Od yishama

Op een gedeelte van de tekst Jeremia 33:10-11 heeft Shlomo Karlibach dit lied עוֹד יִשָּׁמַע (od jisjamà), hij zal weer gehoord worden, gemaakt. Het wordt vaak gezongen bij Joodse bruiloften.

עוֹד יִשָּׁמַע בְּעָרֵי יְהוּדָה וּבְחֻצוֹת יְרוּשָׁלַםִ

ood jisjamà bearee jehoeda oevechoetsoot jeroesjalajjiem

Hij zal weer gehoord worden in de steden van Juda, en op de straten van Jeruzalem:

קוֹל שָׂשׂוֹן וְקוֹל שִׂמְחָה קוֹל חָתָן וְקוֹל כַּלָּה

kool sasoon wekool simcha kool chataan wekool kalla

een stem van vrolijkheid en een stem van blijdschap, een stem van een bruidegom en een stem van een bruid.

De volledige Bijbeltekst luidt:

Jeremia 33:10-11: 10 Alzo zegt de HEERE: In deze plaats (waarvan gij zegt: Zij is woest, dat er geen mens en geen beest in is), in de steden van Juda, en op de straten van Jeruzalem, die zo verwoest zijn, dat er geen mens, en geen inwoner, en geen beest in is, zal wederom gehoord worden, 11 De stem der vrolijkheid en de stem der blijdschap, de stem des bruidegoms en de stem der bruid, de stem dergenen, die zeggen: Looft den HEERE der heirscharen, want de HEERE is goed, want Zijn goedertierenheid is in eeuwigheid! de stem dergenen, die lof aanbrengen ten huize des HEEREN; want Ik zal de gevangenis des lands wenden, als in het eerste, zegt de HEERE.