Deel VII Het helpen van andere gezinnen
35. Vorm een studiegroep voor ouders
36. Gids voor het leiden van een studiegroep
Gelukkige gezinnen zijn allemaal hetzelfde;
elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen manier.
Leo N. Tolstoj
Ons laatste advies voor een gelukkig, efficiënt en ordelijk thuis: begin een studiegroep voor ouders. Eerst zullen wij u vertellen waarom en dan hoe.
Het meest essentiële filosofische principe uit de Adleriaanse psychologie is gemeenschapsgevoel. Het woord dat Adler gebruikte, was Gemeinschaftsgefühl, wat betekent ‘gevoel voor menselijke waardigheid’ of ‘het gevoel, deel uit te maken van de mensheid’. Alle belangrijke menselijke problemen zijn te wijten aan een gebrek aan gemeenschapsgevoel. De dief, de moordenaar, de drugverslaafde, de alcoholist, de nietsnut, de luiwammes, de cynicus, de pessimist, de neuroticus, de psychopaat - allen hebben een tekort aan gemeenschapsgevoel. De normale, opgewekte, succesvolle persoon houdt van mensen en wordt door hen gewaardeerd. Zo iemand bekommert zich om anderen.
Dit betekent niet noodzakelijkerwijs dat deze mensen zulke goeierds zijn of dat ze, figuurlijk gesproken, voor Sinterklaas spelen, of dat ze aan liefdadigheid doen - hoewel mensen die dat doen, waarschijnlijk over heel wat gemeenschapsgevoel beschikken; het betekent dat ze zich bekommeren om het welzijn van anderen. Ze participeren. Ze geven iets van zichzelf.
Wij geven u in overweging, een studiegroep voor ouders te beginnen om de volgende redenen:
Zodoende wordt u een voorbeeld voor uw eigen kinderen: u laat zien dat uw bezorgdheid verder gaat dan alleen maar uzelf en uw naaste familie.
U zult in staat zijn andere ouders te helpen in hun streven om hun kinderen te begrijpen, hun problemen aan te pakken en te bouwen aan een beter gezin en een betere omgeving.
U zult goede ideeën van anderen horen.
U zult nieuwe vrienden maken.
Het zal u bevrediging schenken, anderen op die manier te kunnen helpen bij hun problemen.
Er zijn al vele studiegroepen voor ouders opgezet door huisvrouwen, die daarbij gebruik maken van op de Adleriaanse psychologie gebaseerde lectuur. De meeste ouders die met zulke groepen begonnen, waren geen ‘professionals’ en hadden aanvankelijk geen ervaring, maar allen hadden er plezier in en hadden er bovendien voordeel van.
Zo’n studiegroep bestaat feitelijk uit een aantal ouders, meestal allemaal moeders, of moeders èn vaders, die één keer per week ongeveer anderhalf á twee uur bijeenkomen, en dat gedurende een twaalftal weken. De groepsleden bestuderen allemaal hetzelfde boek. Eén van de leden wordt de groepsleidster; het is haar taak, de hoofdstukken aan te wijzen die moeten worden gelezen, en een serie vragen voor de discussie op te stellen. Tijdens de bijeenkomst begint ze met het stellen van de vragen, leidt de discussie, verwijst de groep weer naar het boek - maar ze geeft nooit haar eigen mening als gezaghebbend.(Zie hieronder!) Het boek, niet de leidster van de studiegroep, is de leraar!
Zulke groepen komen gewoonlijk bijeen in het huis van één van de leden, of in een kerkgebouw, een school of buurthuis. Vaak wordt er een oppas voor de kinderen aangetrokken op de plaats van bijeenkomst. Gewoonlijk schaft één persoon de boeken aan, hetzij bij een boekhandel, bij een Adleriaanse organisatie zoals bijvoorbeeld de Stichting voor Toepassing van de Individual Psychologie (STIP), of rechtstreeks bij de uitgever. De totaal verschuldigde bijdragen voor die periode van twaalf weken moeten alle kosten dekken (het boek, de kinderoppas en de koffie).
