Redbad of Radboud

In de late oudheid zijn een aantal personen bekend onder de naam Radbod, die in de oudere variant zoiets als Raidbold zou zijn. De naam Redbald betekent 'wijze raadgever' of 'stoute overreder'. Het Darium over Friesland noemt een zekere St. Radboud, een Friese kerkvader, die op 29 november 917 in Deventer begraven zou zijn. Die is daarna heilig verklaard, wat meestal betekent dat hij vermoord is, overwegend door vijanden van de kerk. In Medemblik kent men van oudsher in de volksmond Radboud, maar niemand weet eigenlijk waarom. Het kasteel- en het slot van Radboud zijn er eveneens gangbaar. Er zou in het kasteel een schilderij hangen met een afbeelding van een Radboud, maar dan uit latere tijd. Ook dit schilderij zelf is weer een mysterie. De Chronyk van Friesland heeft twintig Radboud-passages over Radboud, en diens zonen, die ook weer Radboud heten. Bij één hiervan zou Radboud zijn Hof 'stellen' binnen Stavoren. De bekendste Radboud (ca. 650-719) zou de dooppriester in zijn hemd laten staan. Daarbij volgde de door Radboud geveinsde doop met de opmerking: 'dat hij liever bij zijn voorvaderen in de hel zou verblijven, dan naar de hemel zou vertrekken'. Bovendien herhaalt hij deze provocatie enige tijd later, evenals zijn zonen. Zij sterven na het tweede veinzen meestal 'haastig'; de kerk kende er nog weinig vrienden. Deze Radboud verloor veel gebied in de strijd tegen de Frankische Hofmeiers, bij de voortdurende conflicten over de landen en boerderijen. Het zou eeuwen duren aleer men op normale voet met elkaar leefde.

Radbod met zijn wapenstok

© 2017 F.N. Heinsius