Veel ouders weten niet hoe ze met hun kinderen moeten spelen; ze zijn er vaak te star voor. Toch is spelen in het gezin ontspanning voor allen - ouders en kinderen. Door middel van het spel kunnen de deelnemers oog krijgen voor gelijkwaardigheid, wederzijds respect en verantwoordelijkheid, alsmede ordelijkheid en nieuwe vaardigheden aanleren. Bovenal kan het spel de bouwstenen leveren voor een fundamenteel gevoel van liefde en saamhorigheid. Het is waar: het gezin waarin men samen speelt, blijft samen.
In gezinnen waar een gespannen verstandhouding heerst, kan het gebeuren dat kinderen, als de ouders met hen willen spelen, dit weigeren. De nu volgende adviezen om het spelelement in het gezin te introduceren, zullen zo’n weigering voorkomen.
Vader en moeder gaan zelf een eenvoudig spelletje doen (suggesties worden hierna gegeven).
Wij adviseren ongeveer vijftien tot twintig minuten voor een spelletje per avond.
Stel hiervoor een bepaald tijdstip vast (bijvoorbeeld na de afwas).
Speel hetzelfde spelletje op dezelfde tijd, zo mogelijk dagelijks.
Als de kinderen toekijken, vraag dan of ze het leuk vinden om mee te doen. Als ze allemaal ja zeggen, maak dan die ronde van het spel af en laat hen dan meedoen. Als ze allemaal nee zeggen, speel dan de vaste vijftien of twintig minuten uit. Als de een wil meedoen en de ander niet, laat dan die ene meespelen. Probeer niet de ander(en) ertoe te bewegen om ook mee te doen.
Een essentieel punt is: als een kind - of hij nu meespeelt of niet - ook maar iets doet wat niet eerlijk is, of verwarring zaait, of ruzie zoekt, of zijn zin probeert door te zetten, of tegen de spelregels zondigt, moet u absoluut niets zeggen - maar ophouden met het spel! Beantwoord geen vragen en leg niet uit waarom u bent gestopt. Wat u betreft is het spel ten einde.
De volgende dag begint u weer op dezelfde tijd met hetzelfde spelletje. Als één van de kinderen mee wil doen prima. (U zegt niets over ‘goed gedrag’.) Als geen van de kinderen mee wil doen - ook goed. U speelt gewoon door. Als er de vorige dag drie kinderen meegespeeld hebben en vandaag zijn het er maar twee - het zij zo. Als degene die nu niet meedoet, de spelbreker van gisteren is - het doet er niet toe. Als hij ook mee wil doen -oké. Maar wederom: als één van de kinderen het spel verstoort, of hij nu meedoet of niet, dan stopt u ermee, u beantwoordt geen vragen en u gaat iets anders doen. Maar doe de volgende dag wel weer een spelletje.
Na een week gaat u een ander spelletje doen, dat u ook weer een week lang speelt.
Wij adviseren u dit systeem ongeveer twee weken te volgen. Pleeg aan het eind van de tweede week overleg met de kinderen - misschien is er een of ander spel dat zij allemáál willen spelen. Eenstemmigheid is dan wel nodig. Als dat er niet in zit, zegt u: ‘Als jullie het er niet over eens kunnen worden wat jullie willen spelen, dan beslissen wij wat wij willen spelen, en als jullie mee willen doen, dan mag dat.’ Als er wèl eenstemmigheid is, wordt het gekozen spel een week lang gespeeld. Een te snelle verandering vereist veel uitleg en veroorzaakt verwarring. Als een spel een week lang elke dag wordt gespeeld, verhoogt dat de vaardigheid en bovendien kunnen de resultaten worden bijgehouden.
Als de kinderen na de vastgestelde speeltijd zeuren om nog meer spelletjes, moet u zich gewoon terugtrekken. Als ze blijven aandringen, gebruikt u de badkamertechniek (zie hoofdstuk 5).
De volgende principes moeten in acht genomen worden als u spelletjes doet met uw kinderen:
Laat hen niet opzettelijk winnen.
Sommigen zijn minder vaardig in het spel dan anderen: geef hun de kans zichzelf te benadelen. Als Jan hoog spel wil spelen, dan is dat zijn zaak. Maar als zijn zusje Anne hem daarom uitlacht en u ergert zich daaraan, sta dan gewoon op en houd het voor gezien. Zo zal Anne leren dat ze zoiets niet moet doen. Wees niet bang voor oneerlijk spel. Als een kind zichzelf op een oneerlijke manier bevoordeelt zodat hij niet kan verliezen, dan zal hij al gauw leren dat het niet leuk is om op die manier te winnen.
