December 1949: Nederlands-Indië bestaat niet meer.
De nieuwe staat heet nu Indonesië.
De nieuwe Indonesische gezagsdragers nemen de verschillende taken over van de Nederlanders.
Ook bij Pa op het werk moeten de leidinggevenden plaats maken voor Indonesische ingenieurs.
Zo vertrekt Pa's oude chef exploitatie naar Holland en krijgt hij een vroegere ondergeschikte als chef.
"Zal ik maar met pensioen gaan?", vraagt hij aan Ma.
"Als het werk je niet meer bevalt moet je maar je ontslag indienen", adviseert Ma.
Pa gaat met pensioen en gaat werken bij de heer Haholy, een aannemer die al jaren werkzaamheden en materieel levert aan de spoorwegen.
"Je ervaring en kunde komen mij goed van pas", beweert de heer Haholy. "Nu kunnen we samenwerken en misschien nog meer materialen afleveren aan de spoorwegen. De Indonesische bazen vertrouwen jou en jij bent niet omkoopbaar!"
Guus werkt bij de douane.
Doorgaans is hij gestationeerd bij het hoofdpostkantoor en soms doet hij dienst in de haven.
Guus constateert: "Er gaan heel wat Nederlandse militairen met de boot terug naar Nederland.
Ze nemen alleen hun persoonlijke spullen mee.
Het militair materiaal wordt overgenomen door het Indonesisch leger, denk ik.
Het is voor mij erg moeilijk om onze eigen soldaten te moeten controleren."
Met Marietje bespreekt Guus de mogelijkheden om toch bij de douane te blijven werken.
Na de nodige overwegingen besluiten Marie en Guus om met het hele gezin naar Nieuw-Guinea te gaan.
Pionieren op het Nederlands eiland ten oosten van Indië.
De politiemacht is ook overgedragen aan de Indonesiërs.
Ze doen hun best om orde op zaken te stellen, maar er wordt nog steeds veel ingebroken.
Zo hier en daar is er zelfs sprake van overvallen.
De buurman heeft nu ook op zijn achtermuur prikkeldraad gespannen.
"Indonesiërs die weinig bezitten denken dat ze alles van de rijke niet-Indonesiërs mogen pakken!" merkt hij op.
"Ja, ik zal de glas-in-lood ramen van de voorkamer met planken dichtspijkeren", zegt Pa.
"Dan kunnen die niet opengebroken worden."
Toen Pa nog bij de spoorwegen werkte, had hij van de dienst twee geweren meegekregen voor zijn persoonlijke beveiliging.
Na zijn pensionering heeft hij die moeten inleveren.
Het kwam ter sprake dat Pa nu zelf een vuurwapen moet regelen.
Vanaf deze periode ligt er onder zijn hoofdkussen een browning met twee magazijnen.
Pa spreekt mij geruststellend toe dat ik mij geen zorgen hoef te maken en mij moet concentreren op mijn opleiding aan de H.B.S.
Onder het studeren hoor ik Ma en Pa praten over de toekomst.
Blijven in Indonesië en warga negara (Indonesisch staatsburger) worden?
Het Nederlanderschap opgeven of toch naar Nederland gaan?
Ik hoor ze zich bezorgd over tal van vragen buigen.
"Krijg ik in Nederland wel mijn Indisch pensioen?"
"Hoe zit het met ons huis in Malang? Het huis waar wij zouden gaan wonen, als jij met pensioen zou gaan."
"Wat nemen wij mee? Wat laten we achter?"
"Hoe moet het met Fred?"
"Blijven Ruud en Els en hun kinderen hier?"
Al die discussies volg ik met belangstelling.
Ja, wat vind ik er zelf van?
Wim Kattenburg, mijn klasgenoot en beste vriend, is al naar Nederland.
De familie Lelyveld waarvan de kinderen bij mij in de klas zitten, schijnen plannen te maken om ook weg te gaan.
Wat blijft er over van de elftallen van onze voetbalclub R.K.S. ?
Nu mijn vrienden en een deel van mijn familie Indonesië verlaten, stel ik mij eens te meer de vraag wat er voor mij in Indonesië nog overblijft.
Ik ben Nederlander en zo voel ik mij ook.
Wat zijn dan mijn mogelijkheden in Indonesië als Nederlander?
Nihil, geloof ik.
Dus toch maar vaarwel zeggen tegen mijn geboorteland?!?
Samen met mijn ouders besluiten we om na het behalen van mijn H.B.S. diploma naar Nederland te gaan.