Na een bezoek aan het graf van Nono bespreken Ma en Pa of een tocht naar Lourdes ook voor hun het gevoel van rust, vrede en acceptatie kan brengen.
"Ja, weet je", zegt Ma, "Nono is nadat hij uit krijgsgevangen in Duitsland erg ziek in Den Haag was teruggekeerd ook naar Lourdes gegaan".
"Hij was wel goed opgeknapt toen hij met Dina ging trouwen", merkt Pa op. "Hij zag er toen heel opgewekt en vrolijk uit".
Wat mijn broer Nono tijdens zijn gevangenschap in Duitsland opgelopen heeft, is tot op de dag van vandaag een raadsel. Het zal een tot dan toe onbekende infectieziekte geweest zijn. Feit is dat hij jarenlang aan een ernstige ziekte geleden heeft waar hij zich opstandig tegen verzette. Na zijn bezoek aan Lourdes heeft hij veel berusting gevonden en is uiteindelijk in 1950 vredig heengegaan.
"Zal ik contact opnemen met de organisatie die de reizen naar Lourdes organiseert?" vraagt Pa.
"En wil je ook mee, Fred?"
"Ja hoor. Ik ga ook mee!"
Zo gezegd, zo gedaan. Wij gaan naar Lourdes met de trein. Een pelgrimstrein.
Op het station van Den Haag staat de trein gereed.
Rode Kruis personeel en veel vrijwilligers helpen zieke en invalide personen in de voor hun gereserveerde wagons.
De andere passagiers, ook wij, stappen in de gewone rijtuigen.
Het is 1953. We zitten de hele nacht op houten banken voor drie personen die paarsgewijs dicht tegenover elkaar staan, enkel gescheiden door stellages voor de bagage.
In de ochtend komen we eindelijk aan in Lourdes.
De kamers in hotel Padoue zijn snel gevonden en als eerste rusten we uit van de lange en vermoeide reis.
Ma en Pa hebben een eigen kamer.
Ik deel een kamer met een Nederlandse vrijwilliger.
Originele tekst op de achterkant van deze foto die Mam naar Bert in Djakarta stuurde:
Dat hoge gebouw is hotel "Padoue" waar we gelogeerd hebben in Lourdes.
Pap en Mam bij de autobus.
"Wat is het druk in het stadje!" merkt Pa op, als hij uit het raam kijkt.
"Ja, wat wil je, met al die zieke mensen met hun familie, de vele vrijwilligers, de pelgrims en toeristen. Moet je vanavond zien, als we meedoen aan de lichtprocessie", merkt Ma op.
Ma had gelijk. Tijdens de lichtprocessie hoor ik allerlei talen van mensen die uit alle delen van de wereld hier komen.
En ze zingen gelijktijdig het Marialied, ieder in hun eigen taal.
De volgende morgen wandelen we na het ontbijt naar de grot. Daar wordt een Heilige Mis opgedragen.
Nog nooit heb ik zoveel verschillende soorten protheses bij elkaar gezien, hangend aan de wanden van de rotsen bij de grot.
Allemaal van mensen die ziek of invalide waren, maar die op wonderbaarlijke wijze weer helemaal gezond zijn geworden.
Pap en Mam op het grote plein voor de basiliek.
"Morgen ga ik met mijn kamergenoot een vaandel ophalen. Dan mag ik voor de groep Nederlandse pelgrims lopen. Vanaf het park naar het grote plein voor de basiliek."
"Dat is goed", antwoordt Ma. "Op dat plein zijn de zieken en de gehandicapten in hun bedden opgesteld. Ook de rolstoelen worden door vrijwilligers langs de rij bomen geplaatst. Na een plechtigheid krijgen ze één voor één de zegen van de Bisschop."
"Wil jij niet als vrijwilliger een ziekbed vanuit het ziekenhuis naar naar dat plein rijden?"
"Neen hoor, dat vind ik een beetje eng. Als vaandeldrager wil ik wel lopen en ook misdienaar zijn in één van de kapelletjes waar een mis wordt opgedragen."
"Ook goed", zegt Pa. "Wij zijn nog zo gezond, dat wij overmorgen ook nog best de 14 staties van de kruisweg kunnen lopen. Ze staan op de berghellingen hier in de buurt".
Originele teksten op de achterkant van deze foto's die Mam naar Bert in Djakarta stuurde:
Pap en Mam bij de kruisweg 13e statie in Lourdes.
Ergens op een mooi plekje in de stad Lourdes. Als je goed kijkt zie je pap en mam bij de brugleuning.
Wij drieen bij het beeld van de gekroonde Maagd in Lourdes.
Na een week de indrukwekkende ervaringen meegemaakt te hebben gaan we weer met de trein naar huis.
Naar de Denekampstraat in Den Haag.
"Wat heeft jou het meest geraakt?", vraagt Ma aan mij.
"De opgewektheid van de zieken en invalide mensen.
Het werk en het enthousiasme van de vrijwilligers.
De duizenden mensen die meedoen aan de lichtprocessie.
Het samengaan van blanke, lichtgetinte, bruine en zwarte mensen."
Het is goed om ook dit meegemaakt te hebben.