Regimenten

Bij het Friese leger kende men in de Republiek de noviteit schrijver. Die werkte voor een compagnie of company, oftewel een firma of onderneming gedreven voor eigen rekening en risico. Men schafte alle benodigdheden zoals kleding en wapens voor de inhuurkrachten op voorhand aan, en declareerde de uitgeschreven rekening bij de Staten-Generaal, met de riskantvolle vooronderstelling van goedkeuring door de deskundigen in Den Haag. De schrijver is derhalve rijk en een soort regionaal administrateur en voorschieter van alle uit te geven defensiegelden op nationaal niveau. De schrijver is de steun en toeverlaat van de kapitein welke als bevelhebber van de compagnie veelal genoemd is in allerlei archiefstukken. Het beheer op papier van de compagnie gebeurde nauwkeurig en monstercommissarissen zien daarbij toe op de naleving van de voorschriften. De uitbetalingsrekeningen bij inkwartiering zijn op deze wijze bewaard gebleven. De compagnieschrijver heet in Friesland een sypelschriever. Het ambt kwam reeds in 1585 voor, was bij succesvolle afloop vrij lucratief, en werd geregeld door een gevonden geldschieter en aan diens opvolger overgezet. Oorspronkelijk werden de compagnieschrijvers aangesteld door de eigenaren der compagnieën. Gedeputeerde Staten wilden liefst weinig bemoeienis, maar wel een uitermate vlottend proces om de landsverdediging te regelen. In de 17de eeuw verliep dit lange tijd desondanks toch uiterst moeizaam, mede door de vele overzeese koloniale delen. Na het rampjaar 1672 verbeterde de situatie. De betrekking van compagnieschrijver als bijbaan was fel begeerd. Lieden met de titel van Dr. of Mr. komen frequent voor. Veelal advocaten aan het Hof die de andere kant van hun gerechtelijke disputen in het echt wilden afronden. Tot slot blijkt uit de vele rangen dat het beroep van militair een rijke taalgeschiedenis omvat. De namen dateren veelal uit de oudheid.

Militaire namen met betekenis:

Soldaat -  krijgt Solidus (Romeinse munt) op Aat (het land Atland of Adelland)

Tamboer - de Trommelaar, een boerenzoon, geeft het commando door

Piekenier - de keursoldaat is bewapend met een lange Piek

Musketier - de keursoldaat met Musket, een langzaam af te vuren geweer met steekwapen

Fuselier - de keursoldaat met Fusil, een betrouwbaar af te vuren geweer met vuursteen

Karabinier - de keursoldaat met Karabijn, een snel af te vuren geweer vol met kogels

Grenadier - de Grande of grote keursoldaat, kijkt ver, en werpt handgranaten verder

Korporaal - dient met zijn Corpus of Corps, op Aal (de plaats Adelheim, Adelstad)

Sergeant - verricht Cherches en Recherches, tot op Ante (tot op Adelzee)

Dragonder - snelle Drakendoder, een ruiter die vlug afstijgt, om onderaan te vechten

Adelborst - Edelman, die met de nobele borst als moeder

Adelprik - Edelman, die met de nobele prik als vader

Luitenant - het Luiden van de klok, in het luchtruim te horen op Ante

Kapitein - maakt Kapot, en wel na het Ein-gehen (ingaan bezet land)

Valkenier - Edelman met het snelste wapen, de Valk of slechtvalk (350 km/u)

Vaandrig - Edelman met het Vaandel of Vendel, van de koning (Rik) of regeerder (Rega)

Guardenier - Guarde of lijfwacht met Bannier, om voedsel van de vorst te beschermen

Hellebaardier - de Hemelbard of Hellebaard, met dwarsbijl of hemelveger, om de vorst te beschermen

Hopman - de Hauptman of Hoofdman, om de stad te beschermen

Ritmeester - hoofdman van een eenheid Ruiters, om de vorst te beschermen

Kolonel - de Coulonne-leider, om de kolommen of zuilen (lichtbakens) van Aat, te verlaten

Majoor - de Majore of volwassen bevelhebber, over de jongere, gevechtseenheid Bataljon

Schrijver - de Scriba of Scribent met een Compagnie op Aat, schrijft de rekening voor de Staten-Generaal

Generaal - de algeheel Gemeenste op Aal

Admiraal - de bevelvoerder op Aat, Mar en Aal

© 2017 F.N. Heinsius