צֵא וּלְמַד
Ga uit! en leer (letterlijk)
Meestal nodigen we mensen uit de sjoel naar binnen te komen om te leren. Waarom gebruiken we hier het woord Tsee, ga uit?
Oneerlijkheid weerhoudt de mens van Tesjoewa. Zolang iemand niet eerlijk is, kan hij ook niet oprecht zijn leven beteren want ook dat doet hij niet met zijn volle hart. Om een beter persoon te worden moet men wel eerst weten wat het gevaar is waar uitgekeken voor moet worden.
Om oneerlijkheid te vinden gaat men niet de sjoel in maar gaat men naar buiten waar Lawan de bedrieger rondloopt!
(R’ Joel van Satmar)
De eenvoudige verklaring van deze woorden: Ga weg van het onderwerp waar we mee bezig waren om het over iets anders te hebben, waardoor we straks het oorspronkelijke onderwerp beter zullen begrijpen.
(Chida)
צא ולמד מה בקש לבן הארמי
Elke generatie wil ons uitroeien .. en het bewijs? Lawan. Een slechte man met snode bedoelingen.
Maar er bestaan toch ook goede niet-joden?
Juist daar komt de hagada ons voor waarschuwen.
Farao was openlijk een jodenhater maar hij wilde ‘slechts’ de jongetjes doden.
Lawan was op het eerste gezicht een vriendelijke man maar toen het erop neer kwam
probeerde hij iedereen om te brengen!
(Mehoelal Batishbachot)
אֲרַמִּי אֹבֵד אָבִי
‘owed’ is tegenwoordige tijd. Waarom zeggen we dat Lawan ook nu, vandaag de dag, bezig is ons te vernietigen?
Lawan probeerde “La’akor et hakol”. De eerste letters van deze drie woorden vormen het woord Leah. Als lawan niet Rachel met Leah had verwisseld dan was Jakow nooit met Leah getrouwd en ook niet met Bilha en Zilpa. Dan zou er ook geen ruzie in de familie geweest zijn tussen de zonen van de ‘echte’ vrouw en de zonen van de ‘slavinnen’. Dan was Josef de oudste geweest. Dan zou hij niet naar Egypte verkocht zijn. Dan zou het Joodse volk daar nooit zijn aangekomen om tot in de diepste graad van onreinheid te verzinken door o.a afgoden te dienen. Dan zouden er later geen mensen zijn geweest die het gouden kalf hadden gemaakt waarvoor we nog tot vandaag de dag gestraft worden.
Lawan’s daad voelen we in wezen dus nog steeds elke dag.
(Zechira lechaim)
Wie zich als een aramie –bedrieger- gedraagt, owed awi- verliest daarmee de verdiensten van zijn voorouders.
(Chidoesjee harim)
Zijn er werkelijk in elke generatie joden-vervolgingen? Er zijn wel eens periodes geweest waarin alles lekker goed liep.
Als bewijs dat er wel degelijk in elke generatie gevaar is brengen we Lawan.
Lawan had snode plannen met Jakow maar G-d waarschuwde hem geen goed of geen kwaad woord met hem te wisselen.
Ook goede vriendschap met een Lawan is een gevaar voor het joodse volk. Te veel vrijheid brengt assimilatie.
(Simchat Hareĝĝel)
וְלָבָן בִּקֵּשׁ לַעֲקוֹר אֶת הַכֹּל
Lawan probeerde het gehele joodse volk uit te roeien maar Farao was zo een slechte nog niet. Hij doodde alleen maar de jongetjes.
Waarom vieren we dan niet een veel groter feest ter herinnering aan de dag dat Jakow en zijn familie gered werden van Lawan?
De wereld kan niet voortbestaan zonder het joodse volk. Uit droeve ervaring weten we dat het mogelijk is om door onze vijanden gedeeltelijk uitgeroeid te worden. Maar plannen om alle joden in één keer om te brengen, hebben nooit kans van slagen.
Vandaar dat we Lawan’s poging niet eens serieus nemen.
