Ani ma'amin

אֲנִי מַאֲמִין (annie mà'ammien) is een lied op de tekst van de twaalfde van de dertien geloofsgrondslagen die Maimonides [1] heeft geformuleerd in zijn verklaring op de Misjna (Sanhedrin 10:1). De tekst is de beknopte vorm van deze grondslag zoals die ook in het gebedenboek [2] is te vinden. Ook de andere twaalf geloofsprincipes in het gebedenboek beginnen met אֲנִי מַאֲמִין בֶּאֱמוּנָה שְׁלֵמָה, ik geloof volledig vastberaden …

אֲנִי מַאֲמִין בֶּאֱמוּנָה שְׁלֵמָה

annie mà'ammien bè'emmoena sjelema

Ik geloof volledig vastberaden

בְּבִיאַת הַמָּשִׁיחַ

bevi'at hammaasjieach

in de komst van de Messias

וְאַף עַל פִּי שֶׁיִּתְמַהְמֵהַּ

weaf al pie sjejjitmachmeeah

en ook wanneer Hij op zich doet wachten,

עִם כָּל זֶה אֲנִי מַאֲמִין

im kol ze annie mà'ammien

ondanks dat geloof ik,

עִם כָּל זֶה אַחֲכֶּה לוֹ

im kol ze achakke lo

ondanks dat zal ik verlangen naar Hem,

בְּכָל יוֹם שֶׁיָּבוֹא

bechol joom sjejjavo

.Hij die elke dag kan komen

Het opmerkelijke verhaal bij dit lied:

De volledige tekst van het twaalfde geloofsprincipe luidt [3]:

Het tijdperk van de Messias

En dit is om vastberaden te geloven dat Hij zal komen en dat je op Hem moet wachten, zelfs als Hij op zich doet wachten. En je moet geen tijden van Zijn komst berekenen of in de verzen van de Tenach kijken om te zien wanneer Hij zal komen. De wijzen zeggen: de wijsheid van hen die de tijden berekenen [van Zijn komst] is beperkt en dit je moet geloven: dat Hij groter is en meer vereerd wordt dan alle koningen van Israël sinds het begin der tijden, zoals is geprofeteerd door alle profeten, van Mozes, onze leraar, vrede zij met hem, tot Maleachi, vrede zij met hem. En wie twijfelt, of de grootheid van de Messias vermindert, is een ontkenner van de hele Tora want deze getuigt expliciet van de Messias in het gedeelte van Biliam en het gedeelte Jullie worden verzameld (Deuteronomium 29:9-30:20). En onderdeel van dit principe is dat er geen koning van Israël is, dan alleen uit het huis van David en uit het zaad van Salomo. En een ieder die dit met betrekking tot deze afkomst betwist, is een ontkenner van de naam van God en van al de woorden van de profeten.

Er zijn meerdere geloofsgrondslagen geformuleerd door verschillende rabbijnen. Maimonides stelde zijn dertien punten samen uit verschillende Talmoedische bronnen. Ze waren in eerste instantie controversieel en door velen eeuwenlang genegeerd. Nu worden ze echter breed geaccepteerd. In veel gebedenboeken komen twee dichterlijke samenvattingen voor: Jigdal (יִגְדַּל, moge Hij groot zijn), als onderdeel van het ochtendgebed, en het Annie Ma'amien.

Het twaalfde geloofsprincipe is op een heel bijzondere manier tot lied geworden. Rab Azriel David Fastag, een Modzitz-chassied en cantor, componeerde dit lied in de trein waarmee hij, samen met vele anderen, werd afgevoerd naar de gaskamers in Treblinka. Staand in een veewagon begon hij dit lied te zingen en langzamerhand zong iedereen in de wagon dit lied mee. Doordat twee jonge mannen uit de wagon wisten te ontsnappen, waarvan één de ontsnapping overleefde, kon de melodie voor deze tekst via allerlei omwegen worden overgebracht naar de rebbe van de Chassidische Modzitz-gemeenschap die het Naziregime wist te ontsnappen en via een wereldreis in New York terecht was gekomen. Toen het lied daar in de synagoge voor het eerst ten gehore werd gebracht, was de hele gemeente in tranen [4]. En de rebbe sprak: "Op hun reis naar de gaskamers werd dit lied geboren uit de as van miljoenen. Het is door dit lied dat hun stemmen gehoord zullen blijven worden, ons oproepend de fakkel van de menselijke waardigheid uit te blijven dragen totdat al Gods kinderen aangeraakt zijn door dat licht."

Het lied wordt tot de nigoen gerekend, een Hebreeuws woord, נִיגוּן (niekóén), dat melodie betekent en is afgeleid van het werkwoord נָגַן dat betekent een snaarinstrument bespelen. Het werkwoord komt in de Tenach meestal voor in combinatie met zang en/of zangers.

De nigoeniem (נִיגוּנִם), meervoud van nigoen, zijn Joodse religieuze liederen die door een groep worden gezongen. Kenmerkend zijn herhalende teksten of vocale klanken en vaak zijn het improvisaties rond een thema. Ze worden soms als gebeden gezongen. Nigoeniem zijn een belangrijk onderdeel van de Chassidische aanbidding.

[1] Rabbi Mosjé ben Maimon (1135-1204), bekend onder de naam Maimonides en ook onder het acroniem Rambam, was behalve rabbijn ook geleerde, filosoof en arts en behoort tot de invloedrijkste personen van het Jodendom in de tijd ná de voltooiing van de Talmoed.

[2] zoals in Siach Jitschak (Gebed van Jitschak), Siddoer - de geordende gebeden voor het gehele jaar, Nederlandse vertaling door Jitschak Dasberg, NIK, 1993

[3] Vertaald vanuit het Engels, bron: http://www.mesora.org/13principles.html

[4] zie hier het geromantiseerde verhaal: http://www.chabad.org/library/article_cdo/aid/332502/jewish/Ani-Maamin.htm of hier als een mini-documentaire: http://youtu.be/i8lEgjtIsSQ