HET PROBLEEM
‘Weet je nog dat je Hans vorige week de les hebt gelezen over het schoonhouden van zijn kamer?’, vroeg mevrouw Jansma aan haar man. ‘Kom nu eens kijken.’
In de grote, lichte kamer stonden een bureautje, twee ladekasten en een stapelbed. Een stoel, een boekenkast en een grote speelgoedkist completeerden de inrichting van de kamer. Op het bovenste bed lagen verschillende kledingstukken die mevrouw Jansma had gewassen en gestreken. Op het bureau, de stoel en de vloer lagen vuile kleren: sokken, ondergoed, een broek, een jack en een jas. De vloer was bezaaid met speelgoed, sportattributen en andere bezittingen waar 11-jarige jongens op gesteld zijn.
‘Het lijkt wel een uitdragerij’, zei vader. ‘Hoe kunnen we die jongen een beetje netheid bijbrengen? Wat hebben we allemaal al niet geprobeerd!’
‘Ik zou me schamen als iemand anders deze kamer zou zien. Het is echt schandelijk’, zei mevrouw Jansma.
‘Ik denk dat we hem gewoon achter zijn broek moeten blijven zitten’, zei haar man.
‘Maar dat hebben we al járen gedaan. We hebben hem gezegd dat hij op moest ruimen; we hebben hem geen zakgeld gegeven; we hebben hem verboden om buiten te spelen; we hebben op hem gescholden. Ik heb het gevoel dat we volkomen gefaald hebben. Hoe kunnen we hem in ‘s hemelsnaam ooit zo ver krijgen dat hij een beetje netter wordt?’
‘Dat lukt misschien nooit ‘ , zei vader. ‘Misschien zijn jongens gewoon van nature slordig.’
BESPREKING
Kritiseren, goede raad geven, preken, omkopen, het beknotten van voorrechten, het inhouden van zakgeld, en andere vormen van belonen en straffen helpen gewoonlijk wel maar niet voor lang. Toch is er een oplossing. Wij hebben honderden kinderen meegemaakt die leerden hun kamer schoon en opgeruimd te houden. Jammer genoeg is het een oplossing die meestal veel tijd vergt. De meeste methoden die wij in dit boek voor bepaalde problemen adviseren, hebben binnen één of enkele weken succes; de methode die we hierna zullen bespreken, kan wel een jaar in beslag nemen. Maar onthoud: meestal werkt het.
OPLOSSING
De ouders komen met het kind overeen dat hij het recht heeft om van zijn eigen kamer te maken wat hij zelf wil - dat dat zijn zaak is. In feite sluiten zij een contract met hem af dat als volgt luidt: ‘Wij geven jou een kamer als je belooft er voor honderd procent voor te zorgen. We zullen niet op je mopperen over de staat waarin je kamer zich bevindt. Je bent vrij om met je kamer te doen watje wilt. Het is jouw plekje.’
De ouders hopen dan dat de kamer al spoedig zó rommelig en ongezellig zal worden, dat het kind uit zichzelf gaat beseffen dat het nodig is hem schoon en opgeruimd te houden. Zij moeten zich echter realiseren dat sommige kinderen wellicht nooit zo netjes zullen worden als de ouders wel zouden willen.
Eén van de grote voordelen van deze methode is, dat de ouders zich niet langer kwaad hoeven te maken over de staat waarin de kamer zich bevindt. En ze moeten zich niet van hun stuk laten brengen door de mening van familieleden of bezoekers.
Het is essentieel dat de ouders niet meer op de kamer letten, zodra het contract is afgesloten. Ze moeten net doen alsof de kamer niet bestaat en er niets over zeggen. Als er kakkerlakken, muizen of ander ongedierte in de kamer komen, kunnen ze de rest van het huis desinfecteren. Een deurdranger kan worden aangebracht om de deur van de kamer van het kind gesloten te houden, als de aanblik ervan de ouders te veel is. Ze mogen dit apparaatje echter alleen met toestemming van het kind aanbrengen.
Als de kamer vanaf het begin redelijk netjes wordt gehouden, wees dan blij; maar als het een smeerboel en een enorme bende is, wees dan nog blijer - uw kind zal in dat geval eerder de waarde van reinheid en ordelijkheid leren beseffen.