(Chaim Lerosh)
Iedereen heeft een Jetser Hara –slechte neiging. Die gaat op twee manieren te werk. Als Esaw en als Lawan. Esaw is openlijk slecht. Dat zijn de neigingen om verkeerde dingen te doen. De gemiddelde burger kan dit soort gevoelens niet altijd weerstaan en doet wel eens wat verkeerd. Tsaddiekiem (rechtvaardigen) echter, luisteren gewoon niet naar dit innerlijke stemmetje.
Dan hebben we de Lawan Jetser Hara.. Die komt met een lange witte baard en legt uit waarom het goede eigenlijk slecht is (“Ga die mensen niet helpen, je moet nu Tora leren”) en het slechte goed. (“Deze gierige mensen afzetten is een mitswe!”) Daar moet ook een tsaddiek goed voor uitkijken.
Lawan probeerde iedereen te vernietigen. Zowel de eenvoudige mensen als de tsaddiekiem.
(Tsemach Menachem)
אָנוּס עַל פִּי הַדִּבּוּר
Jakov daalde af naar Egypte tegen zijn wil vanwege het ‘woord’ (van G-d)
Alles wat een mens doet en zegt heeft een gevolg. Jakov moest in het huis van zijn oom Lavan op een voor hem onbeschaafde manier praten (zoals bijvoorbeeld “Geef me mijn vrouw!” ). Deze ‘zonde’ leidde tot zijn afdaling naar Egypte.
(Be’erat Hamajiem)
“Het land Gosjen”
De Midrasj vertelt ons dat de Faraoh uit de tijd van Awraham het land Ĝosjen aan Sara kado had gegeven.
Hoe zit het dan met de voorspelde ballingschap als zij op eigen grondgebied woonden?
Hiervan leren we dat een jood alleen maar thuis is in het heilige land. Al heeft hij nog zoveel gebouwen in een ander land, het blijft ballingschap.
(Likoetee Sichot)
אֲרַמִּי אֹבֵד אָבִי, וַיֵּרֶד מִצְרַיְמָה
De Arameer probeerde onze vader te vernietigen ... en daalde af naar Egypte.
Jakov's avonturen bij oom Lawan waren voor hem een proefperiode.
Omdat hij 22 jaar van beproevingen had doorstaan, wist hij dat hij Egypte ook aan zou kunnen. Daarzonder zou hij nooit naar Egypte gegaan
zijn ook al zou hij van honger omkomen en nooit zijn geliefde zoon meer zien.
(Shefa Chaim – Klausenberg)
אָנוּס עַל פִּי הַדִּבּוּר
Gedwongen..
Jakov had net te horen gekregen dat zijn zoon waarvan hij al 22 jaar dacht dat hij niet meer leefde onderkoning van het machtige Egypte was.
In zijn eigen woonplaats was er hongersnood en waar zijn zoon was, was er genoeg te eten. Toch moest Jakov gedwongen worden naar Egpyte te gaan.
Hier zien we hoe zielsveel hij van het Joodse land hield!
(Shefa Chaim – Klausenberg)
“Het Joodse volk vermeerderde zich.”
Het goede komt sneller dan het negatieve. G-d had al aan Awraham voorspelt dat er onderdrukking zou zijn maar had pas aan Jakow belooft dat zijn nakomelingen zich in Egypte zouden vermeerderen. We zien hier dat de belofte aan Jakow al uitkwam voor de eerder voorspelde onderdrukking begon.
(Alsjiech)
ארמי עובד אבי
Dit stukje zegt men als men de bikoeriem brengt en men G-d dankt voor het land. Wat we van de woorden leren staat in de Sifri. Een van de bekendste verklaringen op de sifri is de Toldot Adam. hier volgen wat van zijn verklaringen.
Bij ons worden goede plannen aangerekend of we ze hebben uitgevoerd ook als er iets tussen gekomen is maar slechte plannen niet.
