Schoorsteengeld

Het Schoorsteengeldregister 1606 bevat een belastingheffing opgesteld door de middeleeuwse overheden. Het haardstedenregister was in Nederland in de 17de en 18de eeuw de algemene registratie van het zogenaamde haardstedengeld (ook wel: schoorsteengeld), een belasting over de aanwezige en te gebruiken haardsteden die kan worden gezien als een voorloper van de huidige onroerende-zaakbelasting (OZB). De belasting geeft aan of men een schoorsteen (ss) of vuurplaats (fs) heeft voor de voedselbereiding, de verwarming, of voor de beroepsuitoefening, zoals bij bakkers en smeden. Een kleine wandeling hier onder maakt duidelijk hoe de belastinggaarder zijn route rondom de stad Leeuwarden in 1606 afliep.

Den 8 july 1606 begonnen buyten Hoxter poort [Hoeksterpoort]:

nr. 1 {3} Pijeter Sijbez mollenaer 3 ss. [Oliemolen]

nr. 2 {2} Gabriel Pijeters olislager 2 ss. [Oliemolen]

nr. 3 {1} Gerben Wijbes 1 ss.

nr. 4 {2} Arijen Simons in Riuerdt Arnt huys 2 ss. [i.e. Vandaer Ledth tot Rijniaburg. 1607; huijsinge en 20 pm land 'omtrent de Olijmuelen']

nr. 5 {3} Gerrijt Dijrx 3 ss. ofte fs. [i.e. Hinnema, Heinsius. 1586; Keimpe van Donija, Sybrand van Cammingha, 1605; Catharina van Donia, Bjuck van Aebinga]

nr. 6 {3} Phoppe Pijetersz 3 ss. ofte fs. [i.e. Poppinga, Heerma]

nr. 7 {5} Nanne Jacobz 5 ss. in Rieme Camminga huysinge, etc., etc.