Is deze methode eerlijk en geschikt als twee of meer kinderen een kamer delen? Ja. Het algemene principe dat moet worden gevolgd, is: kinderen regelen elk probleem over hun kamer zelf. Het is een fundamentele vergissing van ouders, te proberen rechtvaardigheid in de onderlinge verstandhouding van de kinderen af te dwingen - te proberen een oordeel te vellen over de mate van rechtvaardigheid in de verhouding van kind tot kind. Wij zeggen met nadruk: niet doen. Het kind dat het zwakste lijkt, is vaak sterk genoeg om voor zichzelf op te komen als hij de kans krijgt. Als de ouders tussenbeiden komen, is het resultaat meestal meer in plaats van minder wrijving tussen de kinderen.
Onze methode werkt het best als zij nauwgezet wordt toegepast, precies zoals we hebben beschreven. Als dat niet uitvoerbaar is, kunnen ouders natuurlijk de nodige wijzigingen aanbrengen. Ze moeten zich er echter voor hoeden, variaties aan te brengen die de methode zozeer afzwakken of doen verwateren dat het kind geen verantwoordelijkheidsgevoel kan ontwikkelen. Hier volgen enkele mogelijke variaties:
1. Het kind gaat ermee akkoord dat hij zijn kamer minstens één dag per week in orde zal hebben, anders mag hij niet buiten gaan spelen. Op die dag moet zijn kamer aan een inspectie worden onderworpen. De beste dag hiervoor is zaterdag. Het kind kan dus zijn kamer netjes houden of niet wat hij maar wil - maar op zaterdag mag hij niet eerder de deur uit vóór zijn kamer schoon en opgeruimd is.
Dit alternatief is niet zo goed als de strikte methode - de ouders nemen in deze variant enige verantwoordelijkheid op zich. En als zij kasten en laden inspecteren, zullen er vast wel discussies met het kind ontstaan over de vraag of zijn spulletjes netjes genoeg zijn opgeborgen.
2. De ouders gaan ermee akkoord te helpen met periodieke schoonmaakbeurten. Dit kan bijvoorbeeld éénmaal per maand gebeuren: de bedden worden opgemaakt, de ramen gelapt, de vloer gestofzuigd enzovoorts. We stellen voor dat dit elke vierde zaterdag van de maand gebeurt en dat moeder langzaam, maar methodisch te werk gaat. Het kind zal dan snel willen werken; hoe harder hij opschiet, des te eerder kan hij buiten gaan spelen. De datum moet op een papiertje worden geschreven dat in de kamer van het kind aan de muur wordt geprikt, zodat hij herinnerd wordt aan de afspraak. Als de schoonmaakdatum nadert, kan hij beginnen de kamer al wat netter te maken, zodat hij op de bewuste zaterdag niet te lang binnen hoeft te blijven.
Wij waarschuwen u: laat gemopper, gezeur en goedbedoelde adviezen achterwege. Laat deze periodieke schoonmaakbeurt een plezierige aangelegenheid zijn. Moeder moet veeleer aanwijzingen van het kind uitlokken, door te zeggen: ‘Waar wil je dat ik dit leg?’in plaats van: ‘Bergje rolschaatsen alsjeblieft op in de speelgoedkist!’
OPLOSSING, TOEGEPAST OP HANS
‘Hans, vader en ik hebben over je kamer gepraat’, zei mevrouw Jansma.
‘O, ik zal hem voortaan wel netjes houden’, begon Hans, die een standje verwachtte.
‘Nee, we willen het over iets anders hebben, vervolgde mevrouw Jansma. ‘We willen dat je kamer helemaal van jou is.’
‘Hè?’, zei Hans achterdochtig.
‘Als jij ermee akkoord gaat dat ie er helemaal alleen voor zorgt, dan zullen wij er geen woord meer over zeggen. Je kunt ermee doen watje wilt.’
‘In feite, Hans’, voegde vader eraan toe, ‘kun je je kamer net zo vuil of net zo netjes maken als je wilt - wij zullen er geen woord over zeggen.’
Hans keek zijn ouders eens aan. ‘Jullie bedoelen... jullie zullen niet meer op me mopperen?’
‘Precies. Die kamer is van jou; doe ermee watje wilt. Maar je moet beloven dat je er zelf voor zorgt. Ik ga er niet meer stofzuigen of stoffen of wat dan ook. En vader en ik zullen niet in je kamer komen zonder jouw toestemming, behalve in geval van nood. Nou, wil je dat?’