Bij de niet joden worden hun snode plannen gerekend alsof ze zijn uitgevoerd ook als zijn ze verhindert. Vandaar dat we gerust kunnen zeggen dat Lawan ons heeft vernietigt omdat hij dat van plan was.
Volgens een andere lezing van de tekst kwam Jakov om Lawan's zijn geld te laten verliezen.
Zolas hierboven vermeld zeggen we dit stukje bij het brengen van de bikoeriem om G-d te danken voor het land. Het beloofde land maar ook het heilig land. De belofte was aan Awraham gedaan voor de toekomst. Maar vanaf wanneer was het heilig?
Volgens deze verklaring al vanaf de belofte.
Dat zullen we een paar keer toepassen in dit stukje.
Als het land al heilig was, hoe was Jakov naar Charan gegaan om voor zijn oom Lawan te werken?
Er is een halacha dat men uit het heilige land mag weg gaan om bezit te redden uit niet joodse handen. Jakov ging naar zijn oom om geld uit onheilige handen te redden om het aan zijn bezit toe te voegen.
Als het land nog niet heilig was geweest dan zou er geen verschil zijn oj Jakov nu in Kenan of Egypte zou wonen. Hier zeggen we dat hij tegen zijn wil naar Egypte vertrok en dat ook alleen maar tijdelijk. Dat is ook weer bewijs dat het land dat toen nog Kenaan toebehoorde al heilig was
Er is een wet die spreekt over het verhuizen van het buitenland naar israel en andersom. Een man kan zijn vrouw en kinderen niet dwingen met hem mee naar het buitenland te verhuizen maar wel om vanuit het buitenland naar Israël te verhuizen. Hetzelfde geld voor zijn slaven. Jakov en zijn kinderen daalden tegen hun wil af naar Egypte omdat het zo besloten was.
De Tora vertelt ons dat er maar 70 zielen naar Egypte vertrokken. Dat waren alleen maar familieleden. De slaven bleven allemaal achter. Nogmaals, omdat het land al heilig was en zij niet gedwongen konden worden naar het onheilig Egypte te verhuizen!
מְלַמֵד שֶׁהָיוּ יִשְׂרָאֵל מְצֻיָּנִים שָׁם
Het volk bleef herkenbaar als volk.
Onder andere bleven ze Joodse namen aan houden.
Het wonder is niet zo zeer dat de nakomelingen van Jakov geen Egyptische namen aan namen. Tenslotte waren zij van ‘adel’. Het wonder is dat de Egyptenaren niet besloten hun kinderen Joodse namen te geven bij het zien van hun bijzondere kwaliteiten!
(Be’er Majiem Chajiem)
Het joodse volk onderscheidde zich o.a door het dragen van eigen kleding.
Een afvallige jood vroeg eens spottend aan Reb Simcha Boenim van Psjiescha of hij geloofde dat Awraham ook een sjtreimel en een zwarte kaftan droeg.
“Hoe hij zich precies kleedde weet ik niet” antwoordde Reb Simcha Boenim, “maar wat ik wel zeker weet is dat hij keek naar hoe zijn tijdgenoten zich kleedden en zorgde ervoor om iets anders te dragen.”
בְּפָרֶךְ
De ĝemara splitst dit in tweeën.
Bepe rach, met zachte mond.
De slavernij begon met lieve woorden om het volk aan het werk te krijgen . Langzamerhand werd het werk tot slavenarbeid opgevoerd.
Uiteindelijk heeft de ballingschap 210 jaar geduurd.
Dit is de getalwaarde van het woord ‘bejitschak’.
G-d was al begonnen te tellen vanaf Jitschak’s dagen.
De Egyptenaren vonden het best dat de berekening vanaf jitschak begon, maar dan wel zoals de naam in tehiliem staat.
Psalm 105 spreekt over Jischak. Met de letter sien (300) geschreven ipv een tsadie.(90) Op die manier zou de ballingschap wel 420 jaar moeten duren!
Vandaar dat zij met een ‘zachte’ mond de ‘ts’ als ‘s’ uitspraken.
