🌿 100 Kaarten — Bewustwording & Balans
T1 — Aanwezigheid & Aandacht
1. Waar ben ik nu met mijn aandacht?
→ Breng je aandacht 10 seconden naar je ademhaling en voel één volledige in- en uitademing.
2. Wat vraagt vandaag écht mijn focus?
→ Kies één taak die je afmaakt, zonder afleiding.
3. Welke afleiding kan ik loslaten?
→ Leg je telefoon 15 minuten weg en adem bewust.
4. Wat ervaar ik in mijn lichaam op dit moment?
→ Scan je lichaam van hoofd tot voeten in 20 seconden.
5. Welke emoties zijn nu aanwezig?
→ Noem de emotie stilletjes bij naam: “Ik voel…”.
6. Wat vertelt mijn ademhaling mij?
→ Maak drie langzame uitademingen om te verzachten.
7. Waar kan ik vandaag langzamer bewegen?
→ Voer één handeling (drinken, lopen, openen) bewust trager uit.
8. Wat wil ik vandaag bewust waarnemen?
→ Kies één detail in je omgeving dat je met aandacht bekijkt.
9. Welke kleine pauze gun ik mezelf nu?
→ Zet een timer op 1 minuut voor mini-stilte.
10. Wat is mijn intentie voor de komende 10 minuten?
→ Zeg zachtjes in jezelf: “Ik kies voor rust en focus.”
T2 — Innerlijke Rust & Stilte
11. Welke gedachte mag stiller worden?
→ Zie die gedachte als een wolk die voorbijdrijft.
12. Wat geeft mij onmiddellijk rust?
→ Doe één handeling die jou altijd kalmeert (thee, adem, licht dimmen).
13. Waar heb ik mijzelf vandaag overbelast?
→ Streep een taak van vandaag door.
14. Welke geluiden brengen mij tot kalmte?
→ Luister 30 seconden naar zachte achtergrondgeluiden.
15. Welke plek voelt voor mij als ‘thuiskomen’?
→ Sluit je ogen en visualiseer die plek 3 ademhalingen lang.
16. Hoe kan ik vandaag vriendelijker ademen?
→ Adem 4 seconden in, 6 seconden uit.
17. Welke spanning kan ik op dit moment loslaten?
→ Ontspan bewust je kaak en schouders.
18. Wat betekent innerlijke stilte voor mij?
→ Schrijf één woord dat die stilte omschrijft.
19. Waar heb ik meer ruimte nodig?
→ Neem letterlijk een stap achteruit en haal adem.
20. Wat mag ik vandaag vertragen?
→ Doe één activiteit op halve snelheid.
21. Welke behoefte heb ik vandaag genegeerd?
→ Voorzie die behoefte nu in een kleine vorm.
22. Wat geeft mij energie — en wat neemt het weg?
→ Schrijf één energiegever en één energievreter op.
23. Welke rustmomenten heb ik nodig?
→ Plan direct 5 minuten pauze later vandaag.
24. Wat kan ik vandaag doen om mijn lichaam te respecteren?
→ Drink een glas water met aandacht.
25. Welke kleine daad van vriendelijkheid gun ik mezelf?
→ Zeg: “Ik doe mijn best, en dat is genoeg.”
26. Waar voel ik energie stromen?
→ Leg één hand op die plek en adem ernaar toe.
27. Welke grenzen mag ik beter bewaken?
→ Zeg vandaag één duidelijke “nee”.
28. Wat betekent ‘goed voor mezelf zorgen’ deze week?
→ Kies één kleine gewoonte om vol te houden.
29. Welke keuze dient mijn gezondheid nu?
→ Kies voor de optie die zachter voelt, niet harder.
30. Wat kan ik vandaag weglaten om beter te functioneren?
→ Schrap één taak die niet echt nodig is.
T4 — Emotioneel Bewustzijn
31. Welke emotie domineert vandaag?
→ Noem de emotie en observeer zonder oordeel.
