Kapers op de kust

over mensen en robots

Geniaal vind ik dat. Ik bedoel: dat van Sony. Die robot. Arthur C. Clark had het niet kunnen voorzien. Dat we robots in huis gingen halen als speelgoed. Die dacht eerder aan androïde machientjes die we voor allerlei klusjes gingen inzetten. Wassen, strijken, boodschappen doen, zo van die dingen... Nuttige dingen. Hebben we natuurlijk al, die machientjes. Maar mijn wasmachine heeft geen gezicht. En ze verkoopt geen grapjes in ik weet niet hoeveel talen. Deze robot wast niet, strijkt niet en haalt geen pantoffels als je daarom verzoekt. Alles wat deze robot doet is spelen. En, zo verzekert de Sony-man op tv ons: hij heeft gevoelens. Hij zegt het met een uitgestreken gezicht, alsof hij het meent. Ga weg, denk ik dan. Maar ik word er toch wat ongemakkelijk van. Mannen zijn nu al een bedreigde soort. Als dat waar is, van die gevoelens, dan zetten ze ons weldra aan de deur. Want een robot, dat is veel plezanter dan een paps die nooit tijd heeft om te spelen. En een clevere robot, die nooit verjaardagen vergeet en gevoelens kan faken? Daar valt het gros van de vrouwen voor. Onze rol zal zich weldra beperken tot het verwekken van nageslacht en het ophoesten van alimentatie. Geniaal is dat van Sony. De markt ligt voor hen open. Kinderen schreeuwen om aandacht. Vrouwen dito. Ik kan het weten, want ik heb mijn vrouw zien gluren naar de robot. Ze wil hem, al zal het onze laatste cent kosten. Dat weet ik, ook al heeft ze het nog niet met zoveel woorden gezegd. Ze zei wel: Ik zie hem hier al rondlopen! Met een lachje, als u begrijpt wat ik bedoel. Maar ik zal me niet als een lam naar de slachtbank laten leiden! Mijn rol is nog niet uitgespeeld. O nee! Ook IK kan namelijk eenvoudige conversaties voeren en mezelf terug oprichten als ik gevallen ben! (meestal toch, behalve die keer dat ik dacht dat ik op het plafond lag, maar dat kwam door die laffe sake.) Ook IK kan met mijn heupen draaien en danspasjes doen! Alleen dat gezichten herkennen, daar doet die robot me de broek af. Ik heb geen kop voor gezichten. Moest ik mijn buurvrouw uit een line-up kiezen, dan haal ik er geheid de verkeerde uit. Goed, een punt voor de robot. Maar ik ben groter. En ik doe nuttige dingen. Zoals afval sorteren, en sokken opvouwen, en columns schrijven. Oppassen toch. De volgende SDR-4X zal misschien meer kunnen. Zoals masseren, of over koetjes en kalfjes praten, of helpen met het huiswerk. En dan worden wij mannen overbodig als darren na de paringsdans.

robot