לְפַרְעֹה בְּמִצְרָיִם
Slaven van Pharao in Mitzrajiem
Aartsvader Jakow wordt door de vertegenwoordiger van al het kwaad op zijn dij geslagen. Sindsdien mogen wij de gied hanasje niet meer eten.
De gematrieja van Pharao is 355 gelijk die van het word nasje. De getalwaarde van het word Mitsrajiem is 380. Dat is 25 meer. Het word ‘ko’ slaat vaak op G-d’s majesteit. Draai de letters om en er staat hach – slaan. Het G-ddelijke onderdeel van Egypte sloeg tegen het kwade. De nasje/Pharao. De dag van de uittocht was voorbestemd om al het goede (‘ko’) uit Egypte te laten vertrekken. Dat is gebeurd via de uittocht van het Joodse volk. Was dat niet gebeurd, dan waren wij als slaven achter gebleven van het Pharao gedeelte in het word Mitsrajiem.
(Chatam sofer)
Allemaal Wijzen
Waarom zouden we denken dat de rabbijnen niet zouden meedoen? We verwachten van hun juist dat ze het op de beste manier doen!
Josef had als onderkoning al ingesteld dat priesters geen belasting hoefden te betalen.
Die wetten die de geestelijke leidinggevers met meer eerbied behandelden zijn altijd gebleven. Zo was de stam Levi altijd vrijgesteld van werk.
Nu zou men kunnen denken dat Torah Geleerden niets te vieren hebben. Waren zij nu in Egypte geweest dan zouden ze ook niet hoeven te werken.
Dat zou kloppen als er alleen maar lichamelijke onderdrukking was geweest. Maar als we ook vieren dat we spiritueel niet ten onder zijn gegaan dan hebben juist de geestelijke leiders wat te vieren.
Om te benadrukken dat het om een spirituele redding gaat, geeft de hagadah de opdracht om deze avond voornamelijk met Torahstudie over de uittocht bezig te zijn.
Als voorbeeld krijgen we rabbijnen die in die functie al niet fysiek onderdrukt zouden zijn gewesest destemeer dat twee ervan tot de stam Levi behoorden.
Dat verklaart ook waarom Rabbi Elazar ben Azarja oorspronkelijk niet inzag waarom men 'snachts over de uittocht zou moeten praten. Als we de verlossing van het harde werk zouden vieren, dan zou men dat overdag moeten doen;de tijd dat er gewerkt werd. Maar als we zeggen dat het voornamelijk om de spirituele verlossing gaat, dan bestaat er geen verschil tussen dag en nacht.
(Divrei Sha'oel)
Allemaal Wijzen
Domme mensen herhalen altijd hun verhalen. Slimme mensen doen dat niet.
Als het verhaal van de uittocht een wonder is dat alleen onze voorouders 3300 jaar geleden overkomen is, dan zouden we daar niet altijd over hoeven te praten. Aleen op de plaats waar een wonder onze voorouders overkomen is danken we volgens de Halacha.
Maar het is ook ons wonder. Want als we toen niet waren verlost dan zouden wij vandaag niet zijn wie we zijn. Vandaar dat ook slimme mensen elk jaar weer het verhaal vertellen.
(Divrei Shaoel)
וַאֲפִילוּ כֻּלָּנוּ חֲכָמִים
Zelfs als we allemaal slim zouden zijn…
Er zijn 50 poorten van onreinheid. Vlak voor de uittocht uit Egypte was het Joodse volk al weggezakt tot aan de 49ste poort. Als ze nog maar iets langer waren gebleven dan waren ze naar het laagste niveau gevallen, waarvan geen terugkeren meer is.
Tegenover de 50 poorten van onreinheid staan de 50 poorten van de Tora. Het was daarom Moshé die het volk moest komen bevrijden.Maar Moshé wist tijdens zijn leven alleen 49 poorten van Tora te bereiken. Pas op zijn sterfdag bereikte hij de 50ste poort. Vandaar dat hij stierf op de berg Nevo. Het woord Nevo kan ook gelezen worden als (de letter) Noen (50) bo- daarin.
Nu weten we dat Rabbi Akiwa al tijdens zijn leven alle 50 porten van de Tora wist te bereiken!
Daarom waarschuwt de Hagada ons hier. Zelfs iemand die denkt dat hij net zo slim is als Rabbi Akiwa moet ook op deze avond de Hagada lezen. Het bewijs daarvoor brengen we meteen daarna van een paar geleerden waaronder… Rabbi Akiwa.