‘Oké. En ik kan hem net zo inrichten als ik wil?’
‘Het is jouw kamer. Ik zal je laten zien hoe je je bed moet opmaken en hoe je met de stofzuiger om moet gaan zei moeder.
Vader voegde eraan toe: ‘Er is nog één ding dat ik je wil vragen.’
‘Wat dan?’, vroeg Hans, al weer vol achterdocht.
‘Dat je je deur dicht houdt, zodat moeder en ik in het voorbijgaan niet kunnen zien hoe je kamer er uitziet.’
‘Dat beloof ik’, zei Hans.
‘Goed zo’, zei moeder. ‘Ik denk datje groot genoeg bent om verantwoordelijkheid te leren dragen. 9
Hierna was er geen discussie meer over Hans’ kamer. Eén keer per week, als Hans niet thuis was, namen zijn ouders poolshoogte.
Eerste week. De kamer is onberispelijk. Alles is keurig opgeborgen. Een modelkamer.
Tweede week. Er ligt het een en ander op de grond en een stuk of wat dingen liggen her en der verspreid.
Derde week. Er ligt nu zeker twee keer zoveel op de grond en er slingert ook veel meer rond. Het bed is sinds het eind van de eerste week niet opgemaakt. De lakens zien er nu wat smoezelig uit.
Vierde tot en met zesde week. Het bed is nog niet verschoond. Er liggen wel honderd dingen op de grond: kranten en boeken, kleren, speelgoed, gereedschap, pennen. Er ligt van alles op het bureau, op de kast en op het bed. Aan het voeteneind van het bed ligt een stapel vuile kleren. Het bovenste bed is geheel bedekt met schone kleren, die moeder oorspronkelijk vóór Hans’ deur had gelegd.
Zevende tot en met twaalfde week. Het bed is nog niet opgemaakt. De lakens zijn nu echt vuil. Het sloop is in het midden bijna zwart. Vloer, bed en bureau liggen nu ongeveer tien centimeter onder de rommel: jassen, shirts, broeken, sokken, mutsen, speelgoed. Moeder krijgt behoefte aan een kalmerend middel als ze deze bende ziet.
Dertiende week. Op onverklaarbare wijze is de kamer netjes.
Alles ligt op zijn plaats. Het beddengoed is verschoond. De ouders zijn stomverbaasd, maar zeggen niets.
Daarna kon de ene week alles op zijn plaats liggen; de andere week konden er wel vijftig dingen rondslingeren. De staat waarin de kamer verkeerde, wisselde - maar elke twee of drie weken werd hij schoongemaakt. Op een dag hoorde moeder Hans stofzuigen; even later kwamen er een paar vriendjes bij hem op bezoek. Zij realiseerde zich dat hij eindelijk zijn les had geleerd. En van toen af aan was de kamer, hoewel niet altijd ál te toonbaar, op z’n minst over het algemeen redelijk comfortabel en netjes.
MEER VOORBEELDEN
Eén van de eerste gevallen waarmee wij geconfronteerd werden, zullen we nooit vergeten. Moeder was gekluisterd aan een rolstoel. Vader kookte, waste, hield het huis schoon en deed de boodschappen. Hun jongens, 8 en 9 jaar oud, deden de hun opgedragen karweitjes met tegenzin. De ouders verwachtten van hun kinderen dat zij zelf hun kamer schoonhielden, maar het was een janboel. Boos vertelde vader dat hij ‘alles’ had geprobeerd om de kinderen zo ver te krijgen dat ze hun taak vervulden. Hij had gehuild en hun verteld hoe hard hij werkte en hoe gehandicapt moeder was. Hij had zijn geduld verloren en hun een flink pak slaag gegeven. Hij had hen meegenomen naar de pastoor. Niets hielp. Wij adviseerden hem, de kinderkamer aan de kinderen over te laten; dan zouden ze hem uiteindelijk wel schoonmaken. Maar vader stelde met nadruk dat dit niet zou werken - hij hád dit systeem al beproefd. Wij vroegen hoe lang hij het had geprobeerd. ‘Een aantal weken’, antwoordde hij somber. ‘Niet lang genoeg’, vonden wij. ‘U moet het langer volhouden.’ ‘Hoeveel langer?’ ‘Desnoods tien jaar’, zeiden we.