Laten we nu eens kijken hoe zulke groepen worden gestart en geleid. Er zijn natuurlijk allerlei mogelijkheden; we zullen er slechts enkele noemen:
U kunt de directeur van een basisschool bij u in de buurt ervan op de hoogte stellen dat u een studiegroep voor ouders zou willen beginnen en uw telefoonnummer achterlaten, zodat iedereen die geïnteresseerd is, u kan bellen; u kunt beginnen voorbereidingen te treffen. U kunt deze informatie ook doorgeven aan een geestelijke, een buurthuiswerker, jeugdleider, arts - iedereen die veelvuldig in aanraking komt met mensen.
U stelt een eenvoudige aankondiging op, die u op het mededelingenbord in bijvoorbeeld een supermarkt kunt prikken.
U kunt vrienden en kennissen vertellen wat u van plan bent en hun vragen dit aan hùn vrienden en kennissen door te geven.
Ondertussen moet u een boek uitzoeken dat voor dit doel geschikt is. In de literatuurlijst aan het eind van dit boek vindt u een aantal titels. Het boek dat het meest wordt gebruikt, is ‘Kinderen dagen ons uit’ van Rudolf Dreikurs. Natuurlijk zijn wij van mening dat ook ons boek bruikbaar is! Ouders moeten verschillende boeken bekijken vóór ze een keus maken die is toegespitst op hùn groep.
In zo’n studiegroep moet iemand als leidster fungeren. Vaak is dat, hoewel niet noodzakelijk, de initiatiefneemster. De leidster moet tenminste één keer het boek snel doornemen, het daarna zorgvuldig lezen en het in bijvoorbeeld tien onderdelen opsplitsen. Tijdens elke bijeenkomst wordt dan één onderdeel besproken. Voor leder onderdeel stelt de groepsleidster een aantal vragen op, of ze gebruikt de vragen die worden gegeven in hoofdstuk 36, als die haar geschikt lijken.
Het is belangrijk dat de leidster zich realiseert dat zij geen lerares is. Zij geeft geen advies! Dit zou volledig in strijd zijn met de geest van een studiegroep voor ouders. Zij moet, indien nodig, de inhoudsopgave raadplegen en dan zeggen:
‘Over dit onderwerp staat iets op bladzijde ... Ik zal het eens voorlezen.’ Met andere woorden: zij functioneert niet als deskundige.
Als een groep na twaalf weken wordt ontbonden, zijn er meestal een paar ouders die besluiten ook een studiegroep te beginnen. Zodoende kan de organisatrice van de eerste groep er verantwoordelijk voor zijn dat binnen enkele jaren duizenden ouders worden bereikt.
De volgende mogelijkheid is ‑ en wij kennen in de Verenigde Staten vele voorbeelden hiervan - dat ouders een ‘centrum voor gezinsopvoeding’ oprichten dat is gebaseerd op Adleriaanse principes. Voor nadere informatie kan men zich in verbinding stellen met de STIP - de Stichting voor Toepassing van de Individual Psychologie van Alfred Adler.
De meeste van deze centra, zoals die bestaan in de Verenigde Staten van Amerika en Canada, werken met een zeer lage kostenfactor. In het algemeen komt men bijeen in een kerk, school, of buurt‑ of dorpshuis. Er wordt meestal een jaarlijkse bijdrage gevraagd. Via de verkoop van boeken en het inzamelen van geld slaagt men erin zichzelf te bedruipen. Gewoonlijk betaalt niemand voor te verrichten diensten en krijgt niemand betaald voor het verlenen van diensten. Als de organisatie erg groot wordt, wordt wel eens een betaalde administratieve kracht aangetrokken. In genoemde landen is een aantal centra voor gezinsopvoeding voortgekomen uit het nederige begin van een studiegroep voor ouders.
Om alle door ons genoemde redenen bevelen wij de lezers van dit boek met klem aan, in overweging te nemen dit boek of één van de aanbevolen boeken in een groep ouders te bestuderen. Niet alleen zult u anderen kunnen helpen bij hun moeilijkheden, maar u kunt ook uzelf helpen door de kracht van de groep ‑ op die manier worden de Adleriaanse principes verhelderd, aangescherpt en makkelijker toegankelijk.