01. Miltvuur

Miltvuur

Miltvuur wordt veroorzaakt door de bacterie Bacillus antrax.

De bacterie trekt zich in slechte omstandigheden terug in een beschermend kapsel en kan zo jaren een bedreiging vormen. De in de grond begraven kadavers van besmette dieren vergaan maar de bacterie blijft in de grond aanwezig. Door gaven komt de bacterie terug aan de oppervlakte. De bacterie wordt met het grazen opgenomen en besmet het volgende lichaam.

De ziekte komt zelden voor, vooral na grondwerkzaamheden. Bij warm (boven 15°C) en vochtig weer ontwikkeld zich de bacterie, bij koud en droog weer treed ze in sporenvorm en is er geen infectie gevaar.

De ziekte verloopt snel en is fataal voor het besmette dier door bloedvergiftiging.

Symptomen

De eerste verschijnselen zijn na 1 tot 14 dagen na contact met de bacterie te zien.

De geit heeft:

- verhoogde lichaamstemperatuur;

- sterke buikademhaling;

- hevig speekselen;

- extreem suf;

- afhangend hoofd.

Binnen enkele uren gaan de dieren dood. Uit alle lichaamsopeningen kan bloederig vocht komen.

Behandeling

Bij tijdige ontdekking kunnen de dieren behandeld worden met antibiotica.

Voorkomen

Om verder verspreiding van miltvuur te voorkomen, is het verboden om gestorven dieren te begraven.

Alle restanten van het dode dier moeten verbrand worden. Wegsijpelen van lichaamsvloeistoffen in de grond moet voorkomen worden.

Aangifteplicht

Miltvuur dient verplicht aangegeven te worden.

(04/08/2015)