Ki mitzion

Het lied dat כִּי מִצִּיּוֹן (ki mitsijoon) wordt genoemd, naar de eerste twee woorden van de tekst, is heel bekend omdat het deel uitmaakt van de liturgie voor de Joodse eredienst. Wanneer tijdens de dienst het moment is aangebroken om de Torarol tevoorschijn te halen om eruit te gaan lezen, wordt tijdens het openen van de kast waarin de rol wordt bewaard – de ark – onder andere gezongen: "Want van Tsion gaat de Tora uit en het woord van de Eeuwige van Jeroesjalájim."

כִּי מִצִּיּוֹן תֵּצֵא תוֹרָה

ki mitsijoon teetsee tora

Want uit Sion zal de wet uitgaan,

וּדְבַר יְיָ מִירוּשָׁלָםִ

oedevar addonaj miroeslalajiem

en het woord van de HEERE uit Jeruzalem.

Enkele opmerkingen:

De melodie van dit lied, die hieronder is weergegeven in notenschrift, is gecomponeerd door Salomon Sulzer (1804-1890). Hij was bekend als de vader van het moderne cantoraat want veel van zijn melodieën maken al lange tijd deel uit van de Joodse traditie, worden veel gezongen en zijn algemeen bekend. Bijna al zijn muziek heeft een driekwartsmaat, wat zijn herkomst uit Wenen verraadt.

De volgende profetie van Jesaja was inspiratie voor tenminste twee liederen. Onderstreept de vertaling van de Hebreeuwse tekst van twee liederen. Hier het lied כִּי מִצִּיּוֹן (ki mitsijoon) naar vers 3b. Het lied op vers 4b is Lo yisa goi.Jesaja 2:1-5: 1 Het woord dat Jesaja, de zoon van Amoz, gezien heeft over Juda en Jeruzalem. 2 Het zal in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van de HEERE vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat alle heidenvolken ernaartoe zullen stromen. 3 Vele volken zullen gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan, en het woord van de HEERE uit Jeruzalem. 4 Hij zal oordelen tussen de heidenvolken en veel volken vonnissen. En zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen. Oorlog voeren zullen zij niet meer leren. 5 Huis van Jakob, kom, laten wij wandelen in het licht van de HEERE. (Herziene Statenvertaling)

Huis van Jakobs God

Waarom wordt de tempel hier alleen het huis van Jakobs God genoemd, en niet ook dat van Abrahams en Isaäks God? Rasji zegt daarover: Omdat hij [Jakob] het [de plaats waar de tempel staat] Beth-el [het huis van God] noemde (Genesis 28:19), daarom wordt zijn naam hier genoemd. Want Abraham noemde het een berg – Op den berg des HEEREN zal het voorzien worden! (Genesis 22:14) – en Isaäk noemde het een veld – om te bidden in het veld (Genesis 24:63).

Rasji baseerde zich op de Babylonische Talmoed, tractaat Pesachiem 88a, waar bovendien wordt opgeroepen: laat ons zijn als Jakob die God thuis noemde. Waarbij Beth-el niet wordt gelezen als huis van God maar als huis is God. De gedachte hierachter: het bezoeken van de berg om te bidden gebeurt alleen op bepaalde momenten, terwijl een huis permanent wordt bewoond. Dit leert dat iemand permanent met God moet leven.