Veel mensen zijn van mening dat de beste manier om een kind op te voeden is, hem te belonen als hij iets doet wat hun aanstaat en hem te straffen als hij iets doet wat hun niet aanstaat. Het is ongetwijfeld waar, dat zij op deze manier het gedrag van hun kind kunnen 'vormen'. Echter, beloningen en bestraffingen kunnen ongewenste neveneffecten hebben. Het beloonde of bestrafte kind kan afhankelijk en angstig worden, opstandig en vijandig, achterbaks en leugenachtig, slaafs en onzeker van zichzelf.
Als opvoedingsmethode heeft het systeem van beloningen en straffen ernstige tekortkomingen. Het is onverenigbaar met de menselijke waardigheid. Het vertoont gebrek aan respect. Het verheerlijkt macht en kracht. Een beloning is vaak omkoping; straf is dikwijls wraak. Het zijn voorbeelden van 'superieurinferieur” - verhoudingen.
De koning geeft één van zijn onderdanen een geschenk. Een generaal reikt een soldaat een medaille uit. De vader geeft zijn kind geld. In elk van deze gevallen geeft een superieur aan een mindere een premie voor goed gedrag. De vader die zegt: 'je mag met me mee naar de voetbalwedstrijd als je naar de kapper gaat', koopt zijn kind om. Moeder zegt: 'Als je zelf je bed opmaakt, krijg ie een kwartje van me.' De volgende dag zegt het kind: 'Als je me een kwartje geeft, zal ik mijn bed opmaken.' Zo leert het kind zijn ouders te chanteren.
De koning eist een deel van de oogst op; als de boer weigert, wordt hij gestraft. Als een soldaat zonder toestemming afwezig is, zal de generaal hem straffen. Als een kind niet doet wat hem gezegd is, krijgt hij een standje. In al deze gevallen is er sprake van een superieur die de baas speelt over een mindere.
Regelmatig wordt er gestraft om de eenvoudige reden dat de ouder niet weet hoe hij het kind anders moet behandelen. Straf kent vele vormen: lichamelijke mishandeling (klappen uitdelen, een pak slaag geven), verbale mishandeling (uitschelden, vernederen), ontzegging (naar bed sturen zonder eten, niet naar de televisie mogen kijken), isolering (voor een bepaalde tijd in de eigen kamer moeten blijven), thuishouden (niet met vriendjes buiten mogen spelen), enz. Kort samengevat kunnen aan de bezwaren tegen het straffen als opvoedingsmethode de volgende punten worden toegevoegd:
Straf is gewoonlijk een willekeurig uitoefenen van macht door de ouder, die alleen beslist of, wanneer en hoeveel straf er moet worden gegeven. De ouder wordt aanklager, rechter en bewaker. 'Macht is recht', kan het kind hieruit afleiden - macht is wat telt.
Straf staat dikwijls niet in logisch verband met de overtreding. Als wij een kind verbieden om naar de televisie te kijken omdat hij zijn handen niet heeft gewassen, is er geen logisch verband tussen de 'overtreding' en de 'straf.
Straf roept gevoelens van wrok op. Het kind kan denken dat de ouders onredelijk zijn, omdat de straf volstrekt niet in verhouding stond tot de overtreding.
Straf kan karaktergebreken doen ontstaan. Het gestrafte kind zal ervoor zorgen niet meer gesnapt te worden. Hij kan achterbaks worden en gaan liegen.
Een kind kan het respect voor orde verliezen. Als een kind te licht wordt gestraft, kan hij proberen ook andere overtredingen te begaan - per slot van rekening, zo kan hij redeneren, valt de straf erg mee.
Het kind kan proberen het de ouders betaald te zetten. Als een kind het gevoel heeft onrechtvaardig te zijn gestraft, kan hij proberen wraak te nemen door zichzelf of zijn ouders, of beide partijen, te kwetsen. Dit verschijnsel komt soms voor bij kinderen die vaak worden gestraft. Zij kunnen losgeslagen, opstandig en misdadig worden.
Het kind kan ook gaan straffen. Door het kind te straffen, leert u hem dat dit een manier is waarop je anderen kunt behandelen. Hij zal waarschijnlijk de tactiek van het straffen gaan gebruiken tegenover dieren, andere kinderen en zelfs tegenover u, zijn ouders.
Het straffen zal uiteindelijk moeten ophouden. Als het kind een bepaalde leeftijd heeft bereikt, zullen de ouders gewoon moeten ophouden met het nemen van strafmaatregelen. Als een ouder een groot kind probeert te straffen, kan dit uitlopen op een situatie die voor beiden zeer onverkwikkelijk is.
