10. 02/02/2017 - Het oog van de meester(es) waakt over de gezondheid.

Een dwerggeit heeft een natuurlijke weerstand tegen ziekten, het zijn zeer gezonde en harde dieren, ze kunnen wel wat hebben. Maar als er iets fout zit en we zien het, is het geitje vaak al heel erg ziek. Daarom beter de veearts iets te vroeg bij roepen dan iets te laat.

Ons geitje is van nature een prooidier en mag dus nooit laten zien dat het ziek of verzwakt is. Een zichtbaar ziek dier is de eerste prooi van roofdieren;

"Een goede gezondheidszorg begint bij het voorkomen van ziekten."

Wanneer de dieren op een vakkundige wijze worden gehouden, voldoende (maar ook niet te veel) eten krijgen zal hun afweersysteem de aanvallen van ziektekiemen overwinnen.

Vers drinkwater, minstens 2 X daags verversen, is voor een goede gezondheid onontbeerlijk. Veel ziektes worden overbracht door bevuilt drinkwater.

Een liksteen kan de gezondheid een positieve ondersteuning geven door de aanwezigheid van mineralen en zouten.

Bij de klimaatbeheersing op stal dient men met een aantal factoren rekening te houden:

- regeninslag dient voorkomen;

- juiste luchtvochtigheid;

- ventilatie is nodig, maar tocht dient vermeden;

- voldoende licht.

Bij invoegen van nieuwe geitjes in een kudde moet men rekening houden met de inbreng van stalvreemde infectieziekten. Daarom is het aangewezen om de nieuwe dieren in even in quarantaine te plaatsen. Maar wie doet dat?

Tijdens deze periode kunnen we best de nieuwe diertjes ontwormen met 2 verschillende middelen (met een tussenpose van enkele dagen), de hoefjes verzorgen en geitjes behandelen tegen ongedierte (luizen, vlooien, ..).

Controleer regelmatig de vacht op ongedierte zoals: teken, mijten, luizen en vlooien.

Wanneer men enkele belangrijke grondregels respecteert zullen onze geitjes zelden of nooit ziek worden.

Deze regels zijn:

- de dieren houden en voeren volgens de specifieke eisen van het ras;

- de voeding van vrouwelijke dieren aanpassen volgens: zwanger of niet, al of niet zogen van lammetjes;

- de dieren de juiste aangepaste verzorging geven;

- een normale en rustige omgang met de dieren;

- de nodige hygiëne respecteren van de dieren en stal;

- een droge ligplaats en een goed geventileerde stal aanbieden;

- de kraamafdeling moet vóór de bevalling gedesinfecteerd worden;

- de hoeven regelmatig (4 maal per jaar) verzorgen en eventueel bijkappen;

- de dieren regelmatig ontwormen (minstens 3 maal per jaar);

- de dieren dagelijks goed observeren en onmiddellijk ingrijpen bij een verandering;

- de dieren geen beschimmelde voeding (brood, hooi, …) geven;

- opgepast met giftige planten, kan dodelijk zijn.

Tevens dienen we onze dieren dagelijks te observeren, tijdens deze observatie dient men rekening te houden met volgende aandachtspunten:

- Zijn de dieren voldoende actief?

- Is er een wijziging in hun gedrag?

- Eten ze vlot?

- Is het mest normaal?

- Is de vacht glanzend? Zijn er kale plekken?

- Hebben ze geen vervuild achterlijf?

- Krabben ze zich met de poten of schuren ze de vacht?

- Een geitje dat zonder aanwijsbare oorzaak mager wordt, is niet in orde.

- Normale sociale contacten met andere geiten is een teken van goede gezondheid.

- Een dier dat zich afzondert van de groep, weinig actief is, de haren recht heeft staan of met een kromme rug staat, dan is er iets gaande.

- Ga bij een ziek dier niet zelf doktertje spelen maar roep een veearts.

- Tracht de basiskennis over de gezondheid van geiten onder de knie te krijgen.

Een ziek dwerggeitje:

- gedraagt zich anders dan normaal;

- zondert zich af van de kudde;

- loop of ligt er lusteloos bij;

- heeft meestal een kromme (opgetrokken) rug;

- heeft een niet glanzende pels;

- heeft eventueel koorts;

- heeft eventueel een abnormale ademhaling;

- heeft eventueel diarree.

De lichaamstemperatuur moet 38,5 - 39,5 °C zijn.

Het meten van de temperatuur bij een dwerggeitje kan het best rectaal gebeuren.

De neusgaten van een ziek geitje (geitje met koorts) zullen warm en droog zijn. Bij een gezond geitje zijn deze vochtig.

De ademfrequentie bij een geit in rust is 10 - 30 bewegingen per minuut, bij lammeren 20 - 40 bewegingen per minuut, dit bij een buitentemperatuur van 10 tot 18°C. De frequentie gaat omhoog bij een hogere buitentemperatuur of bij koorts van het geitje. Bij een buitentemperatuur van 40°C kan de ademhalingsfrequentie oplopen tot wel 270 bewegingen per minuut. Bij een normale ademhaling gebruik de geit de borst- en buikspieren in gelijke mate. Wanneer we ons opstellen achter het geitje is het type ademhaling duidelijk te zien.

De polsslag bij een volwassen geit in rust is 65 tot 80 slagen per minuut. De polsslag is bij geiten het makkelijkst te voelen door de vingers tegen de binnen- of buitenrand van de onderkaak te houden, net voor de kauwspier.

Een geit die bang is, het warm heeft of (hoog)drachtig is, heeft een verhoogde polsslag. Koorts is echter de belangrijkste oorzaak van een snelle polsslag. Per graad Celsius koorts gaat de polsslag met zo’n 10 slagen omhoog.

Bij ziektebestrijding geldt: hoe eerder je erbij bent hoe beter!

Bij een ziek dwerggeitje, dient men best:

Het eerste dat dan moet gebeuren is het opnemen van de temperatuur. Steek een ingevette thermometer in de anus van de geit en stel vast hoe hoog de temperatuur is (normaal 38,5 tot 39,5 graden Celsius). Een behoorlijke afwijking naar boven of naar onder hiervan betekent een telefoontje naar de dierenarts. Die zal altijd vragen wat u heeft gezien en hoe hoog de temperatuur is. Op basis van die informatie beslist de arts dan of hulp urgent is of niet.

Best ook de ademfrequentie nazien (10 tot 30 bewegingen per minuut bij een volwassen geitje en bij lammeren 20 tot 40 bewegingen per minuut, dit bij een buitentemperatuur van 10 tot 18°C).

Het is ook raadzaam de polsslag van de zieke geit te meten (normaal 65 tot 80 slagen per minuut).

Beter de veearts één keer te vaak bijgeroepen dan één keer te weinig.

(02/02/2017)