INLEIDING bij IV. Interactieproblemen
Problemen betreffende de wisselwerking tussen ouders en kinderen en tussen kinderen onderling kunnen zeer schokkend zijn. Een lastig kind of een driftige ouder kan het gezin ‘m voortdurende verwarring brengen. Een ongelukkig gezinsleven komt maar al te vaak voor. Dit is tragisch; te meer omdat het betrekkelijk eenvoudig is, een sfeer van spanning en wanhoop te veranderen in een stemming van geluk en tevredenheid.
Veel ouders zijn van mening, dat het een natuurlijke zaak is dat kinderen ruzie maken en dat het noodzakelijk is de kinderen voortdurend in de gaten te houden. Gelukkig zijn er betere manieren om ruzie uit te bannen. Een ander, werkelijk gevaarlijk probleem is ruzie in de auto. En wat is verdrietiger voor ouders dan kinderen die zich in het openbaar slecht gedragen? Ouders hebben de plicht, anderen niet lastig te vallen met hun onopgevoede kinderen.
Vervelende bengels opvoeden tot plezierige kinderen kost inspanning, maar het is beslist de moeite waard. Is er een groter genoegen voor ouders dan hun kinderen te zien opgroeien tot vriendelijke, sympathieke mensen, die rekening met anderen houden?
19 Huiselijke ruzies
HET PROBLEEM
Meneer Aarts had een moeilijke dag op kantoor gehad. Toen hij thuiskwam, trok hij zijn schoenen uit en strekte zich uit op de bank. Hij had net zijn ogen gesloten, toen de rust werd verstoord door een doordringende kreet. Meneer Aarts schrok op en opende zijn ogen. In de eetkamer waren Ronnie en Maartje weer bezig met vechten en kijven. Hij deed zijn ogen weer dicht in de hoop dat de kinderen zouden ophouden, maar dat gebeurde niet. In een plotselinge vlaag van woede kwam hij overeind en schreeuwde: ‘Hou toch eens op, verdomme nog an toe! Allebei naar je kamer, nu meteen!’ Maartje begon zich luidkeels te beklagen over wat Ronnie had gedaan, maar vader wilde nergens van horen. Hij liep met opgeheven hand op Maartje af, klaar om een klap uit te delen. Met een van woede vertrokken gezicht blies zij de aftocht. Ronnie was al naar zijn kamer verdwenen.
Toen meneer Aarts zich omdraaide, zei zijn vrouw, die had gezien wat er was gebeurd: ‘Het was echt Ronnies schuld. Maartje was rustig met haar pop aan het spelen en toen trapte Ronnie expres op haar pop. Nu is Maartje boos op je, omdat ze vindt dat je haar niet eerlijk behandeld hebt’. ‘Ach, klets!’ , antwoordde de vader. ‘Het enige wat ik wil, is een beetje rust en stilte. Die twee maken de hele dag alleen maar ruzie en nog eens ruzie. Waarom toch? Doen alle kinderen dat nou? Ik herinner me niet dat mijn broers en ik dat deden...’
BESPREKING
Wij hebben ervaren dat het geruzie van de kinderen het meest voorkomende en voor ouders het meest irriterende probleem is. Toch is ruzie tussen kinderen een probleem dat gemakkelijk aan te pakken is!
Waarom maken kinderen ruzie? Zij en hun ouders zijn meestal van mening dat de ruzie gaat over het geschilpunt dat aan de orde lijkt te zijn. Zo dacht mevrouw Aarts in het voorval dat we zojuist weergaven, dat de reden van de ruzie was dat Ronnie op Maartjes pop had getrapt. Wij zijn echter van mening dat aan deze schijnbare aanleiding een veel fundamentelere reden ten grondslag ligt - de werkelijke reden zouden we kunnen zeggen. Kinderen maken meestal ruzie om hun ouders bezig te houden - om te bereiken dat hun ouders zich met hen bemoeien. Zelf zijn ze zich dat zelden bewust. Desondanks geloven wij dat dit het geval is: hun voornaamste doel bij het ruziemaken is, de aandacht van hun ouders te trekken.
Om een eind te maken aan het geruzie, moeten ouders er alleen maar voor zorgen dat de kinderen deze doelstelling op die manier niet kunnen bereiken.
