Een warme dag in de havenstad Soerabaia.
Op de rede liggen een paar koopvaardijschepen van o.a. de K.P.M.
Men is druk bezig om de marine-haven te bouwen.
De matrozen en andere schepelingen zoeken hun vertier in het centrum.
Het is best een bonte verzameling van kleurrijke personen, die langs het huis van de Familie Lapré lopen.
"Zullen we een grapje uithalen?", Vraagt Jafet.
"Natuurlijk", zegt zijn broertje.
"Even aan Ma een klosje garen vragen".
Zo gezegd , zo gedaan.
Aan dat touwtje binden ze het oude knipbeursje van Ma en leggen het beursje midden op de weg.
De twee jongens verstoppen zich achter de heg die een afscheiding vormt met de straat.
Twee matrozen komen langs. Ze bekijken het voorwerp op de weg en één van hen bukt zich om het beursje te pakken.
Bliksemsnel trekt Jafet aan het touwtje en het beursje schiet langs verbouwereerde mannen het struikgewas in.
Ach, de mannen kunnen ook lachen om die kwajongens.
Dat gaat zo een tijdje door.
Maar daar komt een groepje aan. Als Jafet aan het touwtje wil trekken blijkt één van de personen op het touwtje te staan. Gillend van het lachen stormen de jongens weg, het huis in. Het beursje klettert tegen de gesloten deur, weggesmeten door een man.
Ma boos, omdat de jongens met zoveel herrie de voorkamer binnenstormen.
Tijdens de knikkertijd is het best leuk om met de buurjongens op het voorerf te knikkeren.
In die tijd waren de voortuinen niet afscheiden met schuttingen, heggen of iets dergelijks. Via de voortuinen kan je zo naar de buren lopen. (O)Pa Frits had van de een of ander kapitein van een schip een casuaris, een loopvogel, gekregen en het dier is huisdier geworden. Het vervelende is, dat het dier eerst nieuwsgierig naar de knikkerende jongens en de knikkers kijkt, om dan de rollende knikker op te pikken en in te slikken. Vindt dat dier best lekker, en eet de ander knikkers, die op de grond liggen ook maar op.
Zo’n casuaris heeft flinke sterke poten en een flinke snavel. Gelaten wachten de jongens af tot het dier verder wegwandelt.
De volgende dag gaan ze op zoek waar het beest zijn behoefte gedaan heeft.