Straf is op de lange duur niet afdoende om de belangrijkste doelstellingen te bereiken. Voor het ogenblik kan straf een eind maken aan afkeurenswaardig gedrag. Maar als een kind alleen maar ophoudt uit angst voor straf, zal hij waarschijnlijk slechts van ongewenst gedrag afzien zolang de angst voor straf aanwezig is. Hij wordt niet geholpen om een innerlijke beheersing te ontwikkelen en op die manier tot goed gedrag te komen. Ouders zouden zich niet moeten beperken tot pogingen om bepaalde vormen van wangedrag te doen ophouden; hun voornaamste en overheersende doelstelling zou moeten zijn: het kind te helpen zich coöperatief op te stellen. Het gestrafte kind ontwikkelt vaak ongewenste eigenschappen - liegen, bedriegen, schijnheilig doen; hij zal niet leren samen te werken voor het welbevinden van allen. Straf eist niet alleen een zware tol van het kind, maar verstoort ook op ernstige wijze de harmonie in het gezin.
Straf leidt tot steeds grotere strengheid en gaat terzelfder tijd steeds minder afschrikwekkend werken. Wanneer ouders hun kind ernstig mishandelen is dit gewoonlijk een gevolg van het feit dat hun kind niet meer bang is voor straf. Als slaan hem geen angst meer inboezemt, kan de ouder overgaan tot het hanteren van de zweep, en als ook dit niet meer afschrikt, kan de ouder uit machteloze woede schrikbarend ver gaan.
Straf kan in feite slecht gedrag bevorderen. Onder bepaalde omstandigheden kan een kind zich zowaar slecht gedragen met het doel te worden gestraft! En hoe vaker, hoe sneller de ouder straft, des te vaker misdraagt het kind zich.
Vader leest de krant. Zijn 5-jarige zoon trekt hem aan zijn arm en vraagt of vader met hem wil spelen. Vader zegt enige keren nee, maar de jongen blijft aandringen. Eindelijk schreeuwt vader tegen hem: 'Ik geloof dat je om een pak slaag vraagt!' Het kind blijft aan vaders arm trekken en plotseling geeft de getergde vader hem een klap. Het kind begint woedend te krijsen. Berouwvol kijkt vader naar zijn geliefde 5-jarige, die alleen maar wilde spelen, en tilt hem op. 'Jan! Stil maar. Zo'n pijn doet het toch niet. Ik vind je erg lief Kom maar spelen. Hier heb je een kwartje. Ik zal je voorlezen. Kom maar op mijn rug zitten, dan mag je paardje rijden.'
Na een poosje houdt de jongen op met snikken, zijn tranen zijn gedroogd. Vader laat zich op handen en voeten zakken en jantje rijdt paard op vaders rug, kraaiend van plezier.
Vragen om straf wás de moeite waard.
Hier volgt een voorbeeld van een situatie die zowel goed als slecht kan worden opgevangen.
Guus en Anneke vroegen hun zoon Chris of hij even naar de tennisclub zou willen gaan om op hun naam een tennisbaan te reserveren voor de volgende morgen 8 uur. Chris ging en kwam terug met de mededeling dat het in orde was. Guus belde vrienden op en nodigde hen uit voor een partijtje kennis, de volgende ochtend. Toen beide echtparen elkaar op het afgesproken tijdstip op de tennisbaan ontmoetten, stond hun naam niet genoteerd voor 8 uur 's morgens, maar voor 8 uur 's avonds. De ouders waren woedend, de vrienden teleurgesteld. Wat te doen?
Vaders eerste reactie is, Chris flink de les te lezen; moeders reactie is dezelfde, hoewel zij wel wil aannemen dat Chris het goed bedoelde. Vader gelooft echter dat dit weer een voorbeeld is van Chris' ongewenste gedrag: zich 'dom' voordoen en sabotage plegen tegenover zijn ouders.
Zouden de ouders hun gevoelens tegenover Chris laten blijken, dan zou dit een straf zijn en dit zou Chris nog meer het gevoel geven tekort te schieten; het zou hem nog angstiger maken en hij zou in het vervolg nog minder geneigd zijn iets voor zijn ouders te doen. Wat zou nu in dergelijke situaties moeten worden gedaan?
Bijna alles is beter dan straf geven. Niets zeggen zou een oplossing kunnen zijn. Hem in humoristische bewoordingen vertellen wat er is gebeurd, zou een andere manier zijn om dit aan te pakken. Wat telt, is dat het kind zich niet vernederd, vervreemd of vijandig bejegend voelt. Iedereen kan een fout maken. Het kind bedoelde het goed. Hem op een of andere manier straffen zal ertoe leiden dat hij in zijn schulp kruipt, zich gekwetst voelt en minder bereid zal zijn tot medewerking.
Adlerianen zien problemen - en dit is een voorbeeld van een probleem - als goede aanknopingspunten. Guus en Anneke kunnen deze situatie zowaar gebruiken om de verhoudingen binnen hun gezin te versterken - als zij wijs genoeg zijn om de zaak verstandig aan te pakken.
Noch beloningen, noch straffen zijn effectieve opvoedingsmethoden voor hedendaagse kinderen. De beste manier voor een ouder om slecht gedrag te corrigeren en toch een goede verstandhouding te bewaren, is het toepassen van de wet van logische en natuurlijke gevolgen, waarover het volgende hoofdstuk gaat.