Tenslotte stemden beide ouders erin toe, deze methode een echte kans van slagen te geven.
Op gezette tijden brachten zij telefonisch verslag uit. Meestal luidde het verhaal ongeveer als volgt: ‘Ik begrijp niet hoe ze in zo’n smeerboel kunnen leven. Mijn hemel, u zou het eens moeten zien. Het is zo ontzettend vies! In een hoek ligt een stapel rommel van bijna een meter hoog. De kamer stinkt.
Ik weet niet hoe lang ik dit nog kan aanzien.’
Op een middag belde de moeder ons op. Ze riep hysterisch dat haar kinderen ruzie aan het maken waren. ‘Het is dit keer echt menens. Ze zijn echt aan het vechten. Ze hebben zich opgesloten in hun kamer en ik kan er niet in om er een eind aan te maken!’
‘Waarover hebben ze ruzie?’
‘Ik heb geen idee.’
‘Belt u mij alstublieft zodra u het weet.’
De volgende ochtend belde vader. Hij had in de kamer van de kinderen gekeken en tot zijn verrassing was alles op orde, niets op de grond, de bedden opgemaakt en alle rommel opgeruimd. Hij en zijn vrouw konden hun ogen niet geloven - toen zagen ze dat er een krijtstreep over de vloer was getrokken. Deze streep liep omhoog langs de muur en over het plafond en deelde de kamer in tweeën!
Later ontdekten de ouders wat er gebeurd was: de oudste zoon had de jongste geslagen omdat hij een vriendje in hun kamer had toegelaten. Dat jongetje had tegen andere kinderen verteld hoe smerig het daar was, en de beide smeerpoetsen waren er flink mee geplaagd. Na hun vechtpartij hadden de broertjes besloten de kamer in tweeën te delen; ieder zou zijn eigen helft schoonhouden.
We bezochten eens een gezin dat we van advies hadden gediend. Toen we daar binnenkwamen, werd ons gevraagd de kamer van hun 8-jarige zoon Marcel in ogenschouw te nemen. Het was een schoolvoorbeeld van een bende; van alles en nog wat slingerde er rond - een complete chaos. Onze gastvrouw zei: ‘U ziet, ik doe wat u hebt aangeraden. Is het niet verschrikkelijk?’ ‘Ja, het ziet er inderdaad rommelig uit. Wat vindt u ervan?’, vroegen wij op onze beurt. ‘In het begin werkte het op mijn zenuwen, maar nu maak ik me er niet druk meer om. Ik ben benieuwd hoe lang het zal duren vóór hij eindelijk op gaat ruimen. Het ziet er al een maand zo uit en we zijn ongeveer twee maanden geleden met het programma begonnen. Ik begin langzamerhand te denken dat hij nóóit aan het opruimen zal slaan.’
Wij begroetten de andere gasten en zetten ons aan de maaltijd. Toen het tijd was om naar huis te gaan, verzocht onze gastvrouw ons opnieuw een blik in Marcels kamer te werpen. We vroegen ons af waarom. Zij deed de deur van de kamer van haar zoon open en wij keken naar binnen. De kamer leek volmaakt in orde! ‘Wat is er gebeurd?’, fluisterden we. Ze fluisterde terug: ‘kijk eens naar het bovenste bed Marcel heeft een nieuw vriendje te logeren. Om ongeveer 8 uur vroeg hij of zijn vriendje mocht blijven slapen en ik zei ja. in ruim een uur tijd kreeg hij het voor elkaar zijn kamer op te ruimen. Ik had gedacht dat dat hem zeker drie uur zou kosten. Ik denk dat hij alle rommel gewoon uit het zicht heeft laten verdwijnen, dat hij alles gauw in kasten en laden heeft gestopt. Maar het verbaasde me zo dat hij zich bewust is van de toestand van zijn kamer!’
SAMENVATTING
Een kind moet, zodra hij daartoe in staat is, zijn eigen kamer schoonhouden en zelf zijn bed opmaken. Hij zal trots zijn op zijn eigen domein als hij er zelf voor zorgt.
Kinderen zijn niet van nature netjes. Als ouders echter de rest van het huis netjes en schoon houden en als ze het kind de kans geven om de natuurlijke gevolgen van een slordige kamer te ervaren, zal hij uiteindelijk leren dat het leven in een vuile en rommelige omgeving onplezierig en onnodig is.