Valse vrouwen

Leden van de jury, vandaag staan de vrouwen terecht. Hun schaamteloos spel heeft lang genoeg geduurd. Zij belazeren ons. Zij willen ons namelijk laten geloven dat zij niets van computers snappen. Zij faken, heren van de jury! In werkelijkheid zijn vrouwen genieën. En ik zal het bewijzen!

Bewijsstuk één: De wasmachine. Die gaat niet vanzelf. O nee. Je moet dat ding programmeren. Zomaar een draai aan de knop geven, zoals wij mannen doen, leidt tot catastrofes. Gekrompen onderbroeken. Uitgerafelde sokken. Donker witgoed. Ik was alles op programma twee. Andere mannen geven de voorkeur aan drie. Kleur of geen kleur. Wol of geen wol. Kortom: voor mannen is wassen een gokspel. Wie kan er immers die twaalf programma's uit elkaar houden? Wie weet welk poeder in welk van die drie bakjes moet komen? Wij niet, heren van de jury. En waarom niet? Omdat wij maar gewone mensen zijn en geen vrouwen. En toch beweren zij dat zij niets van computers snappen. Fraude, zeg ik u!

Bewijsstuk twee: de broodmachine. Als ik een brood bak, dan komt het eruit als een fossiel. Te weinig water of bloem, er gaat altijd wel iets mis. Moet je de broden van mijn buurvrouw zien. Flink gerezen, glanzende kanjers van bollen, heren! Om je vingers bij af te likken. En die geur! Om wild van te worden. Maar ze weet het! Ze weet het! Het kreng laat altijd haar deur openstaan zodat ik naar haar bollen kan gluren. En als ik mezelf niet langer in de hand heb en op haar heerlijkheden wil aanvallen, dan sluit ze de deur! Heren van de jury, de andere sekse speelt een vals spel met ons!

Bewijsstuk drie: de droogkast. Iets te enthousiast aan de knop draaien en er komen kleertjes voor minimensjes uit. Alleen bij mannen. Vindt u dat niet vreemd?

Bewijsstuk vier: de microwave. Een handleiding zo dik als een telefoonboek. Zij pluggen het ding in en gaan ermee aan de slag.

Bewijsstuk vijf: De mixer. Drie standen, twintig hulpstukken. Hebt u al eens geprobeerd om op stand drie tomatensoep te mixen? Geen probleem als je een vrouw bent. Maar mijn keuken, leden van de jury, ziet er nu uit als een tafereel uit een Quentin Tarantino- film. Het zal mij niet meer gebeuren! Met een druppeltje krachtlijm heb ik stand drie, die toch nergens goed voor is, voor eeuwig geblokkeerd!

Leden van de jury, op grond van de u voorgelegde bewijzen moet u wel besluiten dat de verdachten schuldig zijn. Niks van computers snappen? Ammehoela! Dan geloof ik nog liever dat Pavarotti de hoge do niet haalt. Ik laat het aan u over om een oordeel te vellen. Wees streng maar rechtvaardig. Wij, de openbare aanklager, eisen genoegdoening voor de geleden schade aan onze ego's en onze onderbroeken. Ik heb gezegd. Laat het recht nu zegevieren!