Barbaren

Verzamelbegrip uit de Klassieke Oudheid, gebruikt door Grieken en Romeinen. Perzische volkeren zouden onverstaanbaar brabbelen en mompelende brabbelaars zijn. Romeinen scheerden, Barbaren lieten baarden staan. De barbier is er ook zo een. In de perioden van overheersing werden de lange baarden opnieuw gekleurd, om de vijand telkens verder in verwarring te brengen. Grieken praatten als brugman dat Barbaren na de onderwerping van Perzië tot hun volk behoorden. Babylon, Babel en de woorden baby, baren en baron, lijken eveneens die 'onverstoorbare' volksaard aan te wijzen. Romeinen achtten het onderwerpen wel mogelijk. In hun wereldrijk leven woeste barbaren. Wie echter buiten de grenzen van het Romeinse Rijk was, bleef toch een verloren barbaar. Voor de kerk stonden barbaren gelijk aan heidenen met afgoden op afgelegen heide met angstaanjagende lui. Daarbij ging men in hun ogen veel te ver. Oeroude bomen in donkere bossen speelden een belangrijke rol. Religieuze bomen spraken recht, en op de "iene-miene-mutte-wijze", voltrok zich vonnis na vonnis, dat reeds in een vroeg stadium vaststond. De sociale afhandeling vergde enkel het 'toneelstuk', op de 'rechtstoel', bij de 'rechtbank'. Monotheïstische (één god) en polytheïstische (meerdere goden) samenlevingen leefden zo lange tijd op gespannen voet met elkaar. Pas eeuwen later nam men het monotheïsme, het dienen van één God, grotendeels over. Barbaren heeft men nog altijd, te herkennen aan de ruwe, onbegrijpelijke, volks(b)aard.

 Bij de barbier

© 2017 F.N. Heinsius