Ondertussen moeten we duidelijk stellen dat wij ruziemaken niet per se afwijzen. Wij vinden dat kinderen het recht hebben om ruzie te maken. Ze hebben echter niet het recht om anderen, die hen niet storen, met hun geruzie lastig te vallen. Zeer zeker had Maartje het recht om ruzie te maken met Ronnie omdat hij met opzet op haar pop trapte. Maar zij had niet het recht om haar vader te hinderen.
OPLOSSING
Wij doen u drie methoden aan de hand om met ruzies van kinderen om te gaan. Wij adviseren u, in de regel de eerste methode te gebruiken, zolang dit u nog doenlijk of raadzaam lijkt. Als deze methode niet bruikbaar is of geen effect heeft, probeer dan de tweede, of, als deze ook niet lukt, de derde.
Verdraag het. Bedenk: het zijn nog maar kinderen; ze moeten met het leven om leren gaan; dat gekibbel en geruzie is hun manier om te leren hun problemen op te lossen. Blijf kalm, laat de kinderen het zelf uitvechten en zeg niets. Vroeg of laat zullen ze ophouden.
Ga weg. Wees geen toeschouwer. Ga naar een andere kamer. Als de ruzie over is, komt u gewoon weer terug, zwijgend.
‘Schop’ ze eruit. Zet alle zondaren buiten de deur, in de tuin of op straat. U moet daarbij echter precies op de volgende manier te werk gaan:
- Zeg eerst tegen hen: ‘Als jullie ruzie willen maken, dan doe je dat maar buiten. Als het over is, kunnen jullie weer binnen komen.’ Zeg dit geen tweede keer.
- Als ze na deze aansporing niet weggaan, zet ze dan eigenhandig buiten de deur en neem daarbij een volstrekt stilzwijgen in acht.
OPLOSSING, TOEGEPAST BIJ DE FAMILIE AARTS
De heer en mevrouw Aarts stonden nogal sceptisch tegenover deze methoden. Vader schudde zijn hoofd. ‘U weet niet hoe vijandig onze kinderen tegenover elkaar staan’, zei hij. Beiden stemden er echter in toe, te proberen onze suggesties in praktijk te brengen. Hun eerste stap was: praten met de kinderen. Maartje en Ronnie luisterden aandachtig. Binnen vijftien minuten was er herrie. Beide ouders keken toe en zeiden niets. Het geruzie ging enkele minuten door en toen holde Maartje naar haar moeder. ‘Ronnie heeft mijn viltstiften gepakt en hij wil ze niet teruggeven.’
Moeder stond op het punt om Ronnie te vragen de viltstiften aan Maartje terug te geven, maar ze bedacht zich: als ze hem dat zou vragen, zou ze zich in de ruzie mengen. Ze zei dus niets en keek haar boze dochter slechts aan.
‘Heb je me niet gehoord, mam? Laat-ie mijn viltstiften teruggeven!’, zei Maartje op gebiedende toon.
Mevrouw Aarts wist niet wat te doen. Het was vervelend om alleen maar toe te kijken en niets te zeggen. Toen kreeg ze een ingeving. ‘Ik kon vanmorgen één van mijn oorbellen niet vinden’, zei ze.
Haar 7-jarige dochter keek haar smalend aan. ‘Ik zei dat Ronnie mijn viltstiften heeft.’
‘En ik zei dat ik mijn oorbel niet kon vinden , zei moeder nadrukkelijk.
Vader en broer luisterden beiden naar deze vreemde conversatie.
‘Wat kan mij die oude oorbel van jou schelen’, zei Maartje. ‘Ik wil mijn viltstiften terug.’
‘Ik vind het jammer dat mijn oorbel jou niets kan schelen; ik ben er erg op gesteld’, hield moeder vol.
Maartje keerde moeder de rug toe en ging naar haar kamer. Een uur lang heerste er vrede - dat was bijna nog nooit vertoond in dit gezin. Toen kregen de kinderen opnieuw ruzie. Vrijwel tegelijk stonden vader en moeder op en liepen naar buiten, de tuin in. Zodra de deur achter hen dicht was, kwam er een eind aan de strijd. De ouders praatten wat en vader zei dat het toch wel opmerkelijk was dat de ruzie, waarover die ook ging, was opgehouden toen zij, de ouders, zich terugtrokken.