(Aderet Elijahoe)
וַיָּרֵעוּ אתָנוּ הַמִּצְרִים
De Egyptenaren behandelden ons slecht
Wajare’oe kan ook begrepen worden als: zij bevriendden zich met ons. Die vriendschap was om te proberen het volk te assimileren.
(Agoedat Eezow)
Het kan ook begrepen worden als " Zij maakten ons slecht"
Eerst schreven de Egyptenaren in alle kranten hoe slecht de joden waren.
Toen begon de onderdrukking en kon de rest van de wereld zonder schuldgevoel slapen.
Het was tenslotte hun 'verdiende loon'.
(Baroeg sje’amar)
Wanitsak el hashem... vajeeda elokiem
Bij het overlijden van een geliefde koning huilt het hele volk. De verschillende gebedshuizen houden elk op hun eigen manier rouw-ceremonies. Toen Farao was overleden huilden ook de Joden en zij riepen de G-d van de aartsvaders aan. De Egyptenaren hadden niet door dat het joodse gehuil was vanwege de ellende waarin zij zich bevonden. Ook het noemen van de voorvaders klonk zoals elke jizkor waarin men vraagt of de ziel van de overledene gebundeld zal mogen worden met de zielen van de voorvaders.
Wajeeda elokiem. G-d begreep wel dat het hier ging om wanhopig gehuil. En Hij herinnerde ook de aartsvaders. Niet vanwege de ‘jizkor’ voor Farao, maar uit zichzelf, om Zijn volk te bevrijden.
(Sjaar Hasjamajiem)
וַיָּמָת מֶלֶךְ מִצְרַים, וַיֵאָנְחוּ בְּנֵי יִשְׂרָאֵל
De koning van Egypte stierf en het volk kermde.
Eigenlijk zou de dood van de slechte koning reden moeten zijn tot vrolijkheid bij slaven. Het was de gewoonte dat bij het overlijden van een koning alle politieke gevangenen werden vrij gelaten.
Inderdaad waren all slaven naar huis gestuurd. Allemaal behalve de joodse slaven. Vandaar de hernieuwde verzuchting, juist bij de dood van deze onderdrukker, nog voor de volgende koning er een schepje bovenop deed.
(Mosjav Zekenim Lebalee Hatosfot)
וַיְהִי בַיָמִים הָרַבִּים הָהֵם וַיָּמָת מֶלֶךְ מִצְרַים
“Het was in die vele dagen en de koning van Egypte stierf.”
Wat was er ‘veel’ aan die dagen? Ging de koning in vele dagen dood?
Net zoals we vinden dat de 7 jaar die Ja’akov voor zijn vrouw moest werken voorbij gingen als een paar dagen vanwege zijn liefde voor haar (zie Gen 29:20) zo ook leek elke dag als ‘vele dagen’ vanwege de ondraagbare ellende .
(Midrash Lekach Tov)
Is dat niet juist een reden om blij te zijn?
Zij zuchtten niet omdat het erger was geworden maar omdat zij tot die tijd niet eens door hadden hoe erg het was om slaven te zijn. Toen deze koning was gestorven kregen zij tijd om na te denken en zagen zij in hoe erg het was om als joods volk slaven te zijn. Toen riepen zij G-d aan.
(Zikaron Zot van de Choze van Lublin)
מִן הָעֲבוֹדָה
En zij zuchtten vanwege het werk.
Het ‘werk’ slaat ook op de awoda, het werk dat in de tempel verricht werd.
Tot de zonde van het gouden kalf waren de eerstgeborenen degenen die het recht hadden om in het tempel te werken. Men zuchtte vanwege het feit dat de eerstgeboren jongetjes werden gedood zodat niemand de awoda kon verrichten
(Shtee Jadot)
Min ha’awaoda vertalen we meestal met ‘vanwege het werk’. Maar het kan ook betekenen (meer) ‘dan’ het werk. Als wij in ballingschap zijn is G-d ook in ballingschap. De gebeden gingen naar G-d (voor zijn verlossing) meer dan de gebeden die gingen over ons werk.
