Bert Bevers - Nederzettingen

Plaatsingsdatum: Nov 06, 2018 8:50:25 AM

III

In talen die niemand meer wenst te kennen

waren er al halve waarheden genoeg. Over

bonkaarde, mistbergen en schutsgeesten.

Aan de wortel van het overleven bestonden

aarzelaars alom, met rein gemoed verdwijnend

als patrijzen in het koren. Zij hoefden hun ogen

voor niemand neer te slaan maar verdwenen.

Uit: Nederzettingen

I

November waait notenkrakers over

in zuidwaartse drift. In de verte blijft

een geboortekreet hangen in de nevels.

Hij weet niet goed welke kant te kiezen.

Kopschuw weigert hij in samenzweringen

verzeild te raken. Toen zijn moeder hem

uitstiet regende het onbedaarlijk, brandden

vreemde buren vuren vol vlammen. Ergens

wisten voorouders in de kwalm toen al dat

het nu eindelijk goed aan het komen was.

Uit: Uit de tijd

De dichter peinst

Hij voelt een handvol woorden in zich zieden

in de avondstond. Wie heeft er nooit gezondigd

tegen zonlicht? Hij weet: hier was ik eerder.

Er wordt een nieuw straatnaambordje op

een lantaarnpaal geschroefd. Een man passeert

met een kruiwagen. Een vrouw laadt boodschappen

in. Een kind sabbelt aan een ijsje. Het huis dat

gebouwd wordt zal over acht jaar en drie maanden

worden verkocht. Hij weet het. Hij verlaat de tijd.

Uit: Gedichten uit een stadje in de heuvels

Dit is een selectie uit de bundel Nederzettingen.

Auteur: Bert Bevers, Antwerpen.

Uitgegeven door Kleinood & Grootzeer,

Bergen op Zoom, 2018