Bat-, spider- en superman; helden van mijn jeugd.
Langzaam komen ze terug.
De spelcomputer van mijn kinderen
de TV, het internet; ze brengen nostalgie, Floris
maar ook nieuwe helden.
In het dagelijks leven zijn het vaak anoniemelingen.
Goedmoedig, ietwat klunzig in de omgang.
Dreigen de zaken uit de hand te lopen
dan komt de werkelijke aard,
vastberaden en doortastend, boven
ProRail kent haar eigen helden.
Gouden krachten die, dag of nacht,
opstaan als alles in de soep loopt.
Ze trommelen hun A-teams op,
zetten de schouders eronder
en in no-time, of zo lang als nodig is,
staat de boel weer op de rails.
Het is niet moeilijk helden te eren.
Hun rechtvaardigheidsgevoel
maakt ze onvoorstelbaar moedige doorzetters.
Maar waar zijn de helden
als de slechteriken hun werk doen?
Waarom zijn heldenoren afgestemd
op de hulpkreet van slachtoffers,
en ontbreekt een sensor
voor het beramen van snode plannen?
ProRail vraagt haar medewerkers
met inspecteurs op pad te gaan.
Er moet een collectief begrip
voor de praktijk ontstaan.
Liever zou ik dan
een post of Stortingen en Meld Centrum bezoeken
ProRail en vervoerders zeggen immers
dat ze onvoldoende van hun logistiek begrijpen.
Hoe dan ook, op onze experts
die de praktijk al kennen
moeten we blijkbaar niet teveel vertrouwen.
De brandgevaarlijke plekken die ze melden
sussen we, zolang de boel op gang blijft, met woorden.
De vakman die openlijk frustraties uit,
wordt weggezet al “vroeger-was-alles-beter”-klager.
Helden staan als het er op aankomt
niet aan de zijlijn, maar ín de vuurlinie.
Mijn buurman noemt ProRail
de brandmeer
Na elk incident groet hij me, met:
“Dáág, ‘t brand weer !”
De publieke opinie
doet zelfs de helden sidderen.
Want als de volgende dag
de minister sommeert
hoe het voortaan anders moet,
buigt en knikt ProRail; Jammer.
De volgende brand is aangesticht
en de helden wachten rustig
op hún moment.