Broer Guus is een fanatieke padvinder. Letterlijk en figuurlijk.
Op een zaterdagmiddag pakt hij wat kampeerspullen in een rugzak, zijn verkennersstok en gaat ergens in de natuur een avondje kamperen. Guus is mijn grote voorbeeld om ook bij de padvinderij te gaan.
Dus meld ik mij aan bij de blauwe troep. Zo begin ik als aspirant welp bij de padvinderij. Net als elke nieuweling moet ik verschillende eisen met goed gevolg afleggen, zoals het leren van verschillende knopen maken: De platte knoop, de mastworp, de paalsteek enzovoorts. Ook lichamelijk wordt je getest: kopje duikelen, mastklimmen, 100 meter hardlopen in een bepaalde tijd, en zo meer.
De installatie tot welp is een geweldige ervaring. Voor de hele troep worden de aspirant-welpen geïnstalleerd tot welp. Je mag dan dat groene petje dragen met de afbeelding van een wolf erop. Je krijgt een das in de kleur van je groep. En op je mouw de herkenningsbatje tot welke padvindersgroep je behoort, meestal de naam van een beroemde man. Mag je moeder op jepadvindersshirt naaien. En het driehoekje met de kleur van je nest, want je bent nu welp en behoort tot het gele nest van de wolven, of tot het rode nest.
Wij hebben acht nesten in de blauwe groep. Ieder nest heeft zeven tot acht welpen.
De AKELA is de baas van alle welpen. Bijgestaan door BAGERA en BALOE.
Iedere zaterdagmiddag roept de akela, staand op een Rots:
"JAALAhieieieieieie…"
En alle welpjes , die zich van te voren ergens verstopt hebben, gillen:
"Ieieieieie…" en stormen op de akela af.
Vormen een keurige kring om de rots met de akela. Hurken op de grond met twee vingers van elke hand op de grond en op een teken van de akela staan we rechtop met de vingers aan de pet, en een v-teken en zeggen hardop:
"Akela, wij doen ons best,
Ya,ya,ya…..boem".
Dan volgt de inspectie. Acht rijen van zeven/acht jongetjes staan keurig in het gelid. De gids van elke nest voorop, herkenbaar aan twee gele strepen op zijn linkermouw. Verantwoordelijk voor zijn nest. Daarachter de assistent-gids met één gele streep op zijn mouw. De gidsen brengen om de beurt verslag uit aan de akela en baloe en bagera.
"Niemand afwezig. Iedereen heeft zijn tanden gepoetst. Geen verdere bijzonderheden".
Een van mijn leukste herinneringen van mijn tijd bij de welpen is het spel vlaggenroof. We speelden op het heuvelachtige terrein van de padvinderij in Malang. Het spelgebied bestond uit een stuk bos met veel struikgewas, afgescheiden door het pad naar de blokhutten van Goudland en de kali.
Als een echte jonge leeuw sluip ik langs de stromende kali, zoekend naar mijn prooi. Ik hoor kinderstemmen. Zijn dat de kinderen uit de kampong die in de kali spelen of zijn dat mijn tegenstanders die kennelijk te luidruchtig overleggen en zo hun locatie verraden?
Ik vind het ongelooflijk spannend om met de juiste strategie en doorzettingsvermogen de tegenstander ongezien te naderen en proberen uit te schakelen door hun padvindersdas van hun hoofd te rukken.
Voorbij de bamboe brug zie ik vrouwen de was doen in het stromende water. Hun kinderen spelen op de rotsblokken in de rivier. Stilletjes ga ik verder op zoek naar mijn tegenstanders en uiteindelijk de vlag die wij moeten veroveren.
Als we de verstopplaats ontdekt hadden was het natuurlijk een beloning om de vlag onder luid gegil te bestormen, maar wie er ook won, de spanning van het spel vond ik altijd geweldig.
Of met wat houten palen en bamboe een brug maken over een (denkbeeldige) rivier. Alleen gebruik maken met touwen, geen ander gereedschap! Een uitkijktoren maken is ook een klus. Zeker de eerste, die naar boven moet mag niet bang zijn.
Het kimspel is om je geheugen te trainen en om alle bijzonderheden te zien. Tien voorwerpen worden onder een doek gelegd. Dat doek wordt weggehaald en na twee/drie minuten weer over de voorwerpen gelegd. Elk nest geeft aan zijn gids door wat hij heeft gezien. Voorwerp, kleur, grootte, vorm e.d. De gids schrijft alles op en na een kwartier komt iedereen weer naar de plek, waar de voorwerpen liggen. De papieren worden afgegeven aan de leiding. Voor ieder voorwerp, die goed is krijg je een punt. Voor bijzondere waarneming krijgt men twee punten extra. Goed kijken dus!
Helaas , de tweede wereldoorlog, onderbreekt het padvindersspel.
Maar in 1946 brengen twee mariniers de verkennerij in Soerabaia tot nieuw leven. Bert en ik melden zich en worden aangenomen en geïnstalleerd.
De groep haviken heeft Wim Kattenburg als P.L. en ik ben zijn A.P.L.
Een hike maken wil zeggen, een tocht maken met een opdracht om in kaart te brengen, wat je loopt van A naar B. Bij plaats A wordt je afgezet en dan volgens je kompas lopen naar plaats B. De coördinaten krijg je mee op papier. Als voortrekker moet je dat kunnen. Een voettocht over zandweggetjes, langs en door kampongs, over de dijkjes van de sawahs (rijstvelden), over het paadje langs een bananen-plantage en op het eind je melden bij de Oubaas, ergens in een oud huis. Een puzzeltocht. Erg spannend en inspirerend en leuk om te doen.
1947: Een weekend kamperen in de dierentuin van Soerabaia. Tijdens de oorlogsperiode waren alle dieren uit de dierentuin verdwenen. Een ideale plek voor de padvinders!
Geheel rechts: Wim Kattenburg, met als P.L. twee strepen op zijn linker borstzak. Ik sta naast hem, met als A.P.L. één streep op de borstzak.
1948: Tijdens het ziekteverlof van Pa zijn we in Den Haag aangesloten bij een padvindersgroep en kunnen we, in het begin van de grote vakantie nog kamperen op de Veluwe.
Als in 1949 de mariniers weer terug moeten naar Nederland is het gedaan met de padvinderij.
Niet getreurd, in Nederland wordt twee jaar later een soort reünie gehouden van de oude groep.
Dit is de laatste binding met de padvinderij