Gijsbert Jacobs

(Gijsbert Jacobs Holckema) Gijsbert Jacobs is identiek met de bekende Friese dichter Gysbert Japicx, ook als Japiks geschreven. Zijn vader was Jacob Gijsbert, een kistenmaker, timmerman en schrijnwerker, later gezworen gemeensman en burgemeester van Bolsward, en zijn moeder Ancke Willems. Gysbert was waarschijnlijk het eerste kind en kwam in 1603 ter wereld. Hij ging mogelijk naar de Latijnse school bij rector Henricus Antonides. Hij zou uitzonderlijk getalenteerd zijn geweest en ontving een exorbitant hoog salaris. Dit geeft te denken. Zijn handschrift geeft ook reden tot zorg. Hij zou normaliter zijn opgeleid tot meester timmerman. Hij bleef tot 1624 in het ouderlijk huis wonen. Of hij de Friese taal van huis uit meekreeg is onbekend. Zeker is wel dat Japicx het oude Friese recht bestudeerde, waarmee zijn Friese talenkennis beslist vorm kreeg. In 1637 werd hij aangesteld tot schoolmeester en voorzanger in de stad Bolsward op het uiterst hoge salaris. Hij huwde met Syke Salvius Nicolai. Het gezin kende geen gelukkig leven; iedereen stierf aan de pest. Japicx overleed in september 1666, waarmee hij toch een hoge leeftijd bereikte. Zijn vrouw had hij kort te voren aan dezelfde ziekte verloren. Japicx werd in de Grote kerk in Bolsward begraven. Zijn zoon, het enige kind dat toen nog in leven was, stierf niet lang hierna ook aan de pest. Japicx wordt theoretisch gebruikt als het vertrekpunt van de schriftelijke Friese taalgeschiedenis, waarbij Gemme van Burmania het mondelinge vertrekpunt was. Jacobs was de eerste schrijver die zich uitliet over de schoonheid van het Fries. Het handschrift is een smeltkroes van Nederduits, Engels en Fries. Bijgaand een afbeelding van de eerst geschreven Friese zin.

De eerste handgeschreven zin Fries door Gijsbert Jacobs


© 2017 F.N. Heinsius