Mi chamochah

מִי כָמֹכָה (mi chamoocha; wie is als Gij) is gebaseerd op twee teksten uit één van de oudste liederen die door de mens is geschreven, namelijk het lied van Mozes, Exodus 15:11,18. Het lied uit Exodus zongen Mozes en het volk nádat de Israëlieten door de Schelfzee waren getrokken waarin de achtervolgende Egyptenaren waren omgekomen. De tekst van dit lied is onderdeel van de Joodse liturgie en wordt zowel tijdens het morgengebed als, met een variatie, tijdens het avondgebed uitgesproken.

refrein:

מִי כָמֹכָה בָּאֵלִםָ יְיָ

mi chamoocha ba'eliem addonaj

Wie is als Gij onder de goden, HEERE?

מִי כָּמֹכָה נֶאְדָּר בַּקֹּדֶשׁ

mi kamoocha nè'daar baqqodesj

wie is als Gij, verheerlijkt in heiligheid,

נוֹרָא תְהִלֹּת עֹשֵׂה פֶלֶא

nora tehilloot ose fellè

vreselijk in lofzangen, doende wonder? (Exodus 15:11)

couplet ('s avonds):

מַלְכוּתְךָ רָאוּ בָנֶיךָ

malchoetcha ra'oe vanécha

Uw kinderen zagen Uw Koninkrijk

בּוֹקֵעַ יָם לִפְנֵי מֹשֶׁה

boqee'à jaam lifnee mosjè

splijtende zee voor het aangezicht van Mozes;

זֶה אֵלִי עָנוּ וְאָמְרוּ

zè elie anoe we'ameroe

"Dit is mijn God!", riepen zij juichend.

couplet ('s ochtends):

שִׁירָה חֲדָשָׁה שִׁבְּחוּ גְאוּלִים

sjira chaddaasja sjibbechoe ke'oeliem

De verlosten roemden met een nieuw lied

לְשִׁמְךָ עַל שְׂפַת הַיָּם

lesjimcha al sefat hajjaam

tot Uw Naam; aan de oever van de zee

יַחַד כֻּלָּם הוֹדוּ וְהִמְלִיכוּ וְאָמְרוּ

jachad koelaam hodoe wehimliechoe we'ameroe

zij allen tezamen, prijs, doe regeren en zeg:

vervolgcouplet ('s avonds en 's ochtends):

יְיָ יִמְלֹךְ לְעֹלָם וָעֶד

addonaj jimlooch leolaam wa'ed

De HEERE zal in eeuwigheid en geduriglijk regeren! (Exodus 15:18)

בָּרוּךְ אַתָּה יְיָ גָּאַל יִשְׂרָאֵל

baroech atta addonaj ka'al jisra'eel

Geprezen bent U, Eeuwige, verlosser van Israël.

Enkele opmerkingen:

In de westerse Asjkenazische traditie wordt de tekst op feestdagen op een andere melodie gezongen dan op gewone dagen. Voor elke feestdag is er een bekende melodie die het juiste sentiment voor het betreffende feest moet oproepen.

De versie hier is op een moderne melodie van Debbie Friedman (1951-2011), een Amerikaans-Joodse singer-songwriter. Haar muziek wordt gewaardeerd door zowel conservatieve als orthodoxe Joden.

Volgens een uitleg in de Joodse traditie is de (bij)naam van Judas, zoon van Mattatias, de Makkabeeër (1 Makkabeeën 2:4), afgeleid van de eerste consonanten van de eerste vier woorden van Exodus 15:11, het vers waarmee dit lied begint: מַכַּבִּי. De betekenis van deze naam is onduidelijk en er zijn verschillende andere verklaringen voor deze naam.