וָאֶקַח אֶת אֲבִיכֶם אֶת אַבְרָהָם מֵעֵבֶר הַנָּהָר וָאולֵךְ אותו בְּכָל אֶרֶץ כְּנָעַן, וָאֶתֵּן לו אֶת יִצְחָק
Ik nam jullie vader Awraham, liet hem door heel het land Kenaan trekken, en gaf hem Jitschak
Terach was de vader van Awraham. Maar Awraham was ‘jullie vader’. Het Joodse volk wordt niet als nakomeling van Terach beschouwd. Awraham kon op natuurlijke wijze geen kinderen krijgen. Pas nadat hij zich volledig had over gegeven aan G-d’s wil om op 75 jarige leeftijd alles achter te laten om naar een onbekende bestemming te vertrekken, samen met het zechoet van het heilige land, werd Jitschak hem op wonderbaarlijke wijze geschonken.
(Chatan Sofer)
מֵעֵבֶר הַנָּהָר
Van de overkant van de rivier
Chesed, liefdadigheid wordt vergeleken met een rivier. Net zoals een rivier stroomt waar het maar gaan kan om daar water naar toe te brengen, zo zijn goede mensen altijd bezig anderen te helpen. Terach was altijd bezig om anderen afgodendienst bij te brengen. Awraham, een zoon van zijn vader zijnde, was met dezelfde aard geboren.
G-d heeft hem toen naar de overkant van de rivier gebracht. De ‘rivier’ aard was precies hetzelfde als die van zijn vader, maar hij stond op dezelfde hoogte aan de overkant. Toen is hij verder gegaan met het spreiden van het geloof in één G-d.
(Be’er Majiem Chajiem)
Nahar betekent meestal rivier maar zie Ijov (Job) 3:4 waar het woord ‘nahara’ staat dat licht betekent.
Het licht is op de eerste dag van de schepping geschapen. Vóór het licht zou dus betekenen: voor de schepping. In deze wereld als je iets kapot maakt is het stuk. Toch kennen wij het begrip teshoewa. Met oprecht berouw kan men de ergste zonden ongedaan maken. Zoiets kan niet in de wereld zoals die geschapen is. Dat komt van iets hogers. Het komt van voor - de andere kant- van nahar - het licht. Onze voorouders waren afgodendienaars. Awraham deed teshoewa en kwam van de andere kant van de nahar.
(Zikaron Zot van de Choze van Lublin)
De drie regaliem (feest dagen) staan tegenover de drie aartsvaders. Pesach, de eerste van de drie heeft dus met Awraham te maken.
Awraham kwam van de andere kant van hanahar (de rivier).
Het woord hanahar schrijven we ‘hee’ ‘noen’ ‘hee’ ‘reesj’.
Stappen we over naar de andere kant, oftewel we schuiven een letter op, dan krijgen we ‘dalet’ ‘mem’ ‘dalet’ ‘koef’.
De getal waarde van die letters 148 net zoals het woord Pesach!
(Shaar Jissachar)
, וָאֶתֵּן לְעֵשָׂו אֶת הַר שֵּׂעִיר לָרֶשֶׁת אתו ….וָאולֵך אותו בְּכָל אֶרֶץ כְּנָעַן
Bij Esav staat dat hij het Se’ir gebergte als erfenis kreeg. Over het land Israël zien we niet dat Awraham het als erfenis kreeg, maar alleen dat hij er door was getrokken. Het verschil is dat Esaw alleen het aardse stuk land kreeg. Voor het Joodse volk is het land Israël alleen maar een voorportaal naar het paradijs.
(Chatam Sofer)
וָאֶתֵּן לְעֵשָׂו אֶת הַר שֵּׂעִיר לָרֶשֶׁת אתו
De reden waarom de nakomelingen van Esav niet naar Egypte zijn gegaan is niet omdat zij niet als nakomelingen worden beschouwt. De reden is omdat zij meteen in de Egyptische cultuur zouden assimileren en dan zou er geen volk meer zijn om te bevrijden. Dan zou alleen de eerste helft van G-d’s voorspelling aan Awraham uitgekomen zijn.
(Alsjiech)