Waar is die kinderlijke onbevangenheid gebleven? Voor de tijd dat jongens meisjes en meisjes jongens stom gingen vinden renden we elkaar achterna, speelden we na hoe onze ouders ons behandelden zonder enige schroom of vrees voor het oordeel van een ander.
En uitleven kon je je; vader en moedertje, tikkertje, verstoppertje, pakkertje. Zonder kwade bijbedoelingen maakte je snel een diepgaand contact. Je speelde na wat je opviel en bezig hield. Hoog tijd dus voor hergebruik van die hele vroege levenservaring.
En…, alleen met de hele goede vriendjes, speel je ook doktertje: benoem en behandel oud zeer.