Yedid nefesh

יְדִיד נֶפֶשׁ (jedied néffesj) is een lied dat gewoonlijk op sjabbat wordt gezongen.

יְדִיד נֶפֶשׁ אָב הָרַחֲמָן

jedied neffesj aav harachammaan

Geliefde van een ziel, barmhartige Vader,

מְשֹׁךְ עַבְדְּךָ אֶל רְצוֹנֶךָ

mesjooch avdecha el retsonecha

trek Uw dienaar tot Uw welgevallen.

יָרוּץ עַבְדְּךָ כְּמוֹ אַיָּל

jaroets avdecha kemo ajjaal

Hij zal rennen, Uw dienaar, als een hert,

יִשְׁתַּחֲוֶה אֶל מוּל הֲדָרְךָ

jisjtachawwè el moel haddarecha

hij zal zich neerbuigen tot voor Uw glorie.

Enkele opmerkingen:

נֶפֶשׁ (jedied néffesj) behoort tot de zogenaamde פִּיּוּטִים, pijjoetiem, liturgische poëzie – gedichten die een plek hebben gekregen in de Joodse eredienst. Het enkelvoud פִּיּוּט, pijjoet, is afgeleid van het Griekse poiëtés, doener, waarvan ook ons woord poëzie is afgeleid.

Het gedicht wordt gewoonlijk toegeschreven aan de zestiende eeuwse kabbalist rabbi Elazar ben Mosje Azikri (1533-1600), die het voor het eerst publiceerde in zijn ethisch-mystieke tractaat Sefer Charediem (boek van de Godvrezenden), dat vlak ná zijn dood werd gedrukt. Hij heeft echter nooit beweerd de auteur te zijn.

De tekst van Jedied néffesj bestaat uit vier coupletten. De eerste letters van elk couplet vormen samen de vierletterige Naam van God.

Het lied gecomponeerd door Ehud en Sara Zweig (op internet alleen bekend van dit lied) bestaat uit de eerste vier van de zes regels van het eerste couplet.