Diverse vertellingen in Nederlands-Indië kan ik mij nog herinneren.
Die legendes, sprookjes en fabeltjes vind ik nu nog steeds interessant.
Bijna elk verhaal heeft een bepaalde moraal, zoals het verhaal van de vogel (de koetilan) en de hagedis.
De koetilan en de hagedis.
Langs de bruisende kali in de bergen ligt een hagedis lekker te zonnen op een platte steen.
Met half gesloten oogjes kijkt hij naar een vogel, die droog gras en kleine takjes aan het verzamelen is.
"Hé vogel, wat ben je druk aan het werk", roept de hagedis naar de vogel.
"Ach ja", antwoordt de vogel, "ik ben een stevig nest aan het bouwen. Daar heb ik wel wat materiaal voor nodig!"
"Je werkt veel te hard met dit mooie weer", is het commentaar van de hagedis. "Kom lekker van het zonnetje genieten. Morgen is toch weer een dag. Dan ga ik wel wat spullen halen voor mijn hol".
De vogel gaat rustig door met het verzamelen van de materialen.
Het moet een stevig nest worden.
Fotografie: Fred Lapré, juli 2012
Als de zon onder is gegaan slaapt de hagedis tussen de warme stenen langs de oever van de kali.
Ook de vogel slaapt na het harde werken.
De volgende ochtend laat de zon zich niet zien.
Donkere wolken pakken zich samen boven de rivier.
Het begint te regenen. De stenen langs de rivier worden nat, koud en glad.
De hagedis zit te rillen van de kou en probeert een beschut plekje te zoeken.
De vogel heeft een veilig plekje gevonden in zijn nog niet helemaal afgebouwd nest.
Tegen de middag breekt de zon door en het wordt een stralende, warme middag.
De stenen worden weer verwarmd en de hagedis zoekt zijn plekje op de steen op, in de zon!
De vogel gaat gewoon verder met het afbouwen van een stevig nest.
"Kom nou eens gezellig bij mij zitten", oppert de hagedis.
"Zodra ik klaar ben kom ik", is de repliek van de vogel.
De avond valt en de dieren zoeken hun slaapplekje op.
Zonnestralen maken de dieren de volgende ochtend wakker.
De vogel maakt zijn nest af en weer ligt de hagedis op de warme steen.
"Morgen ga ik de spullen zoeken voor mijn nest", zegt de hagedis, terwijl hij zich lui uitstrekt op de warme steen.
Tegen de avond is de zon verdwenen achter donkere regenwolken.
Het begint te stortregenen en te stormen.
Bliksemschichten en donder begeleiden de regen.
De vogel kruipt in zijn nest en heeft geen last van de tropische regenbui.
Wanhopig zoekt de hagedis naar een beschut plekje.
Het water in de rivier begint te stijgen...
De volgende ochtend begroet de vogel vrolijk fluitend de nieuwe dag.
Ook de zon doet zijn best om de natuur op te vrolijken.
Het wordt prachtig weer.
Maar, waar is de hagedis gebleven???
"Zo zie je maar", zegt de vogel tegen een andere vogel,
"STEL NOOIT UIT TOT MORGEN WAT JE VANDAAG KUNT DOEN!"
Weer een vertelling, die ik ergens heb gelezen of gehoord.
Het gaat over een Kantjil, een slimme dwerghert.
Er bestaan verschillende verhalen over deze slimme Indische rakker.
Kantjil en de tijger.
Het is een rustig dorpje in de bergen van Java.
De rust wordt plotseling verstoord als een hongerige tijger de omgeving onveilig maakt.
De Kepala Dessa en de ouderlingen van het dorp besluiten een val te maken om de tijger te vangen.
De val wordt buiten het dorp opgezet en een levende geit wordt in de val geplaatst als aas.
Ja hoor, de tweede nacht loopt de tijger in de val en laat zich vangen.
Een landbouwer gaat naar zijn sawah en hoort de geit mekkeren.
De man ziet dan dat de tijger in de val zit.
De tijger vraagt aan de man om hem te bevrijden.
"Nou ja", zegt de man, "op voorwaarde dat je mij, mijn kippen en geiten verder met rust laat!"
"Dat is goed", antwoordt de tijger.
Met veel moeite maakt de man de deur van de val open.
Grommend verlaat de tijger de kooi en komt dreigend op de man af.
"Ho, ho," gilt de man, "dat gaat zomaar niet! Zullen wij eerst aan anderen vragen of je goed met kwaad mag vergelden!"
Fotografie: Fred Lapré, juli 2012
Samen lopen de man en de tijger door het bos en ontmoeten Kantjil.
"Hè Kantjil", roept de man, "wij hebben een probleem".
"Laten wij even rustig de zaak onderzoeken", zegt Kantjil. "Wat is er allemaal gebeurd?"
Gezamenlijk lopen ze naar de kooi waar de tijger gevangen zat.
"Hoe zat jij in de val?" vraagt Kantjil aan de tijger.
De tijger loopt de val weer in en Kantjil smijt de deur van de val dicht en doet hem weer op slot.
De dorpelingen weten wel wat ze met de tijger zullen gaan doen.
"Zo zie je maar", roept Kantjil. "Je moet nooit goed met kwaad vergelden!"