Grote Pier

Pier Gerlofs van Donia zou een boer uit Kimswerd geweest zijn, die in een uiterst onrustige periode als piraat zeer succesvol werd tijdens een vrijheidsstrijd op zee. Er doen enkele fabeltjes de ronde over zijn krachtsterkte en taalverrijking (piraat, dode pier, gratis). Ploegend op het land zou een groep knechten, die versterking zochten, hem vragen waar de heer Donia woonachtig was. Pier was zo groot en zo sterk dat hij toen zijn gehele ploeg, een lichter exemplaar dan tegenwoordig, optilde en naar zijn huis wees, zeggende: "Daar woont hij, en hier staat hij". Hij zou zichzelf in het bijzijn van Hollanders benoemen tot: "Koning van Friesland, Hertog van Sneek, Graaf van Sloten, Vrijheer van Hindelopen en Kapitein-Generaal van de Zuiderzee." Verder zou ook zijn zwaard, dat in het Fries museum bewaard wordt, extreem lang zijn, maar liefst 2,13 meter, een hand langer dan ons bed, derhalve volstrekt ongeloofwaardig. Bedenk dat bijna niemand langer was dan 1,60 meter en dat een klein persoon als Napoleon een gemiddelde lengte had. Verder zou hij bij enkele zeetochten gevaren hebben als Greate Zeepier en zo een buitengaatse controle op de Zuiderzee bedacht hebben. Om de passanten te kunnen beoordelen op hun wel of niet Fries zijn, diende een flauw zinnetje opgezegd te worden: "Bûter, brea en griene tsiis, wa't dat net sizze kin is gjin oprjochte Fries". Hollanders werden dan meteen overboord gegooid, waarbij men meestal verdronk, en zo zijn slechts enkele schepen buitgemaakt. Tot er een einde kwam aan Grutte Pier. In het Fries museum heeft men zijn idioot grote zwaard. De moderne tegenhanger van Grote Pier is Jaws, de reus uit de James Bond films, de man met ijzige krachten.

© 2017 F.N. Heinsius