HET PROBLEEM
Mevrouw Van Duren keek uit het raam en zag haar 4-jarig zoontje Wim met alweer een natte broek; het werd haar bijna te veel. Gisteren nog had haar buurvrouw gevraagd: ‘Is er iets met Wim? Ik bedoel... kan hij zijn plas wel ophouden? Ben je er al eens voor bij de dokter geweest?’
Mevrouw Van Duren was hier al verscheidene keren voor bij de dokter geweest; vol overtuiging had hij tegen haar gezegd: ‘Sommige kinderen zijn nu eenmaal een beetje laat met het leren beheersen van hun sluitspieren. U moet maar wat geduld met hem hebben. Hij groeit wel over die incontinentie heen. Lichamelijk is er niets met hem aan de hand.’En zij had gezegd: ‘Maar dokter, vorig jaar deed hij het niet - toen ging hij op tijd naar de wc.’
Uit het raam schreeuwde ze woedend: ‘Wim!’ Haar zoon stond stil, draalde zich om en begon langzaam naar huis te lopen. ‘Vlug een beetje!’, riep ze. Haar handen jeukten om hem te slaan! Ze wist immers dat hij zich kon beheersen. Hij wilde alleen maar spelen en was te lui om naar binnen te komen om naar de wc te gaan. Wanneer zou hij het eindelijk eens leren? Wim liep nog steeds langzaam en mevrouw Van Duren gilde: ‘Schiet op! Nu meteen komen! En dan bedoel ik ook nu meteen!’ Nu was Wim bij de deur; hij keek haar schuldbewust en angstig aan. Ze gaf hem een flinke klap, greep hem bij zijn pols en sleurde hem over de vloer. Toen ze ook nog ontlasting uit zijn broekspijp zag komen, werd ze nog woedender. Ze sleepte hem de badkamer in.
Een half uur later zat Wim met een wit gezicht in zijn kamer. Moeder had tegen hem gezegd: ‘je mag nooit meer buiten spelen; je bent nog maar een baby; je bent te lui om erop te letten of je naar de wc moet; je houdt helemaal geen rekening met mij; je kunt er zelf best op letten, je wilt het alleen niet; jij wilt mij gek maken.’
BESPREKING
Als wij van ouders horen dat een kind in het verleden zindelijk was, maar het nu weer in zijn broek doet, vermoeden wij dat één van beide of beide ouders proberen het kind te veel te reguleren. Geen enkele ouder kan de ingewanden van een kind reguleren. Een kind dat verwikkeld is in een machtsstrijd met een ouder, of wrok koestert over te veel straf, leert dat het bij de ouders hard aankomt als hij het in zijn broek doet. Hij is er zich niet van bewust waaròm hij dat doet - om zijn ouders te laten zien dat zij in dit opzicht geen macht over hem hebben, of dat hij ze op zijn manier kan kwellen -, maar gewoonlijk liggen deze doelstellingen ten grondslag aan zijn onzindelijk gedrag. Ouders worden kwaad, mopperen en straffen; dit versterkt het gedrag, en zo blijft het doorgaan.
OPLOSSING
Om het probleem van de incontinentie op te lossen, moeten ouders eerst ophouden met het controleren van het gedrag van het kind - niet alleen waar het de zindelijkheid betreft, maar in het algemeen. Zij moeten hun nederlaag toegeven, tegenover zichzelf en zelfs tegenover het kind, en gebruik gaan maken van de wet van logische gevolgen.
Een logisch gevolg met betrekking tot onzindelijkheid is dat het kind zichzelf wast en verschoont. Dit is een vies karweitje dat het kind net zo min leuk vindt als de ouder. Op een rustig moment moet u het kind vertellen dat hij, als hij het weer in zijn broek doet, zelf de rommel moet opruimen naar de badkamer gaan, zich wassen, schone kleren aantrekken en zijn vuile goed in een afgesloten wasemmer doen. Deze gang van zaken moet maar één keer worden uitgelegd. Als het kind het dan weer in zijn broek doet, moet u zich niet geërgerd, boos of gekwetst tonen en moet u de aanwezigheid van het kind negeren zolang hij vies is. Zo raakt u er als ouder niet bij betrokken; het kind draagt de verantwoordelijkheid. Hij zal al gauw ophouden het in zijn broek te doen, omdat het voor hem geen effect meer heeft: het levert hem geen aandacht van de ouders op; hij ondervindt niet langer het genoegen, door moeder of vader te worden verschoond, maar moet in plaats daarvan het onsmakelijke karwei zelf opknappen. Afgezien van de kwestie of het onbewuste doel van het slechte gedrag een streven naar macht of een wraakneming is, het levert het kind nu niets op, zelfs geen boosheid of gekwetstheid van de ouder.