GESCHIKTE SPELLETJES
De spelletjes moeten (enkele van) de volgende kenmerken vertonen:
ze moeten populair bij de kinderen zijn;
niet duur zijn;
gemakkelijk uit te leggen zijn;
geschikt zijn voor alle leeftijden;
veel actie bevatten.
Geschikte spelletjes zijn bijvoorbeeld werpspelletjes, jeu de boules, raadspelletjes, ganzenborden, enzovoorts. U kunt natuurlijk ook zelf spelletjes bedenken.
KIJKPRET
In deze categorie plaatsen wij lezen of plaatjes kijken en, natuurlijk, televisie.
Wij zijn er voorstanders van dat ouders hun kinderen voorlezen en daarvoor boeken of tijdschriften kiezen die aansluiten bij het ontwikkelingsniveau van het kind. Het is aan te raden, een vast tijdstip voor het voorlezen aan te houden en er een bepaalde (tevoren vastgestelde) tijd voor uit te trekken. Er zijn vele goede kinderboeken om kinderen te laten kennismaken met literatuur op hun niveau. Oudere kinderen kunnen op hun beurt hun jongere broertjes en zusjes voorlezen.
Wat de televisie betreft hebben wij een aantal opmerkingen en suggesties.
Er is geen overtuigend bewijs dat het kijken naar televisie schadelijk is, zelfs als er geweld of seks wordt vertoond; bovendien geloven wij niet in censuur. We vinden echter dat ouders samen met de kinderen zouden moeten kijken naar kinderprogramma’s, waar ze dan samen om kunnen lachen. Weet wel dat we diep in ons hart allemaal kinderen zijn – of zouden moeten zijn - en plezier kunnen hebben als kinderen.
Wij hebben ontdekt dat, als kinderen toestemming krijgen om net zo vaak naar de televisie te kijken als ze willen, ze ‘m het begin bijna continu voor het toestel zitten, maar dat ze al gauw onderscheid leren maken en selectief gaan kijken. We moeten erop vertrouwen dat kinderen over gezond verstand beschikken. Als alle beslissingen het kind uit handen worden genomen, hoe kan hij dan verantwoordelijkheidsgevoel ontwikkelen?
Als er maar één toestel in huis is en er zijn verschillende potentiële kijkers die verschillende programma’s op dezelfde tijd willen zien, dan moeten de betrokkenen tot overeenstemming proberen te komen. Van zo’n situatie kunnen kinderen veel leren over besluitvorming en de overwegingen die daarbij aan de orde dienen te komen.
ACTIVITEITEN BUITENSHUIS
Wat wij van harte aanbevelen, zijn uitstapjes naar het strand, picknicks, fietstochtjes, trektochten, kamperen en andere vormen van buiten samenzijn. Maar te veel autorijden, motorrijden en dergelijke moet worden vermeden. Geef de kinderen gelegenheid om in contact te komen met de natuur en natuurwetten te ervaren. Trektochten, kanotochten en dergelijke kunnen creatieve, karaktervormende ervaringen zijn.
Plezier kan men ook reeds beleven aan de voorbereiding beslissen wat men gezamenlijk gaat doen in het weekend of in de zomervakantie. Bedenken waar men naar toe zal gaan, wat men daar zal gaan doen, wat men mee moet nemen - dit alles smeedt het gezin aaneen, of men nu wil gaan snorkelen in de Caribische zee, kamperen in Frankrijk, fietsen in Drente of vissen in de stadsgracht.
Het uitgangspunt is, dat men in gezinsverband veel plezier kan beleven. De ouders moeten echter leren dat het beter is de wet van natuurlijke en logische gevolgen toe te passen dan hun stem te gebruiken als middel tot regulatie. Sta kinderen toe fouten te maken, zodat ze daarvan kunnen leren. Als u zich avontuurlijk, vriendelijk en tolerant kunt opstellen, zullen uw kinderen zich altijd blijven herinneren hoeveel plezier u samen had. Het zal u veel voldoening geven, uw volwassen geworden kinderen te horen zeggen: ‘Wat hadden we toch altijd veel plezier met vader en moeder...’