(Ramat Sjmoe’el)
וְכָל הַבַּת תְּחַיּוּן
En de meisjes laten leven
Waarom wordt het laten leven van de meisjes als onderdeel van het probleem genoemd?
Zonder jongens zouden de meisjes niet hebben met wie te trouwen.
Tegenwoordig heet dat de sjidoech crisis.
(Nitfee Majiem)
In kabbalistische termen slaat mannelijk op chesed (liefdadigheid) en vrouwelijk op ĝewoera (kracht).
Farao was actief bezig G-d’s strenge krachten in de wereld te vergroten en liefdadigheid te verminderen.
(Biĝdee Serad)
וַיִּשְׁמַע ה' אֶת קלֵנוּ
G-d hoorde onze stemmen
Introductie.
Het vaak voorkomende woord ‘et’ heeft eigenlijk geen vertaling. Neem bijvoorbeeld ‘et hasjamajiem’ uit de eerste zin van de Tora. Wij vertalen dat altijd met ‘de hemel’.
Laten we daar even wat beter naar kijken.
Sjamajiem betekent hemel. Ha sjamajiem betekent DE hemel. Et hasjamajiem betekent: Et de hemel!
De geleerden verklaren dat elke ‘et’ iets komt toe voegen aan het woord. In het geval van ‘et hasjamajiem’ slaat dat op alle hemellichamen die ook op de eerste dag werden geschapen.
אֶת קלֵנוּ - onze stemmen. Ook de stemmen van de aartsvaders die mee huilen met het leed van hun kinderen.
אֶת בְּרִיתו - Zijn verbond. Zelfs als wij het verbond hebben verbroken!
אֶת אַבְרָהָם, אֶת יִצְחָק ואֶת יַעֲקב
‘Et’ slaat in dit geval ook op de midot van de aartsvaders
Awraham - Chesed liefdadigheid
Jitschak - Gewoera kracht/strengheid
Jakov - Tiferet. Pracht. Een samenstelling van meerdere kleuren leidt tot pracht. Tiferet is een mengsel van chesed en gewoera.
Chesed voor de Tsadiekiem (rechtvaardigen).
Gewoera voor de resjaim (slechten) die stierven tijdens de duisternis
Tiferet voor de beenoniem (gemiddelde mens die zowel goed als kwaad bezit).
וַיַרְא אֱלקָּים אֶת בְּני יִשְׂרָאֵל. Dit wordt door de targoem jonatan vertaald/verklaard als: Hij zag zowel hun leed, als de tesjoewa die zij deden. ‘Et’ slaat hier op de tesjoewa die alleen zichtbaar is voor G-d.
אֶת עָנְיֵנוּ - Onze ellende. zowel lichamelijk als geestelijk
ְאֶת עֲמָלֵנוּ – Onze zorg -dat slaat op onze zonen. ‘Et’ -ook alle potentiële nakomelingen van de omgekomen kinderen.
וְאֶת לַחֶצֵנוּ - Onze nood.- dat slaat op de onderdrukking. De joodse opzichters hadden medelijden met hun mede joden die de slavenarbeid moesten verrichten. Als ’s avonds bleek dat er te weinig werk was gedaan kregen de opzichters zweepslagen van de Egyptenaren. ‘Et’ slaat op de dubbele pijn van de opzichters.
(Agoedat Ezow)
אֶת בְּרִיתו אֶת אַבְרָהָם, אֶת יִצְחָק ואֶת יַעֲקב.
Het verbond was met
‘Et’ Awraham - ook vanwege Sara
‘Et’ Jitschak - ook vanwege Rivka
‘Et’ Jakov - ook vanwege Rachel, Lea en de 12 stammen.
(Rokeach)
וְאֶת לַחֶצֵנוּ - זֶו הַדְּחַק, כְּמָה שֶׁנֶּאֱמַר: וְגַם רָאִיתִי אֶת הַלַּחַץ אֲשֶׁר מִצְרַים לחֲצִים אתָם.