32. Van wie is deze emotie — van mij of van een ander?
→ Haal jezelf los door te vragen: “Is dit van mij?”
33. Hoe wil deze emotie erkend worden?
→ Leg je hand op je hart en adem 3 keer in.
34. Welke emotie heb ik te lang onderdrukt?
→ Schrijf één zin over deze emotie.
35. Wat maakt mij vandaag dankbaar?
→ Noem 3 kleine dingen op die goed voelden.
36. Wat raakt mij dieper dan ik wil toegeven?
→ Sta 10 seconden stil bij dat gevoel.
37. Welke oude emotie is opnieuw geactiveerd?
→ Erken: “Dit is oud, niet nieuw.”
38. Wat helpt mij om emoties te uiten?
→ Deel één zin met iemand die je vertrouwt.
39. Welke grens is vandaag overschreden?
→ Beschrijf wat je volgende keer anders wilt doen.
40. Wat wil mijn hart mij vertellen?
→ Leg beide handen op je borst en luister 15 seconden.
T5 — Mentale Duidelijkheid
41. Welke gedachte blijft rondzingen?
→ Schrijf hem op om ruimte te maken in je hoofd.
42. Wat is feit en wat is interpretatie?
→ Markeer welk deel geen feit is.
43. Wat kan ik vandaag objectiever bekijken?
→ Zet één stap terug van de situatie.
44. Welke overtuiging helpt mij niet meer?
→ Zeg zachtjes: “Ik hoef dit niet meer te geloven.”
45. Wat is de simpelste manier om dit probleem te zien?
→ Schrijf het probleem in één korte zin.
46. Waar kan ik meer helderheid creëren?
→ Ruim één kleine plek fysiek op.
47. Welke vraag wil ik mezelf stellen?
→ Formuleer één krachtige, open vraag.
48. Wat heb ik nodig om een besluit te nemen?
→ Maak een lijstje met “voordelen” en “nadelen”.
49. Wat mag minder ingewikkeld?
→ Kies voor de makkelijkste oplossing.
50. Welke gedachte mag ik vandaag vernieuwen?
→ Vervang één oude gedachte door een nieuwe.
51. Welke relatie vraagt vandaag aandacht?
→ Stuur één warm bericht naar die persoon.
52. Waar ben ik eerlijk geweest — en waar niet?
→ Erken eerlijk één stuk dat je lastig vond.
53. Welke behoefte durf ik nog niet uit te spreken?
→ Oefen de zin zachtjes voor jezelf.
54. Waar kan ik meer luisteren?
→ Luister 10 seconden langer voordat je reageert.
55. Welke verbinding voedt mij?
→ Plan iets kleins met deze persoon.
56. Waar geef ik te veel?
→ Trek vandaag één grens eerder.
57. Waar ontvang ik te weinig?
→ Erken: “Ik mag meer ontvangen.”
58. Welke kleine daad versterkt vandaag een relatie?
→ Geef één compliment dat je voelt.
59. Welke relatie mag ik losser laten?
→ Laat de spanning even uit je lichaam glijden.
60. Hoe kan ik vandaag met zachtheid reageren?
→ Adem eerst, spreek daarna.
T7 — Authenticiteit & Zelfkennis
61. Waar ben ik mezelf niet geweest vandaag?
→ Noem één moment waarop je anders deed dan je voelde.
62. Wat voelt écht en wat voelt ‘moeten’?
→ Volg vandaag het échte, minstens één keer.
63. Welke keuze weerspiegelt mijn waarden?
→ Kies iets dat klopt met wie je bent.
64. Wat wil ik graag maar durf ik niet?
→ Zet vandaag één micron-stap in die richting.
65. Wat heb ik te leren over mezelf?
→ Schrijf één nieuw inzicht dat vandaag opkomt.
