HET PROBLEEM
Jaap heb je al gedoucht?’, riep moeder.
‘Nee.’
‘Schiet dan op; ze komen je zo ophalen. Je weet datje niet mee kunt als je niet onder de douche geweest bent.’
Vader legde zijn krant neer en zei geërgerd tegen moeder: ‘Anneke, waarom moetje elke dag ruzie maken met Jaap over dat douchen?’
‘Ik weet het niet. Hij is anders dan Francien. Ik denk dat meisjes van nature schoon en netjes zijn. Jaap is zo nonchalant; als ik het hem niet hielp onthouden, zou hij nooit een douche nemen of zijn gezicht wassen.’
‘Hij is nu 11. Wanneer zou hij het eindelijk eens leren?’
‘Ik heb geen idee - jaap! Ik hoor de douche niet!
‘Verdorie!’, zei vader vol afkeer. ‘Ik vind het zo vervelend als je zo tegen hem schreeuwt. Je zit hem de hele tijd achter zijn broek.’
‘Nou, waarom kom jij dan niet met een oplossing? Als ik hem niet aldoor achter zijn broek zou zitten, zou hij zo zwart als roet zijn, dat weet ik zeker. En als hij ‘s zomers veel buiten is, dan maakt hij zich zo smerig - dan moet hij elke dag douchen, anders gaat hij stinken.’
‘Misschien zou het beter zijn als we het zo ver lieten komen’, zei vader moedeloos. ‘Dan krijgen we misschien wat rust.’
BESPREKING
Problemen waar de badkamer bij betrokken is - gezicht wassen, tanden poetsen, de wc doorspoelen, een bad of douche nemen, goed afdrogen enzovoorts - komen in veel gezinnen voor en weinig ouders weten wat ze eraan moeten doen. Gewoonlijk weten ze niets anders te doen dan praten, praten en nog eens praten. Maar het helpt weinig. De meeste ouders geven het na een poosje op; maar sommigen zijn vasthoudender en gaan door met controleren en het stellen van vragen. Als de kinderen de badkamer uit zijn, wordt er gecontroleerd of de tandenborstels wel nat zijn. Sommige ouders gaan zo ver, dat ze de closetpot controleren: ze voelen zich geroepen om urine en ontlasting op kleur en vorm te onderzoeken, want ze hebben het gevoel dat ze tekort schieten als ze niet alles controleren.
OPLOSSING
U, ouders, moet zelf goede hygiënische gewoonten hebben.
Leer de kinderen wat ze moeten doen (een goede instructie kan het voorbeeld van de ouders zijn).
Controleer af en toe, maar doe dat niet op de manier van een opsporingsdienst.
Het kind moet de natuurlijke en logische gevolgen van zijn gedrag ervaren.
Tandenpoetsen is een zaak tussen het kind en de tandarts en niet tussen het kind en de ouders.
Maaltijden moeten niet worden voorgezet aan een kind dat zijn gezicht en handen niet heeft gewassen.
Als een kind zich niet heeft gewassen en onfris ruikt, kunt u hem vragen zijn bord mee te nemen en ergens anders te gaan eten, bijvoorbeeld in de keuken. Hij moet niet uw plezier in uw maaltijd bederven. Echter, als er sprake is van een machtsstrijd tussen u en uw kind, is het verstandiger dat u en uw wederhelft zich terugtrekken en de maaltijd in een andere kamer voortzetten wanneer hij onfris ruikt of er vies uitziet.
TOEPASSING OP HET PROBLEEM VAN JAAP
‘Laat het kind zelf beslissen’, zei de gezinscounselor tegen de ouders. ‘Vertel Jaap dat het van nu af aan zijn eigen beslissing is of hij douchet of niet.’
De moeder was het er meteen al niet mee eens. ‘Ik ken mijn zoon. Die wast zich nooit meer. Wie weet wat er dan zal gebeuren?’
‘Wat zou er kunnen gebeuren? vroeg de counselor.
‘Hij gaat vies ruiken en zo.’
‘Zoveel te beter stelde de counselor vast. ‘Dan gaat hij zich misschien uit zichzelf wassen. Als hij vies genoeg ruikt, zullen anderen hem dat wel vertellen. Dat zou een natuurlijk gevolg zijn. Daar kan hij van leren.’
De ouders bespraken het advies en besloten het op te volgen. Ze praatten er met hun twee kinderen over en een deel van het gesprek verliep als volgt.
‘Van nu af aan maken jullie zelf uit wanneer jullie willen douchen. Wij zullen daar niet meer achterheen zitten.’
Beide kinderen dansten van plezier. ‘Ik ga nooit meer onder de douche’, zei Jaap opgetogen, maar vastbesloten.
Het leek erop dat hij het meende, want een week later had hij zich nog steeds niet gewassen. Zijn huid was vuil en hij rook beslist vies. Moeder balde haar vuisten en hield zich in. Tien dagen later hoorde ze Jaap huilen en ze ging zijn kamer binnen. ‘Wat is er?’ Als antwoord tilde hij zijn linkerarm op en ze zag een rij kleine, witte puistjes op zijn lichaam. ‘Het doet pijn’, klaagde hij. ‘We gaan naar de dokter’, zei moeder. ‘Kleed je aan.’ Ze stond op het punt te zeggen dat hij een bad moest nemen vóór ze naar de dokter zouden gaan, maar besloot in plaats daarvan de counselor te bellen. Zijn advies was: ‘Niet doen.’