…en ook heb Ik gezien de onderdrukking door de Egyptenaren
Onze ‘lachats’ (onderdrukking) dat slaat op de ‘dogak’ (zwaardere onderdrukking).
Dat ‘lachats’ ‘dochak’ betekent ‘bewijzen’ we met een zin waar weer het woord lachatz in staat!
Als we weten dat lachats zware onderdrukking betekent, waar hebben we dan deze pasoek voor nodig. En als we dat niet weten, wat leren we dan van deze pasoek waar weer hetzelfde woord staat?
Dat er zware druk op het volk stond lezen we uitvoerig in het verhaal over de situatie in Egypte. Nu staat er nogmaals et halachatz. Van het extra woordje ‘et’ begrijpen we dat er deze keer meer bedoeld wordt dan alleen maar slavernij. Als de slaven na een harde dag werken eindelijk naar huis wilden kregen ze nieuwe opdrachten. Opdrachten die op zich misschien niet zwaarder waren dan de rest van het werk maar aangezien ze na een dag werk kwamen worden ze beschouwd als ‘dochak’. Dit viel niet waar te nemen bij de gewone toeschouwer. G-d zag dat wel en greep in.
(Orach Chaim)
מִצְרַים לחֲצִים אתָם
Egypte onderdrukte hun.
De laatste letter van het woord Mitsrayim is een sluit –mem. Die is vierkant. Egypte was afgesloten als deze sluit mem. Geen slaaf was het ooit gelukt de grens over te steken.
Door de extra zware onderdrukking kon het joodse volk eerder weg. De mem ging open. De lachatz was op ‘otam’ (hun). Dit kan gelezen worden als ‘ot- mem’ De letter mem.
(Ben Iesj Chaj)
וַיַרְא אֱלקָּים אֶת בְּני יִשְׂרָאֵל
En G-d zag de zonen van Israël
G-d wordt nooit omschreven als de G-d van de zonen van Israël, want hij wordt door zowel mannen, vrouwen, kinderen als slaven geaccepteerd als G-d. Nu dat hier Bnee Jisrael staat moeten we er iets van leren.
Bnee komt ons vertellen dat de mannen het erger hadden dan de vrouwen.
(Rokeach)
לא עַל יְדֵי מַלְאָךְ
Niet door een engel
De midrasj brengt een meningsverschil of G-d ons persoonlijk heeft uitgevoerd of dat een engel het gedaan heeft.
G-d had aan Awraham belooft dat hij zijn nakomelingen zou komen redden. Hoe kan men dan zeggen dat hij dat niet heeft gedaan?
Eigenlijk had de slavernij 400 jaar moeten duren. Het is bekend dat als het volk nog maar een minuut langer was gebleven dat het zo diep in de onreinheid was gezakt dat ze nooit meer weg zouden kunnen gaan. Het was dus een vervroegde verlossing. Daarom was ook eigenlijk de belofte ook nog niet van toepassing tot na 400 jaar.
Er is een mening die beweert dat de resterende jaren van de ballingschap worden voldaan in de volgende ballingschappen. Stel dat G-d ons persoonlijk had weggehaald, dan was de verlossing blijvend geweest omdat zijn daden niet vergankelijk kunnen zijn. Die mening zegt daarom dat het een engel was.
Andere geleerden zijn van mening dat doordat de slavernij zo zwaar was, het kan worden aangerekend als de volle 400 jaar. De verlossing was toen ook volmaakt. Door latere zonden is het spel weer opnieuw begonnen en hebben we de volgende ballingschappen verdiend.
De Hagadah heeft in de vorige stukjes net uitgebreid geleerd hoe verschrikkelijk moeilijk het was in Egypte. Dit is de 2e mening die we net genoemd hebben. Daarom gaan we nu door en zeggen dat het wel degelijk G-d zelf was!
(Sjewach Pesach)
Niet door een engel of vuurengel לא על ידי מלאך ושרף.