66. Wat maakt mij uniek?
→ Noem één talent of eigenschap waar je trots op bent.
67. Wat heb ik geleerd van een recente fout?
→ Schrijf: “Deze fout leerde mij dat…”
68. Waar ben ik trots op dat ik nooit uitsprak?
→ Zeg het vandaag hardop tegen jezelf.
69. Welke talenten gebruik ik te weinig?
→ Gebruik één talent 2 minuten bewust.
70. Wat betekent ‘authentiek’ voor mij?
→ Omschrijf authenticiteit in één woord.
T8 — Leefritme & Structuur
71. Wat heeft vandaag prioriteit?
→ Kies één topprioriteit en laat de rest even los.
72. Wat mag ik schrappen op mijn planning?
→ Streep één taak meteen door.
73. Wat is een kleine actie die mijn dag verbetert?
→ Doe die actie nu binnen 60 seconden.
74. Waar kan ik meer consistent zijn?
→ Kies één herhaalbare microgewoonte.
75. Welke gewoonte wil ik versterken?
→ Herhaal de gewoonte één extra keer vandaag.
76. Wat is mijn meest energieke tijd van de dag?
→ Plan daar één belangrijke taak in.
77. Wat kan ik ritueel maken?
→ Maak van één dagelijkse handeling een mini-ritueel.
78. Welke structuur geeft mij vrijheid?
→ Voeg vandaag één kleine vaste routine toe.
79. Waar raak ik het evenwicht kwijt?
→ Noteer wat het evenwicht verstoort.
80. Hoe kan ik mijn dag lichter maken?
→ Verwijder één kleiner ding dat zwaar voelt.
T9 — Zingeving & Richting
81. Wat geeft mijn leven betekenis vandaag?
→ Sta stil bij één moment dat waardevol voelde.
82. Wat hoop ik diep vanbinnen?
→ Schrijf je diepste wens zonder filter.
83. Welke droom heb ik genegeerd?
→ Zet één kleine stap: onderzoek, schrijf, visualiseer.
84. Wat voelt als de juiste richting?
→ Volg het pad dat rust geeft, niet spanning.
85. Waar verlang ik écht naar?
→ Noem het verlangen hardop.
86. Wat wil ik bijdragen aan de wereld?
→ Doe vandaag één mini-daad van vriendelijkheid.
87. Welke waarde wil ik meer leven?
→ Kies vandaag een actie die die waarde weerspiegelt.
88. Wat zegt mijn intuïtie hierover?
→ Luister 5 seconden in stilte naar je eerste impuls.
89. Welke angst blokkeert mijn richting?
→ Erken de angst met mildheid: “Je mag er zijn.”
90. Welk klein stapje brengt me dichterbij mijn doel?
→ Zet dat stapje binnen 24 uur.
91. Waar kan ik mezelf verankeren?
→ Plaats beide voeten stevig op de grond.
92. Wat is mijn basis vandaag?
→ Noem drie dingen die stabiel zijn.
93. Welke rustbron kan ik activeren?
→ Activeer één bron: muziek, natuur, stilte, warmte.
94. Wat betekent ‘herstellen’ voor mij?
→ Gun jezelf één herstellende actie.
95. Waar voelde ik veiligheid vandaag?
→ Herinner dat moment 10 seconden bewust.
96. Welke signalen van overbelasting heb ik genegeerd?
→ Erken één signaal zonder schuldgevoel.
97. Waar heb ik behoefte aan aanraking, warmte of steun?
→ Wikkel jezelf in een deken of leg je hand op je hart.
98. Wat is mijn veiligste gedachte vandaag?
→ Herhaal: “Ik ben veilig in dit moment.”
99. Wat helpt mij om terug te komen naar het nu?
→ Noem drie dingen die je ziet, twee die je voelt, één die je hoort.
100. Wat kan mij vandaag opnieuw in balans brengen?
→ Doe één zachte, kleine herstellende handeling.