"Hai Opa", verwelkomt mijn oudste kleindochter Martine mij.
"Komt U mij zondag opzoeken in Horst? Daar is dit weekend een evenement van LGLP.
Honderden vrijwilligers leven zich dan uit om de geschiedenis vanaf de middeleeuwen tot de koude oorlog uit te beelden."
Op zondag 25 september 2011 heb ik genoten van het evenement "levende geschiedenis" bij Horst in Limburg.
En rondlopend over het terrein beleefde ik weer de tijd van 1947 tot 1951 in Soerabaia.
Ik zag me met mijn klasgenoten van de H.B.S. weer staan op de Coenboulevard.
De halftracks van de mariniers denderen voorbij, op weg naar het front.
Voorop rijden de jeeps met aan de voorzijde de pijler, die de over de weg gespannen ijzerdraad moet stuk rijden.
Dat ijzerdraad is op een hoogte gespannen, die de hoofden van de inzittenden van een jeep afsnijden, als dat ijzerdraad niet wordt stukgesneden.
De brencarrier met de brengun als wapen is veel gebruikt door het KNIL, de OVW-ers en de uitgezonden dienstplichtigen.
Ook die voertuigen rijden door de straten van Soerabaia op weg naar de gebieden, die geteisterd worden door rampokkers, rovers en moordenaars.
Na de streek gezuiverd te hebben van extremisten keren de carriers en bemanning weer terug naar de kazerne.
Onderstaande foto's komen uit het boek van neef Sjoerd Lapré, 5de bataljon, Andjing Nica.
Daar sta ik dan met een soldaat uit "het vergeten leger", de Expeditionaire Macht.
Ik moet denken aan de verhalen van de soldaten van de V-brigade en de W-brigade die in de jaren 1946-1951 in Nederlands-Indië waren.
Jongens, zoals mijn neef Sjoerd Lapré, mijn broer Guus Lapré en de mariniers Zwanenberg (mijn buurman in Baarn) en Bergé (de assistent-aubaas in Soerabaja). En ook dienstplichtigen Remmerswaal en Jesserun (mijn collega's van de Kennedy MAVO in Baarn) en de militairen Lutz, Blink, Flohr en v.d. Veer (allen aangetrouwde neven).