(Simchat Haregel)
יודעים את התורה
De Torah Zouden Kennen
Wat voegt dat toe aan de eerste benamingen "wijzen en ouderen" die ook op het kennen van de Torah slaan?
Dit zou kunnen slaan op kennis die niet zelf vergaard is maar van bovenaf geschonken is zoals we dat bijvoorbeeld vinden bij koning Shlomo "Hashem GAF hem wijsheid" (Koningen I 5-26). Ook zo iemand heeft nog steeds de plicht om over de uittocht te praten.
(Siftee Tzadik - Piltz)
Zelfs als we slim waren. ואפילו כלנו חכמים
Eenvoudige mensen zijn onder de indruk van wonderlijke verhalen maar slime mensen niet zo snel. Toch moeten ook zij het horen
(Beet Aharon)
Allemaal geleerden etc.
Wanneer de Masjieach komt zal G-d’s wetenschap de aarde vullen als water de zeebodem bedekt. Ook dan moeten we nog steeds over de uittocht uit Egypte blijven praten.
(R’ Yonatan Shteif)
מִצְוָה עָלֵינוּ לְסַפֵּר בִּיצִיאַת מִצְרָיִם
Het is een Mitswa om over de uittocht te vertellen.
Als het een Mitswa is, waarom zeggen we dan geen speciale bracha voor we met het vertellen beginnen?
Aangezien we al tijdens de kidoesj de uittocht hebben genoemd, hebben we eigenlijk de minimumverplichting al vervuld. Daarom kunnen we niet nog eens een bracha gaan zeggen over de Hagada want het is dan geen verplichting meer.
Dit wordt meteen in de volgende zin aangeduid.וְכָל הַמַּרְבֶּה לְסַפֵּר בִּיצִיאַת מִצְרַיִם הֲרֵי זֶה מְשֻׁבָּח. Hett meer vertellen is geen Mitswa, het is slechts lovenswaardig.
(Chida)
כָל הַמַּרְבֶּה לְסַפֵּר
Eenieder die veel verteld
Wechol is een afkorting van de woorden Weafiloe Kohen Levie. Zelfs de nakomelingen van de stam levie –waaronder ook de kohaniem vallen- die de slavernij gespaard waren gebleven, moeten over de uittocht praten
(Simchat Haregel)
Jetsiejat mitsrajiem betekend eigenlijk niet het weg gaan uit Egypte maar van Egypte.
Oftewel, Egypte vertrok, en niet het Joodse volk.
Dit kan op meerdere manieren verklaard worden.
1) De verlossing was er pas nadat de Egyptenaren hun eigen land uit waren getrokken en in de zee verdronken waren.
2) In kabbalistische termen zeggen we dat alle ‘vonkjes’ heiligheid die in Egypte aanwezig waren door het joodse volk waren meegenomen. Het was toen ook snel afgelopen met de macht van Egypte.
(Wehejee Bracha)
Elke keer dat wij een mitswa doen is dat niet alleen maar het vervullen van onze plicht maar brengen we een goddelijk licht de wereld in dat voor die tijd nog niet aanwezig was. Elke mitswa brengt zijn eigen licht met zich mee. Niet elke mitswa moet door iedereen persoonlijk uitgevoerd te worden. Zo zijn er mitswot die alleen door de kohaniem gedaan kunnen worden en sommige mitswot die alleen door de koning gedaan worden. Die mitswot doen zij als afgezanten van het gewone volk en zorgt ervoor dat dat licht ook hun niet ontbreekt.
In de mishna in Berachot 16: is Rabbi Shimon ben Gamliel van mening dat een bruidegom op de avond van zijn bruiloft het avond Shema moet overslaan. לא כל הרוצה ליטול את השם יטול
Dat betekent zoiets als dat niet iedereen zichzelf groot genoeg kan houden dat hij onder die omstandigheid rustig genoeg kan blijven om met aandacht shema te zeggen. De diepere betekenis is dat het niet voor iedereen weg gelegd is om het licht van shema in de wereld te brengen in zo een geval. Daar moet men een speciaal persoon voor zijn. Wie dat zijn weten dat zelf wel.
Het vertellen over de uittocht is niet alleen maar het doorgeven van informatie maar is een mitswa die op deze avond een heleboel spiritueel licht naar beneden haalt. Men zou kunnen denken dat ook hier de regel van toepassing is dat de doorsnee jood alleen maar een beetje moet vertellen en alleen speciale zielen zich bezig kunnen houden met het vele vertellen. De hagada zegt ons hier dat op deze avond iedereen veel kan vertellen.
(Abir Yakov – Abuchatsera)