Ciska en Delly Jacobson zijn al weken druk bezig om een paar sketches te maken over het leven van Ma en Pa.
Nu is die datum van 10 mei niet een gelukkige datum, omdat Nederland bezet is door de Duitse overheerser en er dreigt een oorlog in het Oosten, met Japan. Nono zit ergens in Holland en Guus is gemobiliseerd bij de kustbatterijen om de eventuele vijand van de kusten van java te verjagen. Desondanks zullen we er een feest van maken, want 25 jaar huwelijkstrouw moet gevierd worden. Dat feest zal gewoon thuis in de dienstwoning in Soerabaja-kotta gehouden worden.
En daar komt alweer een bloemstuk voor het bruidspaar, terwijl het feest pas over een week is. De baboe en de kebon nemen de bloemstukken in ontvangst. "Laten we de voorgalerij maar vast klaarmaken", oppert Ma.
"Goed hoor", antwoordt Pa. "Ik krijg lekker twee dagen verlof, één dag om te feesten en één dag om uit te slapen".
Langzaam verandert de voorgalerij in een prachtige bloemenzee.
Een dag voor het feest wordt een groot, mooi bloemstuk bezorgd. "Van wie is dat mooie bloemstuk?, "vraag ik.
"Van Oom Jafet en Tante Wies", krijg ik als antwoord.
"Ga je maar aankleden met dat mooie, nieuwe pak", zegt Ma.
"Waarom?".
"Nu alle planten en bloemen er nog mooi en kleurig zijn, komt een fotograaf om een foto te maken".
Heerlijk en zo te genieten van alle drukte en al dat moois! Daar is de fotograaf al. Alle bloemstukken worden gerangschikt, met Ma en Pa in het midden, geflankeerd door Ruud, Bert en mij.
En er komen nog meer geschenken. Prachtig geklede Javaanse werknemers van de Staatsspoorwegen, met of zonder vrouw of dochter maken ook hun opwachting en geven voornamelijk etenswaren mee. Gele rijst, gerechten en veel snoepwaren, zoals ondé-ondé, risolles, klepon , ketan en koewee-mangkò.
Ja, Pa is zeer geliefd bij zijn Indonesische koelies en mandoers.En de tiende mei is het feest. Wat een gasten komen er. Geweldig al die familie, vrienden en kennissen, collega's en nog meer voor mij onbekende personen. Zelfs is de familie Moorrees uit Semarang overgekomen. Heel leuk met onze nichten Dee, Prul en Guus. Ook neef Wout is aanwezig.
Wat er allemaal voor sterke drank wordt geschonken weet ik niet meer. Maar Oom Jafet, de grote feestvierder, had plotseling last van zijn maag. Hij rende, voorzover hij nog kon rennen, naar de achtergalerij om naar het toilet in de bijgebouwen te gaan. Helaas, bij de overloop naar de bijgebouwen komt zijn maaginhoud in de tuin terecht. Opgelucht gaat Oom Jafet weer naar binnen om verder te feest te vieren. "Waar heb je je gebit gelaten?", vraagt Pa aan zijn broer.
"Gebit ?!?!" Stomverbaasd voelt Oom Jafet in zijn mond: Weg gebit!
"Jongens, ga het gebit van Oom Jafet in de tuin zoeken", gebiedt Ma. Schoorvoetend en met zaklantaarns en stokjes, wroeten we in de maaginhoud van Oom Jafet in de achtertuin. "Gevonden", roept er één. Heel blij neemt Oom Jafet zijn gebit over. "Even onder de kraan wassen en dan weer gebruiken", is zijn laconieke antwoord.
En verder gaat het feest. Een onvergetelijke dag.