Voorblad > Persoonlijke voornaamwoorden > Persoonlijke voornaamwoorden in de onderwerpsvorm > Primaire onderwerpsvormen
Primaire vormen van de onderwerpsvormen, zoals ze hieronder voorgesteld worden, hebben een eigen rol in de zinsbouw. Die rol wordt besproken op verschillende bladen waar de persoonlijke voornaamwoorden op besproken worden.
Ik noem ze primair om de volgende redenen:
Ze zijn de meest benadrukte onderwerpsvormen, met uitzondering van ich, dat maar één vorm kent.
Ze zijn de top-of-mind-woorden om personen in de onderwerpsvorm te benoemen.
Enkelvoud:
eerste persoon: ich /ɪx/ de term primair is bij deze persoon niet van toepassing omdat er geen andere vorm is, maar het hoort wel bij de reeks van primaire onderwerpsvormen, alsook in de reeks van onbenadrukte onderwerpsvormen
tweede persoon: dich /dɪx/ primair ten opzichte van de
derde persoon, mannelijk: hae /hɛː/ primair ten opzichte van er
derde persoon, vrouwelijk: ziej /ziːj/ primair ten opzichte van ze
derde persoon, vrouwelijk: het /hɛt/ primair ten opzichte van het /hət/ en et /ət/
Meervoud:
eerste persoon: wae /wɛː/ primair ten opzichte van we
tweede persoon: gae /ɣɛː/ primair ten opzichte van ge en er
derde persoon: ziej /ziːj/ primair ten opzichte van ze
Hoffelijkheidsvorm enkelvoud en meervoud, afgeleid van de tweede persoon meervoud:
tweede persoon: gae /ɣɛː/ primair ten opzichte van ge en er