Elke keer dat iemand een mitswa doet, wordt daar een engel door geschapen. Doet men de mitswa met een inner vuur dan is het een vuur engel. Maar in Egypte waren er geen mitswot en vandaar ook geen engelen die erdoor tot stand gekomen waren.
(Toldot Jitschak)
בכבודו ובעצמו
- Heeft G-d ons wel persoonlijk uit Egypte gehaald?
In Bamidbar 20:16 staat wat anders. "En wij riepen G-d aan, Hij hoorde ons en stuurde een engel die ons uit Egypte haalde!
Rashi verklaart dat het hier niet op een hemelse engels slaat maar op Moshe!
De Imree Emet had weinig moeite met deze vraag. Hij las het zo: En G-d stuurde de engel [weg] en haalde ons (toen zelf) uit Egypte
Bij de opdracht aan het Joodse volk zich te beschermen tegen de plaag van de dood der eerstgeborenen zegt G-d heel duidelijk dat hij de met bloed besmeerde deurposten door de vernietigende engel niet zal laten raken. Waarom zeggen we dan hier dat G-d zelf deze straf uitvoerde en niet een engel?
De Diwree Elijahoe legt uit dat G-d wel degelijk de Egyptische eerstgeborenen doodde. Maar er waren ook Joden wiens natuurlijke tijd om te gaan die avond was. Om het duidelijk te maken dat het een straf voor de Egyptenaren was, wilde G-d niet dat die mensen dezelfde avond zouden sterven. Om ervoor te zorgen dat de ‘doordeweekse’ doodsengel die nacht zijn werk niet zou kunnen uitvoeren, moest men zich beschermen met het bloed op de deur
וְהִכֵּיתִי כָּל בְכור בְּאֶרֶץ מִצְרַים - וּבְכָל אֱלהֵי מִצְרַים אֶעֱשֶׂה שְׁפָטִים
De Abarbanel vraagt: Waarom is het zo een groot wonder dat de Joodse eerstgeborenen niet werden gedood? Het Joodse volk werd onderdrukt en vroeg om hemelse hulp. Hun gebeden werden verhoord en G-d maakte korte metten met de onderdrukker. Waarom zou hij daarbij de onschuldige slachtoffers die om de hulp hadden gevraagd ook ombrengen?
Ook moeten we begrijpen waarom we bijna niet praten over alle andere plagen waar de Joodse bevolking gespaard werd van de plagen die hun buren troffen.
De Noda bi’jehoeda geeft de volgende verklaring:
Het doel van de laatste plaag was om af te rekenen met de Egyptische afgoden. In Egypte werd naar het lam opgekeken als afgod aangezien dat het eerste sterrenbeeld in het sterrenstelsel is. Ook werd aan alle eerstgeborenen een bijzondere positie gegeven. We weten dat ook de Joden in Egypte zich schuldig hadden gemaakt aan afgoden dienst. Eigenlijk hadden dus alle eerstgeborenen die zich hadden laten vereren de doodstraf verdient.
Dat dit niet gebeurd is doordat zij bijtijds tot inkeer zijn gekomen, is iets om bij stil te staan.
אֲנִי הוּא ולֹא אַחֵר
Ik, en geen ander
Waarom moet dat erbij?
Het woord ‘Echad’ – Een, en ‘Acher’ – ander, lijken heel erg op elkaar.
De eerste twee letters zijn hetzelfde en de laatste letters resp.Dallet en Reesj lijken heel erg op elkaar.
De Dallet heeft een klein puntje van achter en de Reesj is rond. Vandaar dat in de Tora in het stuk Sjema het woord Echad met een extra
grote Dallet geschreven moet worden en het woord Acher (bij het verbod afgoden te dienen) met een hele grote Reesj.
Zo zou men niet per ongeluk de twee begrippen door elkaar kunnen halen. Dat is alleen nodig voor mensen die op spiritueel gebied nog wat
slaperig zijn, want diep van binnen weet iedereen het verschil. Dat is er die avond in onze harten ingepompt.
