Ik ga draadloos!

Ik hou niet van draden. Ze zitten overal in de weg, je struikelt erover, de hond kauwt erop en het is geen zicht. Weg ermee! Zo dacht ik een maand geleden en ik voegde de daad bij het woord, een karaktertrek die me al meermaals zuur is opgebroken.

De muis van mijn pc moest er eerst aan geloven. Weg met die staart! Dat toetsenbord? Draadloos! Ik kocht de hard- en software en al snel zat ik als een vrije vogel te spelen met mijn nieuwe aanwinsten. Aangemoedigd door dit succes viel ik de warboel van kabels onder mijn bureau aan. De meeste waren stroomkabels, dus die mochten blijven. Maar die netwerkkabels? Weg ermee! Ik ga draadloos! In een symbolische daad keilde ik alle kabels door het raam. Ik ging weer shoppen en de kerel van de shop raadde me een wireless router aan.

'Makkelijk zat', zei hij,' effe configureren in je browser en je bent vertrokken'. Ik keek hem wantrouwend aan. Hij grijnsde, waarschijnlijk had hij al een binnenpretje. Gewapend met de router en twee draadloze netwerkkaartjes kwam ik thuis: kast open, kaart erin en opstarten! Het liep al meteen mis, want ik bleek een stommiteit te hebben begaan. Eerst de drivers installeren en dan pas de kaart, zo begreep ik uit het schema op de doos, maar die had ik natuurlijk maar vluchtig bekeken. Na een uurtje of twee zwoegen herkende mijn pc het ding pas. Oef! Maar toen begon de miserie pas goed. De router kwam uit Taiwan. Geen probleem, maar de handleiding leek wel vertaald te zijn door een toevallige passant die beweerd had het Taiwanees zowel als het Engels machtig te zijn.

You do IP address so: then you do like this: click on this and then it should work. If not, then you ring ring to our firm in Taiwan. Good luck!

Niets werkte. Het was inmiddels al laat in de namiddag en ik had nog steeds geen Internetverbinding. lk was door het dolle heen. Die fluthandleiding! Dat misbaksel van een router! Dachten ze misschien van mij eronder te krijgen? Dachten ze dat? Ha! Alles terug los en helemaal opnieuw beginnen, ditmaal à la façon de Jules: trial and error!

De dag vloog voorbij terwijl ik vergeefs mijn draadloze netwerk aan de praat probeerde te krijgen. Op den duur wist ik niet meer waar mijn hoofd stond. Alles had ik geprobeerd, tot en met het uitschelden van de router voor rotte vis. Niets hielp. Het begon me te dagen dat "wireless" een soort occulte wetenschap moest zijn voor Taiwanezen en andere technologische frontrunners. Hoe dan ook, om dit te overleven moest ik op een of andere manier mijn frustratie afreageren. Op iets of iemand.

Ver moest ik niet zoeken. Wie was de stichter van al dit kwaad? De vertaler natuurlijk, maar die was ongenaakbaar. De kerel van de pc-shop was mijn tweede beste keuze! Ik greep de telefoon en hamerde met mijn wijsvinger zijn telefoonnummer. Niets. Er zat geen leven in de hoorn. Zelfs niet toen ik er zachtjes en dan harder en harder tegen mijn voorhoofd mee aandreunde. Gelukkig was ik alleen thuis.

'Stommerik!' schreeuwde ik,' je hebt een draad te veel losgerukt!'

Ik haalde diep adem en dook onder mijn bureau. Mijn diagnose was juist. Met een woeste tik dreunde ik de stekker van de telefoon op zijn plaats. Maar dat zijn fragiele dingen, zo leerde ik. Eén pinnetje vond zijn holletje niet en brak af. De Taiwanees zowel als de pc-kerel waren nu veilig voor mij. Er zat niets anders op dan mijn woede op mezelf of op een levenloos voorwerp te richten. Eerst probeerde ik de handleiding te verscheuren, maar in Taiwan weten ze van wanten als het om papiermaken gaat. Het ding gaf geen krimp. Ik keilde het tegen het plafond en creëerde zo een vlek alsof er een Jurassic insect tot moes geslagen was. Goed papier maar slechte inkt, altijd een gevaarlijke combinatie. Ik was zo woest dat ik me meteen wilde ophangen, gewoon om even niets meer te voelen. Maar dat ging niet. Ik had geen draden. Toen ging ik zitten en vloekte hartsgrondig in het Taiwanees. Dat luchtte op.