Eindelijk een woning voor ons gezin alleen.
Ma en Pa zijn druk bezig het huis in te richten naar eigen smaak en goeddunken.
Wat nog te gebruiken is uit het huis in de Ketamponpark wordt overgebracht naar de Bothstraat. De rest wordt nieuw aangeschaft.
Pa mag van de spoorwegen een pick-up gebruiken. Daar kunnen materialen en personen mee vervoerd worden, als het nodig is.
De chauffeur zet de wagen netjes op de oprit in de voortuin en gaat dan naar zijn eigen woning.
’s Morgensvroeg is hij weer present om de auto te poetsen en klaar te maken voor vertrek met Pa.
Ma is erg kieskeurig bij het aannemen van de baboe, tevens wasvrouw.
De kokkie moet betrouwbaar overkomen.
Buiten de gemeentegrenzen is de toestand nog niet stabiel.
Nog steeds moeten de Nederlandse mariniers en de uit Nederland afkomstige militairen van de K.L. samen met soldaten van het KNIL bepaalde gebieden zuiveren van ongure en misdadige elementen, zoals peloppors van de Hisbollha, rampokkers.
Soms moeten onze soldaten een gevecht leveren tegen Indonesische militairen van de TNI of TRI.
Onze troepen moeten ook de mensen beschermen die de wegen en spoorwegen moeten goed maken.
Veel bruggen zijn opgeblazen, maar in de stad is het veilig.
De scholen hervatten hun opleidingen.
Zuchtend meld ik mij aan bij Broeder Bernardus, de directeur van de H.B.S. aan de Coenboulevard.
Leraren en leraressen die de kampen hebben overleefd kunnen ook beginnen met het lesgeven aan de jeugd.
Lesmateriaal is bijna niet te krijgen.
Bijna alle Nederlandse boeken zijn vernietigd, schriften en schrijfmateriaal zijn nauwelijks voorhanden.
Het is een chaotische bende.
Er wordt veel geïmproviseerd.
Maar goed, wij krijgen les en zijn van de straat.
Een leerling van twintig jaar komt zelfs met een motorfiets naar school.
Pa tracht de kapotte spoorwegen weer in orde te krijgen.
De opgeblazen bruggen worden goed gemaakt en er komen wachtposten aan beide zijden van de brug, anders worden ze in de nacht weer gesaboteerd.
Langzaam maar zeker worden de gebieden in het binnenland gezuiverd van misdadige elementen.
Pa trekt met zijn groep verder het binnenland in, steeds vaker met bescherming van militairen.
Worden ze vanuit de sawahs beschoten, springt iedereen de stilstaande trein uit en gaat de greppel naast de spoorbaan in.
De militairen zuiveren het terrein.
Ma is dolblij als ze weer de auto hoort en Pa ziet. Gezond en wel.
Gelukkig kan Pa zijn verhalen kwijt aan Ma en de kinderen.
Langzaam worden er voetbalclubs in het leven geroepen.
Ook de padvinderij krijgt meer aandacht.
Sportverenigingen proberen meer leden te werven.
De voetbalclub R.K.S. ontstaat. Ja, het is een Rooms Katholieke Sportclub.
De Chinezen hebben hun eigen voetbalclubs, en een grote tegenstander van R.K.S. is de club die THOR heet.
De eerste maanden dat we in de Bothstraat wonen is er geen leidingwater.
De enige waterbron is een brandkraan van de brandweer op de hoek van de straat.
Daar halen we ons water vandaan. Eerst goed koken.
Het water voor ons toilet en de badkamer halen we uit onze eigen put.
Wonder boven wonder doet de elektriciteit het wel.
Zo nu en dan wordt er nog geplunderd en worden er diefstallen gepleegd in de grote steden. Ook in Soerabaia.
Pa laat achter op de muur een prikkendraad obstakel aanleggen en hij haalt ergens een soort waakhond vandaan.
Aan de muur op het platje in het voorhuis is een verlichting aangebracht.
De doorgang naar de achtertuin, aan de zijkant van het huis, wordt afgesloten met een schutting met een deur erin, die afgesloten kan worden.
Op school probeer ik echt mijn best te doen, maar de vervanging van de docenten maakt het leerproces niet makkelijker.
Veel docenten vertrekken naar Nederland. Zeker de docenten die vastzaten in de Japanse kampen.
Er komt een tekort aan vakdocenten.
Gelukkig dat de broeders en zusters niet weggaan naar Holland.
Maar wij krijgen als invalkracht een marine-officier voor het vak mechanica. Hij kan alleen ’s middags komen na 2 uur.
Dus of de leerlingen in de middag maar terug willen komen om op het heetst van de dag zijn lessen te volgen.
Met Wim Kattenburg, die om de hoek in de van Diemenstraat woont, hebben we wel het één en ander meegemaakt.
Voordat we samen naar school gaan, komt hij bij mij.
Aan de overkant van ons huis woont een marineman met zijn gezin.
De blonde tienerdochter van dat gezin valt wel in de smaak bij Wim.
Even kijken of ze er is, en dan naar school….. Meer niet,hoor.
Samen zijn wij voortrekkers bij de scouting.
Kamperen in de dierentuin, waar ALLE dieren uit verdwenen zijn.
Een trektocht maken even buiten de gemeentegrens. Met gegevens en met hulp van een kompas.
De route van de trektocht in kaart brengen. Vermoeiend, spannend en toch heerlijk om zo’n tocht te maken.
De eisen van de verkennerij halen:
- een aantal kilometers in een bepaalde tijd afleggen,
- een vuurtje maken met twee lucifers,
- spoorzoeken,
- eenvoudige EHBO-eisen in praktijk brengen: Mitella aanleggen, afbinden slagaderlijke bloeding e.d.
- het maken van een draagbaar met twee padvindersstokken en touw.
Tot de uitrusting van een padvinder hoort een padvindersstok en een streng stevig touw.
De kooplieden komen weer langs de deur om hun spullen te verkopen.
De distributie is opgeheven. Er is weer alles te krijgen.
‘s Avonds komt de satéverkoper weer:
"Saté ajam, kip zonder kop!"
Heeft hij geleerd van de mariniers.
Het karretje van de bami-Chinees komt ook, met zijn aankondiging:
"tok-tok-tok-toktoktok" slaat hij met een stokje op een houten blok.
De vrouw met haar lekkere hapjes slaat ons huis in de ochtenduren nooit over.
Als wij niet thuis zijn, koopt Ma wel het één en ander in.
De kerk aan de Coenboulevard bloeit weer op!
Misdienaars gevraagd: Ik meld me aan.
Collectanten gevraagd: Heb me aangemeld.
Vijf minuten voordat de mis begint mogen de misdienaars naar de klokkentoren om de kerkklokken te luiden.
Volgens schema worden de collectanten ingedeeld.
Er is weer meer bedrijvigheid in de stad.
Soerabaia wordt weer levendiger.
Het vrolijke leven gaat verder.
Wordt alles weer zoals het was voor de Japanse bezetting in Indië ?
Maar waarom komen er steeds meer militairen uit Nederland naar Indië ?
Zo nu en dan word ik uit de les gehaald om misdienaar te zijn bij een begrafenisplechtigheid in de kerk, als er weer soldaten zijn gedood.
En dat gebeurd steeds vaker.
Het is niet zo’n prettig werkje, want in de tropen is die geur van de lijkkisten niet zo lekker.
Maar niet te getreurd: We gaan genieten van elke dag, zolang dat kan.
De Bothstraat 25 wordt een geliefd gastenhuis voor familie en kennissen.