MEER VOORBEELDEN
De heer en mevrouw Willemsen klaagden erover dat zij altijd een oppas moesten hebben als ze uitgingen, omdat hun 14-jarige zoon zo ruw omging met zijn zusje van 10; de ouders durfden hen met alleen te laten. Zij kregen het advies, onze methoden te volgen en het eens zonder oppas te proberen.
Toen de ouders dit met hun kinderen bespraken, zei Wiesje: ‘Hij vermoordt me!’ Moeder antwoordde: ‘Ik weet zeker dat hij je niets zal doen als je hem niet plaagt.’
Die zelfde avond bleven de kinderen voor het eerst alleen. Toen de ouders weer thuiskwamen, zaten de kinderen samen naar de televisie te kijken.
Een moeder maakte zich zorgen omdat haar 4-jarige zoontje Joop zijn kleine broertje Wim zo ‘haatte’, dat hij hem altijd met opzet pijn deed. ‘Ik ben bang dat hij een sadist is’, zei moeder. Haar werd geadviseerd ‘het te negeren’, maar zij stelde dat ze het niet kon hebben dat een kind van 4 jaar zijn broertje van 4 maanden ‘mishandelde’. Desondanks werd haar aangeraden ‘weg te wezen’ (dat wil zeggen: hen alleen te laten) en af te wachten wat er gebeurde. Ze kreeg ook het advies, meer tijd vrij te maken om met Joop te spelen en hem dan veel positieve aandacht en bemoediging te geven.
De volgende keer bracht zij verslag uit. Joop had de slapende Wim geknepen; toen was de baby wakker geworden en zo hard gaan krijsen, dat Joop bang werd en naar moeder holde. Moeder zei niets. Joop vroeg waarom Wim huilde. Hoewel moeder wist dat Joop zijn broertje had geknepen, antwoordde ze: ‘Misschien heeft hij honger. Zullen we hem te eten geven?’
Een week later meldde ze dat Joop Wim niet langer kneep. Toen vertelde ze het volgende gruwelverhaal:
‘Een dag of wat bleef Joop de kleine lastig vallen. Elke keer begon Wim te huilen en dan werd Joop bang. Ik ging begrijpen dat de baby voor zichzelf kan zorgen. Ik kwam dus niet tussenbeiden, want ik besefte wel: als ik dat zou doen, dan zou ik Joop op een verkeerde manier aandacht geven en dan zou ik dit gedrag misschien aanmoedigen. Na vier dagen hield hij ermee op - hij molesteerde zijn broertje niet meer. Maar de volgende dag zag ik hem met een mes. Het is maar een plastic speelgoedmes, maar het zou wel pijn kunnen doen. Joop had het mes in zijn hand. Hij sloop naar het bedje van Wim. Die kleine lag rustig te slapen. Toen stak Joop zijn hand met het mes tussen de spijlen van het ledikantje door en hief zijn hand op, alsof hij Wim ging steken. Ik weet niet waarom ik er niet naar toe gehold ben om Joop te grijpen. Ik kéék alleen maar. Nou, toen raakte hij Wim met het mes aan, maar hij deed dat zo langzaam en zo zachtjes, dat Wim niet eens wakker werd. - Ik slaakte een zucht van verlichting! Toen besefte ik ineens dat hij dit allemaal alleen maar voor mij had gedaan. Voortaan maak ik me geen zorgen meer dat Joop Wim pijn zal doen.’
SAMENVATTING
Wij houden niet van ruzie, maar als kinderen ruzie willen maken, laten wij hen gewoon hun gang gaan, mits ze dat doen op een plek waar ze andere mensen niet hinderen. Onze ervaring is dat geruzie bijna altijd ophoudt (of tenminste snel afneemt) als onze methoden worden toegepast. Wij hebben geen ernstige moeilijkheden ontmoet in die zin dat kinderen elkaar werkelijk letsel toebrachten. In feite geeft de methode die de meeste ouders toepassen, namelijk tussenbeiden komen, veel meer aanleiding tot bloedneuzen en opengekrabde gezichten dan onze benadering.
Als uw kinderen ruzie maken, gebruik dan onze methoden consequent: ‘verdraag het, smeer ‘m, of ‘schop’ ze eruit. Als u aandacht aan hen schenkt omdat ze ruzie maken, komt u juist tegemoet aan hun wens (zie onze opmerkingen over de werkelijke reden van de ruzie). Houd op met preken en straffen; stop ermee hen naar hun kamer te sturen of hen op een andere manier te ‘belonen’ voor hun geruzie!