de positie, of pogingen ondernomen deze te veroveren. Vrijwel alle Hollandse graven sneuvelden wel min of meer rondom Stavoren, op het sluitstuk van hun leven. Niet duidelijk is waar dit continue streven uit voortkwam. Stavoren ontving in 1061 stadsrechten. Hiermee was het de eerste stad in Friesland die dergelijke rechten verkreeg.
Stadsrechten Stavoren (1061)
© 2019 Frederik Heinsius