Ouders moeten het kind nooit hun liefde onthouden. Als hij zich goed gedraagt, moeten zij hem positieve, liefdevolle aandacht geven. Ze moeten tijd uittrekken om met hem te spelen. Als anderen bij het opvoedingsproces betrokken zijn buren of andere familieleden - moeten deze hun medewerking toezeggen en op dezelfde wijze handelen als de ouders bij het oplossen van het probleem.
OPLOSSING, TOEGEPAST OP WIM
Na het probleem te hebben voorgelegd aan een gezinscounselor sprak mevrouw Van Duren op een rustige, liefdevolle manier met Wim: ‘Wim, ik vind dat je nu een grote jongen bent en dat ik je niet langer als een baby moet behandelen. Je kunt al zo veel dingen zelf, en je doet ze erg goed. Ik geloof dat het verkeerd van mij was om tegen je te schreeuwen en je een klap te geven als je niet naar de wc ging. Als je het in je broek doet, kun je je voortaan best zelf wassen, als een grote jongen. Er liggen handdoeken, washandjes en zeep in de badkamer. Als je je hebt gewassen, stop je je vuile kleren in deze emmer en dan doe je schone kleren aan; je weet in welke laden ze liggen.’
‘Maar mammie, ik kan dat zelf vast niet zo goed als jij’ ‘Dat komt best in orde, Wim. Doe het maar zo goed als je kunt. Ik weet zeker dat je groot genoeg bent om het goed te doen.’
Omdat de buurvrouw zich er zeer aan ergerde als Wim bij haar rondliep met een vuile broek, vertelde mevrouw Van Duren haar van de nieuwe opvoedingsmethode en vroeg haar of zij tegen Wim wilde zeggen dat hij naar huis moest gaan als hij het in zijn broek had gedaan. De buurvrouw beloofde van harte om mee te werken.
Die middag deed Wim het in zijn broek terwijl hij buiten speelde. Mevrouw Van Duren zag door het raam wat er gebeurde, maar deed er niets aan. Later kwam Wim binnen en ging vlak bij haar staan. Zij bleef echter rustig zitten lezen. Eindelijk ging hij naar de badkamer en waste zich. Hij deed de vuile kleren in de emmer, maar liet de badkamer smerig achter. Hij trok schone kleren aan en ging naar de televisie kijken. Even later, toen Wim niet op haar lette, maakte mevrouw Van Duren de badkamer schoon en stopte de vuile kleren in de wasmachine.
Wim deed het nog twee dagen in zijn broek; moeder bleef dezelfde methode volgen. Als hij zindelijk was, gaf zij hem liefdevolle aandacht en speelde met hem. Vader speelde na het avondeten ook een poosje met hem. Op de derde dag deed Wim het niet meer in zijn broek, maar ging bijtijds naar het toilet. Gedurende de daaropvolgende weken had hij nog verscheidene ‘ongelukjes’, maar iedere keer waste hij zich. En in het vervolg gebruikte hij het toilet.
MEER VOORBEELDEN
Robbie, Guus en Daan kwamen met hun moeder naar één van onze bureaus voor gezinsmoeilijkheden. Het grootste probleem was dat Guus thuis in zijn broek plaste; de jongens sliepen met z’n drieën in één kamer en Robbie en Daan klaagden over de stank. Moeder kreeg de raad, Guus te vertellen dat hij zich voortaan zelf moest wassen, enzovoorts. Haar werd ook te verstaan gegeven dat zij zich niet moest bemoeien met de woordenwisseling tussen de kinderen over dit onderwerp. De volgende keer dat het gezin op het bureau kwam, vertelde moeder dat het probleem de wereld uit was, een wonder.
Toen zij Guus niet langer hielp door hem te wassen en hem tegenover zijn broers in bescherming te nemen, regelden de kinderen de zaak onderling en het probleem werd opgelost.
Rinus van 6 deed het thuis en op school in zijn broek. De onderwijzeres vroeg aan Rinus’ moeder hem een stel schone kleren mee te geven en tegen Rinus zei ze dat hij, elke keer dat zoiets gebeurde, naar het jongenstoilet moest gaan en zich daar moest wassen en verschonen. Nadat dit één keer(!) was voorgevallen, deed hij het op school niet meer in zijn broek. Maar toen overkwam het hem in de bus op weg van school naar huis. Moeder was er ondersteboven van. Ze waste Rinus en mopperde op hem, maar hij bleef in zijn broek plassen.
Zij besprak het met de onderwijzeres en besloot háár methode eens te proberen. Het werkte. Rinus deed het niet meer in zijn broek, noch in de bus, noch thuis.
SAMENVATTING
Leren door nare ervaringen is erg effectief. De methode die wij de wet van de natuurlijke en logische gevolgen noemen, kan soms moeilijk zijn voor de ouders, maar wèrkt wel.