אֶחָד מִי יודֵעַ
Wie weet een? Ik weet een!
Er zijn verschillende manieren om dit lied uit te leggen.
Hier volgen er twee.
Het lied beschrijft de 13 positieve gevolgen die de uittocht voor ons gehad hebben:
We vragen steeds mi jodea? En het antwoord luidt steeds: ani jodea, ik, als jood, weet dit, in tegenstelling tot de andere volkeren.
1) G-ddelijke openbaring. (uittocht, splitsing van de zee enz) Die alleen ik heb gezien.
2) Volken weigerden de Tora. Ik accepteerde het.
3) De aartsvaders hielden zich al aan de Tora voor het gegeven was, omdat ze al op dat niveau stonden. Nu dat ik de Tora heb ontvangen, sta ik ook op hun niveau.
4) We hebben nu ook het niveau van de aartsmoeders. Sara was een grotere profetes dan Awraham. G-d zei: “luister naar alles wat zij zegt”. Rivka, Rachel en Lea kwamen uit slechte gezinnen maar bleven goed. Nu heb ik ook al deze krachten.
5) De Tora heb ik rechtstreeks van G-d gehoord.
6) De Misjna, de Mondelinge leer, is overgegeven aan de mens ter interpretatie, op voorwaarde dat het gebeurt volgens de hiervoor ingestelde regels zoals vastgelegd in de talmoed.
7) Sjabbat is een teken tussen mij en G-d.
8) De briet mila is ook een teken van verbond tussen joden en G-d.
9) Alles in de wereld leeft door de Tora. Ramban: door op de juiste manier het verhaal van de schepping te leren kan men zelf scheppen.
10) Tien geboden waar we het geluid zagen en het beeld hoorden.
11) Een jood staat boven sterren beelden. Zijn horoscoop hangt af van zijn Tora en Mitswot.
12) De 12 stammen reisden: al pie Hasjem, d.w.z. dat alles wat op aarde gebeurt met het joodse volk, speciaal door G-d geregeld wordt.
13) Door zoals G-d te doen verbinden we ons met hem. Ma hoe rachoem, net zoals Hij medelijdend is, zo moet jij dat ook zijn etc.
Ook kan het gezien worden als een lijst van punten die ons de kracht geven in ballingschap te overleven.
1) Met 70 zielen daalde Jakov af naar Egypte. Er is een mening die zegt dat G-d de 70e was in die berekening. Zo zien we dat G-d altijd met ons is.
2) Tora is altijd relevant. De letters in de loechot waren niet aan een kant ingegraveerd, maar liepen op wonderbaarlijke wijze door tot aan de andere kant. Dit leert ons dat de 10 geboden niet ‘gebonden’ zijn aan steen. M.a.w. de Tora hangt niet af van tijd of locatie ze zijn dus altijd in elke situatie geldig.
3) Verbond met voorvaders
4) En moeders
5) En de belofte dat we nooit de Tora zullen vergeten
6) In het zechoet van misjna zullen we verlost worden
7) Als we twee sjabbatot houden zullen we verlost worden
8) Het mes van de besnijdenis beschermt tegen het zwaard van esaw
9) Kinderen kunnen ook met 7 maanden geboren worden maar zijn voller met 9 maanden. We hebben nu een lang galoet opdat we straks een mooiere geoela zullen hebben
10) Behar sinai hofia mehar paran (wordt in het originele manuscript niet uitgelegd)…
11) 11 broers uit de droom die naar Josef bogen omdat hij hun kon lijden in ballingschap
12) 12 stammen schijnen als 12 sterren. Hun zechoet staat ons altijd bij
13) Na het voorval met het gouden kalf gaf G-d aan mosje te weten dat door het uitspreken van de 13 eigenschappen Hij altijd vergiffenis zal schenken.
(Chatan Sofer)
Chad ĝadja :
De eenvoudige reden waarom we dit aan het eind van de Seder zingen:
We hebben net een hele avond vrijheid gevierd, maar als we door het
raam naar buiten kijken zien we een wereld waar de antisemieten het
vaak heel goed hebben en wij nog steeds voor rot-jood worden
uitgemaakt.
Dit lied spreekt ons moed in.
Uiteindelijk geeft G'd iedereen zijn verdiende loon.
(Shefa Chaim – Klausenberg)
Laten we even rekenen.
G’d is goed. Daar is geen vraag over.
Dan is het bokje slecht.
Want:
De goede G’d maakt korte metten met de slechte doodsengel die de goede
slachter had vermoord, die de slechte koe had geslacht, die het water
had gedronken dat gelijk had het slechte vuur te doven, want de stok
had gelijk om de slechte hond te slaan, die de goede kat had gebeten
die het slechte bokje had opgepeuzeld.
Wat was er mis met het bokje?
Er zijn twee problemen met het bokje.
Ten eerste hadden het twee bokjes moeten zijn.
Een als Pesach-offer en een als Feest-over.
Ten tweede had zelfs dat ene bokje meer moeten kosten dan die gierige
twee zoez..
De kat maakte zich daar kwaad over maar de hond kwam zijn gierige baas
te hulp enz.
We zingen dit aan het eind van een dure avond. De matzes, de wijn, de
maaltijd en alle nieuwe kleren hebben een heleboel gekost.
En zo hoort het ook. Geld is er om aan goede dingen te besteden.
Maar nu dat het voorbij is zou je kunnen denken dat het misschien wel een beetje
veel was voor zo een korte avond. Vandaar dat we dit lied zingen om te
laten zien dat G’d uiteindelijk niet tevreden was met de gierige
vader die slechts een goedkoop bokje had gekocht.
(Shefa Chaim – Klausenberg)
Het einde is het belanrijkste hoogtepunt. Op jom kipoer hebben we dan het neila - slotgebed. En wat is het einde van de seder? Een raadselliedje “Wie weet één?” en een leuk liedje over een bokje.
Maar daar gaat het hele Pesach verhaal ook over.
Als we zien dat de kat het bokje bijt dan snappen we dat niet. Wat een wrede wereld denken we dan. En als we alleen zien dat de hond de kat aanpakt vinden we dat zielig voor de kat. Maar als dan blijkt dat de kat net het bokje gebeten heeft vinden we het misschien toch wel een beetje terecht. Maar waarom krijgt de hond dan een pak slaag? Uiteindelijk heeft niemand de hond gevraagd zich ermee te bemoeien en komt hem ook een straf toe. Zo was het ook toen en zo is het ook nu. Het joodse volk is op een lange reis die met Avraham begonnen is en nog steeds door gaat. En wie regelt het allemaal? Wie weet er één? Het is altijd weer de Eén op hemel en aarde.
(Be’er Hachaim)
Wie weet er wat 3 is? שלושה מי יודע
3 zijn de aartsvaders.
De vraag blijft eigenlijk een open vraag. Wie kan begrijpen hoe belangrijk de 3 matzes zijn. Er zijn diepe kabbalistische verklaringen maar ook die kunnen het niet helemaal omvatten omdat het nog veel hoger is.
Wie kent de 3? Wij niet.
Wat weten we dan wel?
Dat de 3 matzes met de 3 aartsvaders te maken waarvan wij afstammen.
Wij eten de matza als eenvoudige mensen maar weten dat het via die connectie ons aangerekend zal worden alsof we het met alle diepe achtergronden hebben gedaan.
(Magen Avraham - Trisk)