Shoppen

"We beginnen bij de zuivel, stelde ze voor.

"Ja, goed, dan neem ik meteen een potje yoghurt mee," knikte hij.

"Hebben we nog boter?" vroeg ze ongerust.

"Nog een half pakje Ierse," wist hij.

"En melk?"

"Melk OK."

"Eieren?"

"Hebben we." Ze duwde het karretje verbeten voort. Eieren hebben we, zag je ze denken, maar ...liefde? Romantiek?

Hij zag eruit als iemand die niet meer tot veel romantiek geneigd was. Je zag het aan de uitdrukking van intense verveling op zijn gezicht. Je hoorde het aan zijn vlakke, moeë stem.

"Toch weer geen spek met eieren?" protesteerde hij mak.

"Spek is goedkoop. Had je maar niet met pensioen moeten gaan."

Ze kwamen voorbij een kaaskraampje met een affiche van een Alpenweide. Een kirrende juffrouw schoof hem een borrelhapje onder de neus.

"Eens proeven, meneer?" Ze lachte zo uitnodigend dat hij er even zijn kluts van kwijt geraakte. Ze was zo jong. En ze bood hem een hapje aan. Sterker nog: ze wilde dat hij zijn mond voor haar opendeed. Hij had zin om haar te laten begaan. De rode kers die ze tegen zijn lippen drukte zag er verleidelijk uit.

"Marrakesh met Emmenthal..." Door de manier waarop we het zei leek het wel een magische spreuk. Maar net op het ogenblik dat hij zich aan haar wilde overgeven, riep een scherpe stem hem tot de orde.

"Denk aan je dieet, schat. Je bent al zo dik." Hij kon wel door de grond zakken van schaamte. Woest keek hij haar aan. Ze schrok. Zo had ze hem al jaren niet meer weten kijken.

"Ik ben al naar het spek," stamelde ze en verdween.

Hij wist wat het was. Het vuur. Het brandde weer. Heel even, maar toch. Ik doe het, voor het te laat is, dacht hij. Hij draaide zich terug om, naar het hapje en de lange, slanke vingers van de nog altijd lachende juffrouw. Hij beet, met al de gretigheid en furie die nog in hem was. Het smaakte lekker. Zoet. Kleverig. Sappig, want het droop van zijn kin. De juffrouw krijste en wankelde achteruit. Het kartonnen kraampje met de Alpenweide stortte in. Een regen van kaasblokjes en prikkers viel voor zijn voeten. Verbaasd keek hij hoe de kaasjuffrouw bewusteloos tussen de gekreukte Zwitserse koeien lag. Haar witte schort zat vol rode vegen. Jammer van de marrakesh, dacht hij. En van de juffrouw. Hij spuwde het vingerkootje uit en ging op zoek naar zijn vrouw. Hij voelde zich zelfverzekerd.

Vandaag geen spek met eieren, dacht hij opstandig. Vandaag eten we kaasfondue.

kaashapje