‘Dat is een aandoening die vuile mensen krijgen’, zei de dokter. ‘Je hebt je gewoon niet gewassen. Waarom niet? Is er een watertekort?’
‘Nee’, zei moeder. ‘Ik heb er met de gezinscounselor over gesproken en hij zei dat Jaap zelf de gevolgen moet ondervinden als hij geen bad neemt, en dit is nu het resultaat.’
‘Wel, jongeman, als je je niet wast, krijg je deze pijnlijke huiduitslag. Nee, daar zijn geen medicijnen voor. Houd jezelf schoon. Dat is alles.’
En vanaf die dag waren er geen moeilijkheden met Jaap meer over het wassen, behalve dat hij af en toe te lang onder de douche stond en te veel warm water gebruikte.
MEER VOORBEELDEN
Mevrouw Jansen en haar dochter Anke maakten geregeld ruzie omdat Anke haar haar niet waste. Uiteindelijk gaf moeder de strijd op en zei: ‘Het is jouw haar.’ Anke liet haar haar voor wat het was. Het werd erg vet en begon toen vies te ruiken. Toen andere kinderen er wat van zeiden, begon Anke haar haar te wassen.
Bijna elke avond als de tweeling in het bad zat, vond moeder of vader het nodig de badkamer binnen te komen om te zeggen dat ze moesten opschieten, ophouden met spelen, uit bad komen en naar bed gaan. Soms waste moeder of vader hen. De counselor raadde de ouders aan, de kinderen net zo lang te laten spelen als ze wilden, om te zien wat er dan zou gebeuren. De ouders gingen hiermee akkoord. De eerste week waren de kinderen elke avond gemiddeld veertig minuten in de badkamer. De tweede week gemiddeld twintig minuten. De derde week gemiddeld vijf minuten.
De kinderen hadden uitgebreid gespeeld en hun bad gerekt omdat de ouders zich ermee bemoeiden. Toen ze eenmaal de vrijheid hadden om te spelen, was het lang zo leuk niet meer en dus deden ze er veel korter over.
Bob nam een tijdlang geen bad en begon vies te ruiken. Toen zijn ouders daar iets van zelden, werd hij erg boos. Zij vonden het niet plezierig om met een ongewassen kind aan tafel te moeten gaan, maar ze wisten dat Bob woedend zou worden en niet uit zichzelf weg zou gaan als hij naar de keuken gestuurd werd - hij zou daar naar toe gesleurd moeten worden, en hij was een stevig gebouwde 11-jarige jongen. De ouders namen hun bord mee naar hun slaapkamer. En daar aten ze verscheidene dagen. Op een avond werden ze opgebeld door vrienden: of ze zin hadden om met hen te gaan eten in een pizzeria? Bob werd thuisgelaten, nadat zijn ouders hadden uitgelegd dat ze niet wilden dat hun vrienden of anderen in het restaurant zich zouden storen aan zijn lichaamsgeur. Ze vertelden hem dit slechts één keer op een rustige, vriendelijke manier. Bob besloot die zelfde avond zich in het vervolg te wassen - hij wilde echt bij het gezin horen.
Mevrouw Van Bruggen had heel wat te stellen met haar zoon Paul. Zij spoorde hem steeds aan om zijn tanden te poetsen. Bijna elke avond preekte ze tegen hem over het belang van goed poetsen, dat er anders gaatjes zouden ontstaan enzovoorts. Zijn jongere broertje Tom poetste altijd zorgvuldig zijn tanden. Echter, als ze naar de tandarts gingen, was het Tom, de tandenpoetser, die meestal gaatjes had - Paul nooit. Paul gebruikte dit feit als tegenargument.
Tenslotte vroeg mevrouw Van Bruggen de tandarts om raad. Hij vertelde haar dat niemand echt weet waardoor gaatjes worden veroorzaakt en dat sommige onderzoekers zich afvragen of poetsen in werkelijkheid niet tot hun ontstaan zou bijdragen Hij was zelf van mening dat kinderen hun tanden behoren te poetsen, maar dat massage van het tandvlees nog belangrijker is. Hij zei dat er mensen van in de 70 zijn die nooit kiespijn hebben gehad en nooit hun tanden hebben gepoetst. ‘Het is waarschijnlijk voornamelijk een kwestie van erfelijkheid’, zei hij tegen haar. ‘Hoe dan ook, waarom moet uw kind lijden onder het tandenpoetsen? Láát hem een gaatje krijgen - dat is misschien een les waardoor hij zijn tanden gaat poetsen. Maar ik denk nog steeds dat erfelijkheid de grootste rol speelt.’
Hiermee gaf mevrouw Van Bruggen het op, denkend: uiteindelijk zijn het zijn tanden. Laat hem de gevolgen maar ondervinden. Ongelukkigerwijs, misschien, kreeg hij nooit gaatjes. In ieder geval was de strijd voorbij - en dat, zo zei haar echtgenoot, was een zegen.
SAMENVATTING
Als een kind in de badkamer is, moet dat zijn domein zijn. Constant toezicht of voortdurende strijd is niet effectief om een kind te leren dat hij zich moet wassen. Dit is een zaak van het kind. Ouders hebben de plicht het goede voorbeeld te geven door zelf de hygiëne in acht te nemen en hun kinderen goed te leren hoe dat moet; vitten en er een geschilpunt van maken is onnodig en onverstandig. De beste algemene regel is, het kind de natuurlijke gevolgen van zijn gedrag te laten ervaren. Stukje bij beetje zal het kind leren. Eén keer kiespijn kan een les voor het leven zijn.