Dat zegt G’d hier: Het is Ik en niet de Acher.
(Tiferet Tzvi – Spinka)
אֲנִי הוּא ולֹא אַחֵר
Ik, en geen ander
"Anie"- "hoe" welo acher.
Wij vertalen deze woorden met “Ik ben het”. Maar letterlijk staat er eigenlijk “ik – hij”
Ook daar waar men denkt dat er een zelfstandige tweede persoon ‘hij’ is, moet men begrijpen dat ook daar alles ‘Ik’ G-d is die alles leven geeft en ermee kan doen zoals hij gelieft.
(Awodat Jisrael)
בְּיָד חֲזָקָה - זו הַדֶּבֶר
Met sterke hand - dat slaat op de vee pest
Waarom was het zo bijzonder dat er van het vee van het Joodse volk niets dood ging? De G-ddelijke plaag was alleen naar de Egyptenaren gericht. Het is ook opmerkelijk dat Farao nog eens speciaal laat nagaan dat er deze keer echt niets is gebeurd met het joods beheerde vee.
Farao zei tegen Mosje en Aharon: “Tot jullie 400 jaar slavernij om zijn valt er helemaal niets te bespreken. Tot die tijd ben ik de rechtvaardige eigenaar van mijn slaven.”
Daarop kreeg hij als antwoord dat dit te betwisten was. Het bewijs dat zij niet meer als zijn slaven gerekend werden, werd gebracht door het feit dat het vee niet dood ging.
De regel is dat “Alles wat een slaaf koopt, behoort aan de meester”. Stel dat ze nog steeds slaven waren geweest, dan waren ook hun dieren gestorven. Farao liet eerst na gaan wat die situatie was en toen bleek dat de plaag inderdaad alleen bij de Egyptenaren had plaatsgevonden, was hij bereid het joodse volk te laten gaan. Ware het niet dat G-d hem daarvan weerhield. Vandaar dat we meteen de volgende zin lezen:”wajechezak lev Par’o”.
(Chasdee David)
וּבְאתות - זֶה הַמַּטֶה
En met tekens, dat slaat op de staf
De wonderlijke staf.
De eerste keer dat we daar wonderen mee zien is als Moshe en Aron het voor Farao en de tovenaars neergooien en het een slang wordt.
Toen Moshe en Aron om Farao aankondigden dat het tijd werd het Joodse volk te laten gaan zei hij:”Geef ‘voor jullie’ een teken!”.
Waarom zei hij niet: “Geef mij een teken”?
Hij vroeg: “Waarom zouden de joden weg mogen? Ze dienen ook afgoden net zoals wij!
Dat er vanwege mij wonderen zullen moeten komen om me van gedachten te laten veranderen en dit volk weg te laten gaan, daar ben ik het mee eens. Maar dat jullie het verdienen dat er een G-d wonderen zal verrichten wil ik bewezen zien door een teken voor jullie!”
(Andere versie: Wat weten jullie af van een volk regeren? En dan nog wel in een woestijn! Laat het nou maar aan mij over. Ik ken deze mensen en weet hoe ze te behandelen. Bewijs nou maar dat jullie hier iets mee te maken hebben)
Maar zei antwoordden: “Nee, alleen omdat ze nu onder uw bevoegdheid leven, gedragen ze zich zo. Kijk maar, zolang de staf in onze handen is, is het een goddelijke staf. Zodra het bij u is, is het een slang. Wij zijn de echte leiders van dit volk en u zult zien dat zodra ze weg gaan uit Egypte ze G-d’s dienaren zullen worden.”
(Imree Josef en elders)
וּבְמֹפְתִים - זֶה הַדָּם
Wonderen-dat is het bloed
Over welk bloed gaat het hier?
Meestal als de doodsengel langs komt haalt hij alleen de ziel uit het lichaam.
Maar de Egyptenaren werden als dieren geslacht zodat er veel bloed bij te pas kwam
(Midrasj bechidoesj)